‘Air’ is old-school kapitalisme, heerlijk

Recensie

Film

Drama ‘Air’, over de deal tussen Nike en basketballer Michael Jordan, had een ‘strijd-voor-eerlijke-winstdeling’ centraal kunnen stellen. In plaats daarvan focust de film verfrissend op de realiteit: een groepje mannen dat geld wil verdienen.

Nike-mastermind Sonny Vaccaro (Matt Damon) en Deloris, de moeder van Michael Jordan (Viola Davis), in ‘Air’.
Nike-mastermind Sonny Vaccaro (Matt Damon) en Deloris, de moeder van Michael Jordan (Viola Davis), in ‘Air’.

Beeld Prime

Air komt uit op een passend moment. De film gaat over de historische deal tussen Michael Jordan en Nike, waarmee Jordan de eerste sporter werd die een eigen schoenenlijn kreeg. In de daaropvolgende decennia zouden talloze sporters en rappers volgen. Een trend waar momenteel een abrupt einde aan lijkt te komen nu rapper en schoenenmaker Kanye Wests sportmerk Adidas eigenhandig de rode cijfers in duwt met zijn verheerlijking van nazisme. Air toont waarom sneakerfabrikanten decennialang het ‘verpersoonlijken’ van hun schoenen wél zagen als goudmijn.

Er zitten twee verhaallijnen in Air. Aan de ene kant heb je het verhaal van Deloris Jordan (Viola Davis), de moeder van basketbalspeler Michael Jordan, die probeert een eerlijke deal voor haar zoon te sluiten. Een deal waarbij hij royalty’s krijgt voor elke schoen die verkocht wordt, in plaats van een geldbedrag waarmee hij in één keer zijn imago verpatst.

Aan de andere kant heb je het verhaal van Nike, een merk dat Michael Jordan nodig heeft om onmenselijk veel geld te verdienen. Ja, die eerlijke betaling, daar staat Nike-mastermind Sonny Vaccaro (Matt Damon) wel achter, maar op de eerste plaats staat het verdienen van koude, harde dollars.

Air focust vooral op dat tweede verhaal. En dat is uniek, anno 2023. Er voelt weinig Amerikaanser dan een bedrijf dat met één goed idee miljarden verdient. Maar de laatste vijftien jaar maakte Hollywood vooral films die de negatieve kant van het kapitalisme belichtten.

Zo toonde The Social Network (David Fincher, 2010) hoe een nerd met bewijsdrang misbruik maakte van zijn vrienden, zakenpartners en het menselijke verlangen naar contact om techgigant Facebook te creëren. The Wolf of Wall Street (Martin Scorsese, 2013) liet de excessen zien waartoe beleggingsmacho’s in staat zijn als er geen regels zijn om ze tegen te houden. En The Founder (John Lee Hancock, 2016) vertelde het verhaal van McDonald’s, of: hoe een snode kapitalist de droom van twee goedhartige burgerbakkers omvormde tot een fabriek waar eters vrijwillig worden vetgemest als patéganzen.

Air is níét kritisch. Het kapitalisme wordt niet bevochten, over kinderarbeid en sweatshops worden geen vragen gesteld. De film heeft geen missie, behalve het vertellen van een geschiedenis.

Niet cool in de basketbalwereld

Sonny Vaccaro (Damon) is hoofd van de basketbalafdeling van Nike. Een ondankbare baan. Nike staat bekend als renschoen en is niet cool in de basketbalwereld. Adidas is oppermachtig, met Converse in het kielzog. Vaccaro’s hele departement ligt op het hakblok. Tot hij een idee krijgt. Nike moet maar één schoen maken voor maar één atleet: Michael Jordan. Er is echter een groot probleem: Jordan is dol op Adidas. Hoe overtuigen de mannen van Nike Jordan om zijn in aanzien groeiende naam aan hún schoen te verbinden?

Het wordt strak uitgespeeld. Boezemvrienden Ben Affleck (als Nike- CEO en Boeddha-fan Phil Knight) en Matt Damon genieten zichtbaar van de scènes die ze delen. Damon is zeer overtuigend als basketbalgenie met een bierbuikje. Affleck is iets te kolderiek en over-the-top dommig (zoals wanneer hij zijn vraagtekens zet bij de iconische naam Air Jordan) – het schijnt dat Jason Bateman hem meer dan eens corrigeerde op de set: „Te groot!” Op dat soort momenten ruilt de film geloofwaardigheid in voor vermaak.

Soms zou je willen dat Affleck als regisseur iets meer creatieve vrijheid had genomen met dit verhaal. Iedereen met een milde interesse voor schoenen of basketbal weet vanaf scène één dat Jordan de deal tekent. De spanning valt snel weg. Het hoogtepunt van de film, de emotionele overtuigingsspeech, voelt daardoor routineus.

Er zit ook nauwelijks basketbal in de film, terwijl er constant wordt gezwijmeld over de magie van Jordan. Jordan zelf komt helemaal niet in beeld. Affleck vond hem „té iconisch”, het zou afleiden. Uiteindelijk is het juist afleidend dat we de superster nooit zien in een film óver hem.

De film wil verder zo graag duidelijk maken dat we in de jaren tachtig zijn dat er maar liefst drie referenties naar de Amerikaanse The A-Team-acteur Mr. T worden gemaakt. „I pity the fool”, we begrijpen het.

Dat soort Hollywoodclichés zijn echter sporadisch. En de grootste valkuil wordt vermeden: zoetsappigheid. Air had de ‘strijd-voor-een-eerlijke-deal’ centraal kunnen stellen. In plaats daarvan focust de film op de realiteit: een groepje mannen dat geld wil verdienen. Dat je als kijker toch meeleeft is anno 2023 best een prestatie.

https://www.youtube.com/watch?v=dbvHbGmd5U4


Film In deze gids vind je de beste films die momenteel in de bioscoop draaien