In welke straat je ook loopt in de Spaanse hoofdstad Madrid, overal staan overvolle vuilcontainers en liggen vuilniszakken verspreid over de stoepen en kruispunten – vaak opengetrokken door daklozen die op zoek zijn naar wat te eten. De geur is op warme dagen bijna ondraaglijk. Van de chique wijken in Salamanca tot de smalle steegjes van Lavapiés: de stad baadt in afval.
Sinds afgelopen maandag 21 april staken de zes bedrijven die verantwoordelijk zijn voor het afval in Madrid voor onbepaalde tijd. De vuilnismedewerkers eisen betere arbeidsvoorwaarden voor de 1.600 werknemers, waaronder een loonsverhoging van 2 procent in plaats van de 1 procent die de bedrijven nu bieden. Ook willen ze bonussen voor nachtdiensten, maximaal zes opeenvolgende diensten ingeroosterd worden en meer transparantie over promoties. Een eerder bereikt akkoord werd door de werknemers weggestemd met 940 stemmen tegen en 254 voor.
De staking zorgt voor een aanzienlijke ophoping van afval op straat, wat leidt tot gezondheidsrisico’s en overlast voor de inwoners. Het stadsbestuur heeft nu als tijdelijke oplossing minimale diensten ingesteld, wat betekent dat het huishoudelijk afval in bepaalde wijken om de 48 uur wordt opgehaald. De gemeente heeft ook geprobeerd de speciale reinigingsdienst Selur in te zetten, maar die weigert dat uit solidariteit met de stakers. Essentiële instellingen zoals ziekenhuizen en scholen blijven wel volledig bediend.
Ramen dicht
„Ik woon hier al twintig jaar, maar dit heb ik nog nooit meegemaakt. Het stinkt zó erg dat ik de ramen de hele dag dicht heb met dit mooie weer,” zegt María Delgado, een gepensioneerde docente uit Delicias. „En nu de temperaturen stijgen, zal de stank alleen maar erger worden. Nog even en de ratten zullen de straten overnemen.”
In een restaurant verderop wijst horecamedewerker Óscar naar de enorme hoop afval op zijn terras. „Normaal zit het hier met mooi weer al vroeg vol, maar wie wil er nou eten en een wijntje drinken te midden van deze zooi. Je maag draait daar toch van om?”, zegt hij. „Deze staking, raakt ons in de portemonnee.”
Burgemeester José Luis Martínez-Almeida heeft gedreigd met een boete van 1,6 miljoen euro als de afvalbedrijven hun werk niet hervatten. Tegelijkertijd roept hij beide kanten op verantwoordelijkheid te nemen. „We willen het stakingsrecht niet aantasten, maar we willen wel de hygiënische omstandigheden voor afvalinzameling in de stad garanderen.”
In Malasaña of Plaza Mayor, waar toeristen zich normaal vergapen aan kleurrijke straten, moeten ze nu net als bij een hindernisbaan manoeuvreren tussen de vuilniszakken. „We dachten dat dit kunst was,” grapt een stel uit het Duitse Stuttgart, half lachend met de hand voor de neus en een fototoestel in de hand.
Zolang de vakbonden en de bedrijven geen nieuw akkoord bereiken, blijft de chaos in de stad groeien. Madrid ademt protest én ruikt naar rotte vis, oude pizza en opdringerige ammoniaklucht.
Het is een oorlog zonder naam, maar niettemin een oorlog. In Zuid-Soedan bestoken vliegtuigen de bevolking in oppositiegebied en zijn tienduizenden burgers op de vlucht geslagen. Oeganda heeft militairen naar Zuid-Soedan gestuurd om president Salva Kiir te beschermen in zijn confrontatie met oppositieleider Riek Machar. Bij luchtaanvallen worden volgens sommige bronnen chemicaliën als wapen gebruikt.
NRC ontving beelden van de bombardementen en van verbrande slachtoffers in onder meer de belangrijke stad Nassir en de dorpjes Kuich en Mathiang, die vlakbij de Ethiopische grens liggen. Door middel van open bronnenonderzoek zijn deze beelden geverifieerd en de exacte locaties van de aanvallen achterhaald. Of de aanvallen zijn uitgevoerd door de Oegandese of de Zuid-Soedanese luchtmacht is onduidelijk. Oeganda ontkent betrokkenheid.
Volgens mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) vonden vorige maand in Nassir en omliggende plaatsen vier luchtaanvallen plaats, waarbij 58 doden vielen en vele anderen brandwonden opliepen. Daarbij werden volgens HRW chemische wapens gebruikt. „Deze wapens hebben tientallen mensen gedood, onder wie kinderen”, schrijft Nyagoah Tut Pur, Zuid-Soedan-onderzoeker bij de organisatie.
„De vaten vergif vielen die zondagavond uit de lucht”, vertelt een gemeenschapswerker die anoniem wil blijven vanuit Nassir. In het stadje in de regio Upper Nile, dat deze week werd heroverd door het Zuid-Soedanese leger, nam hij na een bombardement op 16 maart foto’s van patiënten met ernstige brandwonden. Een nabijgelegen kliniek ontving de dagen daarna elf patiënten, van wie er vijf aan hun verwondingen stierven. „Hun brandwonden waren zeer ernstig”, vertelt een arts aan NRC, „maar we missen de expertise om vast te stellen of chemische wapens de oorzaak waren.”
Nieuwssite Sudans Post schreef dat er aanwijzingen zijn dat ethylacetaat is gebruikt, een zeer brandbare chemische verbinding. Op door NRC geverifieerde beelden zijn op de bewuste locaties deels gesmolten blauwe vaten te zien met daarop de tekst „ethyl acetate”.
Chemische bombardementen in Nassir
„Ethylacetaat kan gebruikt worden als chemisch wapen”, zegt een veiligheidsexpert van Artsen zonder Grenzen, die vanwege veiligheidsredenen anoniem wil blijven. „In dat geval worden de chemicaliën gedropt vanuit een vliegtuig of helikopter. De vloeistof heeft een laag kookpunt, waardoor damp ontstaat. Die damp is zwaarder dan lucht en verspreidt zich snel en wijd over de grond. Vervolgens wordt de damp aangestoken, wat een enorm explosief effect heeft.”
Human Rights Watch interviewde een ooggetuige van een bombardement op Mathiang die zag hoe de vaten uit een vliegtuigje werden gegooid. Een 39-jarige vrouw zei: „Het vat kwam naar beneden, ik dacht dat het op ons huis zou vallen… Terwijl ze vielen, vatten de vaten vlam.” Een andere ooggetuige vertelde hoe het gebied waar de vaten terechtkwamen dagenlang brandde. Regen doofde het vuur uiteindelijk. „Maar het ruikt nog steeds… en het is niet de geur van benzine of kerosine”, zei hij.
Machtsstrijd
Zuid-Soedan, ’s werelds jongste natie, is een van de meest corrupte en slechtst bestuurde landen ter wereld geworden sinds zijn onafhankelijkheid in 2011. Het is geen land met een leger, maar een leger met een land, waar militairen politici worden en elkaar beconcurreren zonder samen te werken. En vaak bedrijven ze die competitie met wapens. Zo is een kleptocratie van krijgsheren ontstaan.
„Zuid-Soedan is geen natie, maar een dorp, een soort veekamp”, zegt politicus en auteur Peter Adwok Nyaba. „Soldaten van het nationale leger beroven burgers en de geheime dienst pakt dissidenten op. Zuid-Soedanezen durven niet meer te praten en als ze van zich willen laten horen uiten ze onvrede door op basis van stamafkomst te rebelleren”.
Na de onafhankelijkheid in 2011 brak een burgeroorlog uit tussen Kiir en Machar, waarbij 400.000 doden vielen. Deels was die etnisch gebaseerd: Kirr is een Dinka, Machar een Nuer. In de vredesovereenkomst die in 2018 werd gesloten, werd onder andere bepaald dat een gezamenlijk leger zou worden opgericht en dat er vrije verkiezingen zouden komen. Beide gebeurden niet.
Gesmolten vaten ethyl acetaat, gefotografeerd door bewoners van de gebombardeerde steden.
Wel werden ministers, generaals en andere functionarissen uit het kamp van de oppositie opgenomen in het regeringsapparaat. Eind vorig jaar begon Kiir hen weg te zuiveren, wat de aanleiding werd voor een nieuwe ronde van militaire confrontaties.
Begin maart schoot het Witte Leger, een militie met jonge strijders die Machar steunt, een VN-helikopter neer met regeringssoldaten en een hoge commandant aan boord. In een furieuze reactie op die aanval plaatste president Kiir zijn politieke rivaal Machar onder huisarrest.
Die arrestatie deed de situatie ontvlammen. Inmiddels is behalve in de regio Upper Nile ook gevochten met Nuer-soldaten in de zuidelijke regio Equatoria, vlakbij de hoofdstad Juba.
Misschien zouden de gevechten in Zuid-Soedan beheersbaar zijn als er niet gelijktijdig een nog grotere oorlog zou woeden in buurland Soedan. Niet alleen komen er wapens Zuid-Soedan binnen via de twee strijdende partijen in Soedan – het regeringsleger van president Burhan en de Rapid Support Forces (RSF) van generaal Hemedti – ook slaan de gevechten over. Vorige maand raakten in het grensgebied met Soedan soldaten van Machar slaags met de RSF, vertellen medewerkers van Machar aan NRC.
Aanhangers van Machar gingen onlangs naar Port Sudan, vermoedelijk om steun van Burhan te verkrijgen. Kiir op zijn beurt reisde naar de Verenigde Arabische Emiraten, de grote steunpilaar van de RSF, om over een lening van 1,5 miljard dollar te onderhandelen voor zijn financieel ingestorte regering.
Grootschaliger conflict
„De oorlog in Zuid-Soedan is al in volle gang, met meer wapens zouden we al in de tegenaanval hebben kunnen gaan”, zegt een familielid van Machar tegen NRC. „Met de arrestatie van Machar heeft Kiir het vredesverdrag opgezegd en zijn wij vrij om terug te vechten.”
Chemische bombardementen in Kuich
Nicholas Haysom van de VN-missie in Zuid-Soedan waarschuwde afgelopen week voor zo’n grootschaliger conflict. „Het zou niet alleen Zuid-Soedan verwoesten, maar de hele regio, die zich eenvoudigweg geen nieuwe oorlog kan veroorloven.”
Daar komen de zorgen over het gebruik van chemische wapens bij. Human Rights Watch stelt: „De regering moet onmiddellijk stoppen met het willekeurig gebruiken van dergelijke wapens tegen gemeenschappen.”
In de Canadese stad Vancouver is zaterdag een onbekend aantal mensen om het leven gekomen nadat een auto op een menigte tijdens een straatfestival is ingereden. Dat meldt de lokale politie op X. Ook raakten meerdere mensen gewond. Het incident vond plaats rond 20.00 uur lokale tijd (05.00 uur Nederlandse tijd) op een evenement van de Filipijnse gemeenschap van Vancouver.
De chauffeur van de auto is aangehouden. Volgens Canadese media gaan er beelden rond waarop te zien is hoe hulpdiensten zich naar de locatie van het incident haasten. Op die beelden liggen meerdere mensen, mogelijk gewond, op de grond.
De premier van de Canadese provincie British Columbia reageert geschokt op het aantal doden en gewonden op het zogeheten Lapu Lapu festival. Ook de burgemeester van Vancouver heeft gereageerd, hij spreekt van een „gruwelijk incident”.
Eerder op de avond was de leider van de Canadese politieke partij NDP, Jagmeet Singh, op het evenement voor de verkiezingscampagne van de partij. In Canada vinden maandag landelijke verkiezingen plaats. „Mijn gedachten zijn bij de slachtoffers en hun families, en bij de Filipijnse gemeenschap die bijeen was gekomen om haar veerkracht te vieren”, zegt Singh na het incident op X.
Eind maart verscheen een onafhankelijk onderzoek naar de rol van de Toeslagenaffaire bij uithuisplaatsingen. Dit is het verhaal van Nadine Tavares Monteiro, die onterecht kinderopvangtoeslag moest terugbetalen. Haar zoons werden uit huis geplaatst, de oudste kwam nooit meer thuis.
Heb je vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected]