N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Europa League De Amsterdammers kwamen in de eerste helft op voorsprong via een penalty van Steven Bergwijn, maar zagen de Grieken in de tweede helft terugkomen.
Ajax heeft zijn tweede wedstrijd in de Europa League met 1-1 gelijkgespeeld tegen AEK Athene. Een penalty van aanvoerder Steven Bergwijn in de eerste helft bracht de Amsterdammers op voorsprong, maar in de tweede helft kopte de verdediger Domagoj Vida zijn ploeg weer op gelijke hoogte. Door het 2-2 gelijkspel tussen Marseille en Brighton staat Ajax samen met de Fransen op de tweede plek in groep B.
Bij AEK Athene stond voormalig PSV’er Nourdin Amrabat in de basis. Ajax moest het doen zonder de geschorste Silvano Vos, de Serviër Benjamin Tahirovic was zijn vervanger. In een kolkend stadion, waar de Ajax-spelers continu beschenen werden met laserpennen vanaf de tribune, waren de eerste kansen voor Ajax, met schoten van Carlos Forbs en Brian Brobbey.
Het eerste doelpunt viel na een half uur spelen, dankzij een penalty van Steven Bergwijn. De wedstrijd, die tot dan toe rommelig was verlopen, begon op en neer te golven, met tot aan de rust kansen over en weer. De tweede helft begon even rommelig als de eerste: passes kwamen vaak niet aan, er werd amper opgebouwd en de spelers vochten harde duels met elkaar uit. Ajax had de voorsprong kunnen uitbouwen, onder meer via Forbs en Berghuis, maar de gelijkmaker viel aan de andere kant, toen een scherpe voorzet werd binnengekopt door de volledig vrijstaande Vida.
Ook nu weer zorgde het doelpunt voor een aantrekkelijkere helft, met dit keer vooral kansen voor de Grieken. Keeper Jay Gorter hield zijn ploeg echter op de been en zorgde ervoor dat Ajax niet voor de zoveelste keer dit seizoen verloor. Zondag spelen de Amsterdammers, momenteel vijftiende in de Eredivisie, tegen AZ, dat later op donderdagavond in de Europa League speelt tegen Legia Warschau.
Zes jaar geleden kwam in Mexico president Andrés Manuel López Obrador, alias AMLO, aan de macht. Onder zijn leiding zou alles anders worden: hij zou regeren voor de armen, het drugsgeweld beteugelen en van Mexico een democratie maken. Deze week treedt zijn pupil Claudia Sheinbaum aan als opvolger. Wat is er van AMLO’s beloften terechtgekomen?
Lang geleden was er in Mexico een grote boerenrevolutie. Daaruit kwam de Revolutionaire Institutionele Partij voort. Zeventig jaar lang heeft deze PRI een dictatoriaal bewind gevoerd. Van de roemruchte revolutie van Pancho Villa en Emiliano Zapata bleven alleen de retoriek en een progressief buitenlands beleid over. Neem Luis Echeverría, president in de jaren zeventig. In zijn buitenlandse politiek was hij een anti-imperialist. Hij was bevriend met Cuba en bood de linkse vluchtelingen uit de Latijns-Amerikaanse dictaturen een warm welkom. Maar als minister van Binnenlandse Zaken was hij verantwoordelijk voor het bloedbad van Tlatelolco vlak voor de Olympische Spelen van 1968 in Mexico, als president gelastte hij in 1971 de moord op 120 studenten.
Onder het PRI-bewind werden oppositiepartijen gecoöpteerd, onderdrukt of geliquideerd. Verkiezingen waren fraude-exercities, rechters waren omkoopbaar. Vrijwel niets was mogelijk zonder smeergeld. Toen Mexico een strategische schakel werd in de cocaïnehandel tussen de grootste producent, Colombia, en de grootste consument, de Verenigde Staten, was dat voor veel politici, militairen en politiechefs een godsgeschenk.
Met horten en stoten kwam aan dit regime een eind. In 2018 vulde een nieuwe partij het vacuüm: de Beweging van Nationale Wedergeboorte, afgekort Morena. En Morena, dat is AMLO, een ouderwetse caudillo, een sterke man die zich boven de wet waant.
Aan het eind van zijn ambtsperiode is AMLO nog even populair als zes jaar geleden. Dat komt vooral omdat hij het leven van tientallen miljoenen Mexicanen betaalbaar heeft gemaakt met loonsverhogingen, toeslagen, subsidies, beurzen, gelduitdelingen en banen. De werkloosheid is historisch laag, al lees je dat aan het aantal bedelaars, venters en straatpotsenmakers niet af. Nieuwe investeerders hebben voor nieuwe werkgelegenheid gezorgd: Chinese bedrijven die hun fabrieken hebben overgebracht naar het noorden van Mexico. Hun waren dragen het label Made in Mexico, een trucje om de hoge tariefmuren te omzeilen die de VS in hun handelsoorlog tegen China hebben opgericht.
AMLO komt op voor de armen en zet zich sterk af tegen de VS. Maar hij is ook een vriend van de rijken. De telecommagnaat Carlos Slim, een van ’s werelds rijkste mannen, heeft de laatste jaren zijn imperium aanzienlijk uitgebreid. Ook het leger is door de president vertroeteld. Onder hem hebben de militairen grote economische macht gekregen. Ze leggen infrastructuur aan, exploiteren spoorlijnen, vliegvelden, een luchtvaartmaatschappij, hotels en toeristenparken, en ze beheren de douane. De Nationale Garde, die vijf jaar geleden in de plaats kwam van de intens corrupte federale politie, wordt binnenkort een aanhangsel van het leger. Volgens AMLO is dat de enige manier om te voorkomen dat ook de Garde verzuipt in haar eigen corruptie. Het is ook een van de manieren om met gunsten de trouw van de militairen te kopen.
Dat de militarisering van de politie dwars staat op het respect voor de mensenrechten, is kennelijk geen punt van overweging geweest. Het leger is beschuldigd van massale mensenrechtenschendingen. Militaire chefs hebben innige banden met de drugsmaffiosi, die verantwoordelijk zijn voor het gros van de slachtoffers – 35.000 alleen al in 2023 – van Mexico’s moordepidemie. Vraag dus niet aan de generaals waarom zo ontstellend weinig moorden worden opgelost. En waarom de resten van 116.000 slachtoffers nog altijd spoorloos zijn.
Lees ook
Baja California is gewend aan moorden. Maar als het om toeristen gaat, kijkt de wereld mee
Bij zijn aantreden beloofde AMLO de verdwijningen op te helderen en de drugscriminelen voortaan aan te pakken onder de leus ‘Knuffels, geen kogels’. Die sympathiek lijkende aanpak is even knetterend mislukt als de in 2006 begonnen oorlog tegen de drugsbazen. De kartels zijn immers te machtig en de autoriteiten te medeplichtig. AMLO daarentegen bagatelliseert de moordgolf. Hij is niet solidair met de familieleden van de slachtoffers, die willen weten waar de lijken zijn. De zoekende familieleden heeft hij zelfs ‘necrofielen’ genoemd. In de eerder deze maand uitgebroken oorlog tussen twee rivaliserende clans in Sinaloa, met tot nu toe minstens 120 doden en vermisten, beperkte de president zich tot een oproep aan de moordenaars om zich enigszins te matigen.
De verkiezingen van juni dit jaar leverden een overdonderende zege op voor de kandidaten van AMLO’s Morena. Een Mexicaanse president kan niet worden herkozen, maar in feite kwam de verkiezing van Morena-kandidaat Claudia Sheinbaum tot president daarop neer. Mexico’s eerste vrouwelijke staatshoofd wordt de stem van haar meester, en dat is niemand minder dan de scheidende president. Die heeft bij het scheiden van de markt voor de zekerheid een van zijn zoons op een sleutelpost in de partij gezet.
Dankzij een tweederde meerderheid in het nieuwe parlement kan Morena de grondwet wijzigen naar het believen van AMLO. Die heeft als president weinig geduld gehad met critici, vooral rechters en journalisten. De eerste grondwetshervorming is al een feit: voortaan zullen de leden van de rechterlijke macht net als de president en het parlement rechtstreeks worden gekozen door het volk. AMLO vindt de huidige rechters aartscorrupt en aartsreactionair. Dat kan zijn, maar het middel is erger dan de kwaal. De rechterlijke macht wordt niet hervormd, maar afgeschaft. De nieuwe rechters hoeven niet veel ervaring te hebben, als ze maar trouw zijn aan de politieke partij die hen steunt. Lees: trouw aan Morena. Onder Claudia Sheinbaum krijgen democratie en rechtsstaat het zwaar te verduren.
‘What is a smartphone?” Wat heb ik de woorden van die vrouw vaak aangeroepen, alleen, bij wijze van verzuchting, maar meestal in gesprek met meerdere mensen. Nu ja, die vrouw, ik moet zeggen: het personage dat ze speelde, de mater familias van de aristocratische familie Crawley, de bejaarde gravin Violet, in de tv-serie Downton Abbey. Tijdens het familiediner zegt een aangetrouwd lid van de familie dat hij begint aan ‘a job’. Consternatie alom, vindt de schoonzoon dan nog tijd om te helpen de landgoederen te bestieren? „Ach, er is altijd nog een weekend.”
En dan de vraag van de oude gravin, bloedserieus: „What is a week-end?” Leg voor het droogkomische effect de klemtoon resoluut op ‘end’ en niet op ‘week’, en spreek het uit als twee separate woorden.
Dat deed ze dus zo voortreffelijk, de Britse actrice Maggie Smith, alias gravin Violet Crawley, dat ik mijn conversaties nu al zo’n twintig jaar kruid met haar woorden. Smith (1934-2024) overleed afgelopen vrijdag.
De serie Downton Abbey speelt in het begin van de 20ste eeuw, en dat is van belang, omdat er tegenwoordig, ook in Groot-Brittannië geen adellijke families meer te vinden zijn die niet zouden weten wat een weekend is (‘wiekent’ in parlando Nederlands). De verbazing van de gravin stamt uit de tijd dat er families waren die generatieslang rentenierden of leefden van hun landerijen en plantages, zodat zeker voor de adellijke echtgenotes een werkweek een exotisch fenomeen bleef. En zonder werkweek geen weekend.
Die oneliner uit de mond van Maggie Smith roept bij mij een nostalgie op naar een tijd die ik – niet van adel, na de Tweede Wereldoorlog geboren, geen landgoederen te verdelen – nooit heb gekend. Maar misschien juist daarom een verlangen om soms uit de tijd te stappen, of nee: niet altijd met je tijd mee te moeten gaan.
Ik noem zo wat nieuwigheden uit mijn naoorlogse leven: het antwoordapparaat, de tekstverwerker, de fax, de zogenaamde Minitel (de Franse videotekstdienst), de handsfreetelefoon, de pc, het mobieltje, de smartphone en alles wat daarbij komt kijken, van QR-codes tot tikkies. Alleen de zeer sterken en de bewust asocialen kunnen zich aan die technologische wedloop onttrekken.
De afgelopen week een proefuurtje doorgebracht in een nieuwe gym vlak bij mijn huis: zonder smartphone sta je te kijk, want tussen de verschillende oefeningen door checken de mensen hun phone en wie dat niet doet, is vreemd, oud en eenzaam.
In restaurants: „Ik kan geen QR-code lezen.” Vroeger was er nog een lichte vertedering, nu regelrechte verontwaardiging. „Nee, we hebben geen ‘gewone’ kaart.”
Maggie Smith, gravin Crawley en de nooit aflatende strijd tegen de ratrace.
Stephan Sanders schrijft elke maandag op deze plek een column.
Op een vrolijke zaterdagmiddag liep ik een bekende Utrechtse boekwinkel binnen. Vlak voor mij liep een echtpaar met een groot aantal ervaringsjaren; zij leidde de optocht, hij sjokte er achteraan. Tegelijkertijd hoorde ik een medewerker van de winkel aan zijn collega vragen: „Hebben wij Alleen op de wereld?” Waarop ik de man voor mij binnensmonds hoorde meesmuilen: „Ja, die loopt hier voor mij.”
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]