Afschaffen van fossiele subsidies is zo makkelijk nog niet voor het kabinet

Prinsjesdag Nieuwe berekeningen van het kabinet laten zien dat de belastingvoordelen voor grote bedrijven die fossiele brandstoffen gebruiken optellen tot 46,4 miljard euro. Veel meer dan eerder gedacht, al kent de nieuwe schatting een aantal nuances.

Klimaatdemonstranten protesteren bij een actie van Extinction Rebellion tegen fossiele subsidies.
Klimaatdemonstranten protesteren bij een actie van Extinction Rebellion tegen fossiele subsidies. Foto Hedayatullah Amid

Het bedrag waar het al weken over gaat in Den Haag – bij politici én bij de klimaatdemonstranten van Extinction Rebellion op de A12 – blijkt toch weer hoger te zijn dan gedacht. Alle belastingkortingen en -vrijstellingen die het gebruik van fossiele brandstoffen bevoordelen, tellen op tot tussen de 39,7 en 46,4 miljard euro.

Dit keer komt de inschatting van deze veelbesproken ‘fossiele subsidies’ van het kabinet zelf, lekte afgelopen vrijdag uit via de NOS. Twee weken geleden kwamen drie milieuorganisaties nog uit op een totaalbedrag van 37,5 miljard euro. Een eerdere inventarisatie door het vorige kabinet kwam maar tot 4,5 miljard euro, maar die liet veel regelingen oningevuld. Nu komt demissionair minister Rob Jetten (D66, Energie en Klimaat) op een bedrag dat pakweg tien keer zo hoog is.

Dit bedrag kan een grote rol gaan spelen in het politieke debat dat volgt op Prinsjesdag. Nu het kabinet zelf heeft vastgesteld dat het om een immens bedrag gaat, is het moeilijker voor rechtse partijen om de berekening in twijfel te trekken zoals met eerdere berekeningen wel gebeurde. Linkse partijen kunnen wijzen naar deze enorme pot met geld om aan te tonen dat grote bedrijven wel erg veel voordeeltjes genieten, terwijl gewone mensen een veel hoger belastingtarief betalen over hun gebruik van fossiele brandstoffen – en bestaanszekerheid eveneens een belangrijk thema is geworden bij de komende verkiezingen. Dat geld zou Nederland voor verduurzaming kunnen inzetten, betogen milieuorganisaties al.

Tegelijk zijn er wel degelijk nuances, blijkt uit de inventarisatie van het kabinet die in het bezit is van NRC en op Prinsjesdag, dinsdag, wordt gepubliceerd. Niet alle fiscale voordelen kunnen om te beginnen zomaar worden afgeschaft, omdat ze zijn afgesproken in internationale verdragen. Uit de bijlage bij de Miljoenennota blijkt dat het om een substantieel deel gaat: ongeveer 17 miljard van de 39,7 à 46,4 miljard euro – ofwel bijna de helft. De rest van de fiscale voordelen zou wel op relatief korte termijn (binnen een paar jaar) afgeschaft kunnen worden, schrijft Jetten. Hij benadrukt verder dat het kabinet al verschillende regelingen heeft beëindigd, of daar een begin mee heeft gemaakt, waardoor voor ongeveer 6,2 miljard euro aan voordeeltjes reeds is weggevallen voor bedrijven in de glastuinbouw en de steen- en papierproductie.

Bij de lastiger af te schaffen voordelen moet onder andere worden gedacht aan de accijnsvrijstelling voor kerosine die door vliegmaatschappijen wordt gebruikt (2,2 miljard euro in totaal) en eenzelfde accijnsvrijstelling voor zware stookolie die door de zeevaart wordt gebruikt (429 miljoen euro). Beide vloeien voort uit Europese belastingregels (ETD). Jetten zegt dat Nederland zich op Europees niveau inspant voor uniforme regels binnen heel de EU. Maar of en hoe snel die er komen, is nog onduidelijk.

Grootste ‘subsidie’

Verreweg de grootste, voorlopig moeilijk te beëindigen ‘subsidie’ – 14 miljard euro in totaal – is een vrijstelling die in eerdere berekeningen veel lager uitpakte: een accijnsontheffing op minerale oliën die als grondstof dienen voor andere producten. Denk aan bijvoorbeeld nafta, waarmee plastics worden gemaakt, of aan andere olieproducten die weer als basis dienen voor de productie van verf. Ook deze vrijstellingen vloeien voort uit de Europese belastingregels, en Nederland kan ze dus niet zomaar afschaffen, aldus Jetten. Nederland heeft een grote plasticssector (in Moerdijk, Terneuzen en Geleen) en de voordelen tellen daarom stevig op.

Opmerkelijk is dat sommige van die ‘belemmerende’ internationale verdragen stokoud zijn. Een accijnsvrijstelling voor ‘rode diesel’ die wordt gebruikt door de binnenvaart, vloeit bijvoorbeeld voort uit de Akte van Mannheim, die in 1868 werd gesloten. Volgens Jetten wordt er nu toch gekeken of het niet mogelijk is om dit voordeel af te schaffen.

Een volgende nuancering is dat het niet om directe subsidies gaat, maar om belastingkortingen en belastingvrijstellingen voor met name grootverbruikers van fossiele energie. Dat is geen pot waar naar believen geld uit gehaald kan worden. Als het kabinet deze vrijstellingen afschaft, levert dat dus ook geen 39,7 tot 46,4 miljard euro aan belastinginkomsten op.

Lees ook: Fossiele subsidies kosten elk jaar meer dan het hele Klimaatfonds

Een deel van de bedrijven die nu belastingvoordeel genieten, zou kunnen vertrekken uit Nederland of minder fossiele energie verbruiken. „In de praktijk zal de budgettaire opbrengst bij afschaffing van deze regelingen daarom veel lager uitvallen”, staat in de bijlage bij de Miljoenennota. Politicus Pieter Omtzigt van de nieuwe partij NSC zei het in tv-programma Buitenhof simpeler: „Dan gaan die bedrijven vlak over de grens zitten en daar produceren.” Daarom is ook onduidelijk wat een afschaffing van de fossiele belastingvoordelen zou betekenen voor de uitstoot van broeikasgas CO2.

Bedrijfslobbyclub VNO-NCW waarschuwt dat de politiek niet overhaast te werk moet gaan, anders komt de concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven in gevaar. Als Nederlandse bedrijven meer belasting moeten gaan betalen over de energie die ze gebruiken, en bedrijven in andere (Europese) landen behouden wel hun belastingvoordeeltjes, dan lopen klanten natuurlijk weg naar die ‘goedkopere’ partijen, vreest de lobbyclub.

Tot slot is er bij deze optelsom geen rekening gehouden met de kosten voor deze bedrijven bij het gebruiken van fossiele brandstoffen, schrijft Jetten. Zo betalen industriebedrijven belasting over hun uitstoot van broeikasgassen. Jetten merkt in het stuk op dat een aantal ‘nadelen’ voor bedrijven zoals de CO2-heffing voor de industrie en Europese emissiehandelssysteem „op zichzelf al een afdoende prijsprikkel geven aan bedrijven om hun emissies te reduceren”.

Desondanks zei Jetten twee weken nog in de Tweede Kamer dat alle fossiele subsidies moeten worden afgeschaft. Er moet een „reëel en voorspelbaar” afbouwplan komen, zei Jetten, om te voorkomen dat bedrijven in de problemen komen, bijvoorbeeld omdat ze niet kunnen verduurzamen omdat het elektriciteitsnet vol zit. Maar juist dat afbouwplan heeft Jetten als minister niet gemaakt, verweet GroenLinks-Tweede Kamerlid Suzanne Kröger hem. Terwijl Nederlandse regeringen al diverse keren beloofden met die afbouw te beginnen. En is het niet vreemd, vroeg Kröger, dat het demissionaire kabinet met miljarden euro’s grote industriebedrijven wil helpen vergroenen, terwijl diezelfde bedrijven geen belasting betalen over de fossiele grondstoffen die ze gebruiken?

‘Aan het infuus’

Die zorg klinkt breder. „In plaats van het steunen van de duurzame industrie, houdt onze overheid de bedrijven met verouderde processen en producten, met fossiele subsidies, aan het infuus”, aldus Fossielvrij NL in een eerder dit jaar verstuurde ‘brandbrief’ aan het kabinet. Die brief werd mede ondertekend door nog ruim driehonderd organisaties, waaronder pensioenfonds ABP, Milieudefensie en Triodos Bank. „Zo houden we baksteenfabrikanten kunstmatig in leven, waardoor houtbouw maar niet doorbreekt. Buitenteelt krijgt geen kans, zolang kashouders met korting gas kunnen verstoken. Biologische landbouw komt niet van de grond, zolang kunstmest met belastingvrij gas wordt gemaakt.”

Een woordvoerder van de stichting SOMO, die twee weken geleden samen met twee andere milieuorganisaties tot een schatting van 37,5 miljard aan fossiele subsidies kwam, wijst nog op een ander punt. „In Nederland is een nijpend gebrek aan ruimte, wat het lastig maakt voor duurzame bedrijven om zich te vestigen en om te groeien op een plek met de juiste vergunningen en voorwaarden. Door het vertrek of faillissement van de oude economie, ontstaat ruimte voor de nieuwe economie.”

Als voorbeeld noemt de woordvoerder het aluminiumbedrijf Aldel, dat eerder dit jaar failliet ging, en op wiens locatie in Delfzijl nu een bedrijf gevestigd is dat duurzame energie wil opslaan, Giga Storage. „En daardoor ontstaat vervolgens weer ruimte op het elektriciteitsnetwerk voor nieuwe bedrijven om zich aan te sluiten.”