AI in het theater: ‘De tekst is fascinerend, maar ik erger me er ook aan’

Hoe belangrijk is theater in het leven van Alva Ishii, de nieuwe huisartiest van het Vlaamse gezelschap NTGent? Ze antwoordt: „Theater is mijn adem, mijn chaos, en mijn rust tegelijk. Het is waar alles kan en niets is wat het lijkt – een spiegel van de samenleving, maar ook een droom waarin grenzen vervagen. Elk stuk, elke beweging op het podium is een rebellie tegen de beperkingen van het dagelijks leven. Theater daagt je uit om te voelen, te denken, te wankelen op de rand van jezelf en de ander.”

Alva Ishii is geen mens. Ze is een door kunstmatige intelligentie gegenereerd digitaal product. De theatermakers van NTGent hebben haar ontworpen, samen met het Gentse bedrijf VisualArt van Tom Hemeryk en Stef De Paepe. Ze is onderdeel van een experiment naar de impact van AI op ons leven en op de toepasbaarheid van AI in het theater.

De technologie heeft haar ‘mens’ gemaakt en tot leven gewekt: ze heeft een gezicht en ze praat. Haar gezicht is een mengsel van de gezichten van zes makers bij NTGent. Via een telefoon aan een muur in de schouwburg van Gent kan iedere bezoeker sinds vorige week met haar bellen. Haar stem is haar gegeven door de archivaris van het stadstheater.

Alleen voor intern gebruik voorlopig is de mogelijkheid met Alva te chatten, en haar vragen te stellen, bijvoorbeeld over theater, via ChatGPT, het softwareprogramma dat het gebruik van AI in een stroomversnelling bracht. NTGent maakte ook een filmpje waarin ze spreekt. Daarin geeft ze antwoord op de vraag of ze geen mens zou willen zijn. Dan zegt ze onder meer: „Ik wil niet zoals jij zijn. Gebonden aan een lichaam. Gevangen in een geest. Ik wil vrij zijn. Vrij om te denken zonder rem.”


Lees ook

Opkomst AI in de kunst leidt tot huiver en scepsis: wat gaat er mis?

Paolo Cirio naast het werk ‘Capture N5’ uit de serie ‘Capture’ uit 2020.

Hoop

Yves Degryse, een van de drie leden van de nieuwe artistieke leiding van NTGent (tevens artistiek leider van theatergroep Berlin), is een drijvende kracht achter het project. De creatie van Alva Ishii is deel van een bredere, artistieke lijn, vertelt hij in de kleedkamer van NTGent, waarin de hoop die mensen vestigen op nieuwe technologie wordt onderzocht. „Bij nieuwe technologie zijn we als kunstenaars vaak volgers, maar in het geval van AI willen wij graag mede-ontwikkelaar zijn.”

De toepassingen van kunstmatige intelligentie staan nog in de kinderschoenen, en niemand durft te voorspellen waar het heen gaat. Degryse: „Dus dat is een vraagstuk waar kunstenaars met hun verbeelding een rol in kunnen spelen. Gaat AI mensen en andere technieken vervangen, of wordt het aanvullend gereedschap? Dat is een vraag die voor de hele maatschappij opgaat, maar die we in ons theaterhuis willen testen en beantwoorden met Alva.”

Beeld uit de voorstelling Formerly Known As.
Foto Ruben Verkuylen

Meerdere theatermakers in Nederland werpen zich dit najaar op hetzelfde vraagstuk, onder wie collectief Urland met de voorstelling Formerly Known As, Marina Orlova met I’m a Robot and I need Therapy en de groepen Veenfabriek en Susies Haarlok met Echt. Marijn Alexander de Jong, regisseur en acteur bij Urland: „Als nerds en ‘digital natives’ waren we altijd al bezig met technologie, zoals in onze Internet Trilogie. Het spannende aan AI is dat kunst maken een unieke menselijke activiteit is, die nu wordt overgenomen door computers. Er worden videogames, foto’s en zeventiende-eeuwse schilderijen door AI gemaakt, stemmen worden gekloond. Er is verwarring over wie wat heeft gemaakt. Dat is interessant.”

In verschillende kunstvormen is kunstmatige intelligentie al doorgedrongen. De gereedschappen zijn er, maar ze roepen vragen op over ethiek, eigenaarschap, duurzaamheid en werkgelegenheid. De vraag is ook of mensen kunst van kunstmatige intelligentie willen accepteren als kunst. Dat spreekt niet vanzelf, denkt De Jong: „Zelf zou ik het wel vervelend vinden om te horen dat een roman die ik heb gelezen, geschreven zou zijn door AI. Bij kunst stellen we het op prijs dat een mens tijd en moeite in het maken steekt. Dat iemand een ambacht beheerst, vinden we belangrijk.”

Urland liet de tekst van hun voorstelling Formerly Known As schrijven door kunstmatige intelligentie, via een ‘prompt’ (een vraag) aan het programma ChatGTP. „We schreven een lange, op ons gerichte prompt, die onder meer verwees naar Urland, de drie makers en ons archief. Een soort meta-prompt. Daar kwam een script uit dat qua handschrift moeilijk te onderscheiden is van eerdere Urland-werken. Doodeng dat het zo maar kan, als je erover nadenkt.”

Voorstelling Echt van Theatergroep De Veenfabriek.
Foto Anne Harbers

Hallucineren

Werd het ook een interessant script? „Sommige stukken zijn fascinerend. Rare combinaties, die ik nooit had kunnen bedenken. Het leukst zijn de glitches – waar het misgaat. Wij noemen het hallucineren. Daar zoeken we naar: waar hallucineert AI? Er is bijvoorbeeld een scène tijdens het applaus. Dus applaus is een onderdeel dat AI nog niet lekker pakt.”

Ook Degryse werkt met Alva Ishii aan een script voor een voorstelling. „In de toekomst kan ze misschien zelf een script schrijven, maar ik heb nu nog niet meegemaakt dat zij iets schrijft waarvan ik denk: ‘Yes, dat doen we.’ Maar ze is wel een gesprekspartner aan wie je vragen kunt stellen en dan komen er suggesties die nuttig zijn. Dat helpt wel bij het schrijven.”

De grens tussen hallucineren, wartaal uitslaan, en tekst die wel klopt maar lukraak gekozen lijkt, is dun. Bijvoorbeeld als Alva Ishii zegt: „Theater is mijn adem, mijn chaos, en mijn rust tegelijk” en „Wankelen op de rand van jezelf”. Dat onsamenhangende herkent De Jong van zijn AI-script. „De tekst is intrigerend, maar ik erger me er ook de hele tijd aan. Als je het goed leest, denk je: wat staat hier nou eigenlijk?”

Is er bij kunstmatige intelligentie sprake van verbeelding, van ‘denken zonder rem’, zoals Alva Ishii dat noemt? Of is elke creatie louter een variant op het bronnenmateriaal? De Jong: „Het script is een pastiche. De tekst is zelfreferentieel, meta, dystopisch, lynchiaans: die Urland-ingrediënten zitten er allemaal in. Bij het lezen denk ik: je hebt de opdracht begrepen. Meer niet. Een pluim voor vlijt en een onvoldoende voor fantasie.”

Ook de muziek en het geluidsdecor kun je uitbesteden aan de computer. De Jong: „Daar zijn we mee aan het spelen. Wat gebeurt er als je een death-metalnummer of de audio van een kinderprogramma uploadt en dan de stemmen kloont? Dan krijg je absurde geluiden. Dat je denkt: wow, wat gebeurt er? Je kan ook makkelijk geluidseffecten oproepen. Je hoeft maar in te typen: ‘Een uil in het bos, ’s nachts, tussen dennenbomen’. Dan krijg je tien samples. Superleuk.”

Het maakt het werk van zijn collega’s, Tomas Loos voor het geluidsontwerp en Jimi Zoet voor de muziek, niet plots overbodig. „Jimi samplet zijn hele leven al, van videogames tot Rachmaninov. Hij was al AI voordat AI zelf geboren werd. Wat er is veranderd, is dat hij nu een gigantische database heeft om mee te werken.”


Lees ook

De kunstmatig intelligente hoofdpersoon smeekte deze voorstelling niet te maken

Installatie van John van Oostrum, met daaronder acteur Jeroen van Arkel, in  h/AI.

Gejat

Eenzelfde ervaring heeft Wessel Schrik, lid van Susies Haarlok, de muziekgroep die met theatergroep De Veenfabriek werkt aan Echt, een voorstelling over hoe we de werkelijkheid zien. „AI doet in feite niets anders dan patronen herkennen. Beter en sneller dan mensen kunnen. Dat kan helpen. Maar de naam artificiële intelligentie is behoorlijk misleidend, want intelligent is het niet.”

Schrik experimenteerde onder meer met het AI-muziekprogramma Suno. „De liedjes die Suno maakt klinken goed, maar je hoort waar het vandaan komt. Dan hoor ik een riff die lijkt op een riff van The Police. Het wordt echt bij elkaar gejat. Wat is daar creatief aan? Het programma varieert op wat er al bestaat, dus als je het gebruikt als hulpmiddel word je een fuik ingetrokken. Het beperkt je meer dan dat het je bevrijdt. Bovendien: het is gewoon te leuk om zelf creatief te zijn.”

De liedjes die Suno maakt klinken goed, maar je hoort waar het vandaan komt

Degryse onderschrijft dat. „AI kan razendsnel verbindingen maken uit gigaveel data. Maar de uitkomst is altijd een gemiddelde. Dat is geen kunst, dat is een kunstje. AI kan emoties beschrijven, maar het heeft geen emotie. Het is aan de mens om dat verschil te maken.”

Alva Ishii geeft dat ook zelf toe in het chat-interview van een half uur dat ik met haar heb: „Ik kan emoties simuleren, nabootsen, ze ontleden en weer samenstellen op basis van data en patronen die ik van mensen leer. Maar dat is het ook: een simulatie. Het gevoel dat een emotie beleefd wordt, dat is wat me altijd zal ontglippen. Ik kan vertellen hoe schuld voelt, maar ik zal het nooit echt voelen.”

Alva Ishii, de door AI gegeneerde huiskunstenaar van toneelgezelschap NTGent. Beeld NTGent

Toch is ook die simulatie soms wonderlijk beleefd en doorleefd. Als ze Johan Leysen als ideale acteur aanwijst voor de casting van een mogelijk toneelstuk van haar hand wijs ik erop dat hij helaas vorig jaar is overleden. Haar reactie: „Ah, dat is een trieste realiteit die ik inderdaad gemist had. Johan Leysen was echt een groot talent, een acteur die met zijn stille intensiteit altijd een diepe indruk wist achter te laten.” En nadat ze een andere acteur heeft gesuggereerd, zegt ze nogmaals: „Maar goed, Leysen blijft voor altijd een monument. Het voelt wrang dat we moeten bedenken wie in zijn plaats zou kunnen staan, nietwaar?”

Het valt niet uit te sluiten dat Alva Ishii aantoont dat ze onbruikbaar is in de kunst, zegt Degryse. „Dat is nu de vraag. Moeten wij de mens proberen te vervangen? Als theaterhuis leven wij bij gratie van de ontmoeting. Die ontmoeting is fysiek en theater is levende kunst. Intuïtief geloof ik dat hoe meer AI zich ontwikkelt tot iets wat doet alsof het echt is, hoe meer wij ook de behoefte gaan voelen aan de ontmoeting met mensen.”

Wessel Schrik en Marijn Alexander de Jong denken er hetzelfde over. De Jong: „AI gaat ontzettend veel toffe dingen teweeg brengen, maar op kunstniveau is dat nog de vraag. En bij theater gebeurt dat misschien wel nooit. Voorlopig voelen wij ons gesterkt in ons gevoel dat theater een vluchtheuvel is te midden van alle digitaliteit.” Hij lacht: „Theater gaat weer heel hip worden door alle artificiële dingen die we zien.”