Het niet het eerste waaraan je denkt als een gerestaureerde versie van een film wordt uitgebracht: hoe zou die een halve eeuw na dato klinken? Toch is dat precies mijn reactie op de rerelease van The Conversation (1974) van Francis Ford Coppola. Het kan me zelfs minder schelen hoe het verhaal de tijd heeft doorstaan. Of de dialogen geen tenenkrommend terloops seksisme of racisme bevatten. En, ook niet onbelangrijk, of het tempo nog een beetje te doen is. Maar het geluid?
Toch is dat precies waar het in deze afluisterklassieker om draait. We beleven hem door de oren van surveillance-expert Harry Caul, die kennelijk iets te veel heeft gehoord. Wat precies, waarover: hij weet het niet echt. Alleen dat hij in problemen is. Caul gaat aan paranoia ten onder.
Te lang werd The Conversation gezien als een low-budget-tussendoortje dat Coppola tussen twee Godfather-films in regisseerde. En ik ga me zeker niet de toorn van de Godfather-fans op de hals halen, dat blijven geweldige films over familie, eer en macht. Maar The Conversation is in de loop der jaren relevanter geworden. Er is geen film die zo goed de tijdgeest wist te vatten én het huidige surveillancekapitalisme en de daarbij behorende politieke ideologie van wantrouwen voorspelde. Interessant is bovendien hoe hij daardoor ook inzicht geeft in onze overprikkelde tijden, waarin we tussen al het gekrakeel van stemmen nauwelijks meer horen wat iemand echt zegt.
Mono-track
Dat de oorspronkelijke mono-track van The Conversation zou worden aangepakt leek niet meer dan logisch, maar baarde me ook een beetje zorgen. Misschien was het destijds een noodoplossing: de meeste bioscopen hadden nog geen meersporengeluid. Maar het is daardoor ook een van de meest des-oriënterende films die ik ken. Hoe vallen wat je hoort en ziet uiteindelijk samen? Gelukkig heeft Coppola besloten het geluid wel op te schonen, maar niet te moderniseren. Dus zal de film voor een modern oor nog wel ongewoner klinken dan destijds. Tip voor als hij later ook voor thuiskijken beschikbaar komt: kijk en luister hem met een koptelefoon op – en je voelt je net een van de beveiligingsmannen uit de film.
Coppola kreeg het idee voor The Conversation (1974) halverwege de jaren zestig. Collega-regisseur Irving Kershner vertelde hem over destijds nieuwe richtmicrofoons waardoor het mogelijk werd een gesprek tussen mensen in een drukke ruimte af te luisteren. Het verhaal over een afluisterexpert die uit verschillende opnames een gesprek reconstrueert was geboren. Hoofdpersoon Harry Caul is een echte nerd, die zijn eigen apparatuur bouwt en niemand vertrouwt. Maar als hij iets hoort wat hij niet had mogen weten, staan er levens op het spel, ook het zijne.
The Conversation kwam uit op het hoogtepunt van het Watergateschandaal, een grootschalige politieke spionage- en sabotagecampagne van de Amerikaanse Republikeinse Partij die begin jaren zeventig de herverkiezing van president Richard Nixon wilde veiligstellen. Twee jaar nadat Nixon in augustus 1974 had moeten aftreden, werd dat allemaal uitgebreid gedocumenteerd in All the President’s Men van Alan J. Pakula. Waar die vertelde hoe onderzoeksjournalisten Carl Bernstein en Bob Woodward de zaak aan het rollen brachten, mat The Conversation de gevoelstemperatuur van die dagen.
Hoe klonk het ook alweer? Ik doe een experiment: eerst luister ik naar het begin van de film zonder te kijken. Ik hoor big band-muziek, maar wel héél ver weg. Een blaffende hond. Dan is de muziek weer weg, en is er een stem. Is het de zangstem, een preek, of een politieke speech? Opeens lijkt het net alsof er een sax in je oor tettert en hoor je verstoorde radiogeluiden. Het geluid komt steeds dichterbij. Een sirene in de verte. En weer dat zwalkende geluid van een slechte geluidsopname. Stemmen. Maar geen idee wat ze zeggen. Het klinkt als een koortsdroom.
Het is bijna onmogelijk het beroemde openingsshot van cameraman Haskell Wexler niet al voor m’n geestesoog te zien: de camera die als een vogel boven Union Square in San Francisco zweeft, dan die zoom, waardoor het lijkt alsof hij naar beneden duikt. Eén, nee twee, nee, drie honden. Welke blaft? Acteur Gene Hackman die Harry Caul speelt in zijn plastic grijze regenjasje: zo ziet anonimiteit eruit. De pantomime-artiest die nadoet hoe hij koffie drinkt. Zo onzichtbaar is hij dus toch niet. Mannen met oortjes. Meer luchtshots, nu met geluidsmensen die hoog op gebouwen zijn opgesteld. Het lijken wel sluipschutters.
Microfoontjes
De naam van geluidsman en editor Walter Murch op de titelrol is heel belangrijk. Hij zou mede dankzij deze film en Coppola’s Vietnamepos Apocalypse Now (1979), waarvoor hij opnieuw zowel geluid als montage deed, een van de meest toonaangevende editors in de filmgeschiedenis worden. Ter gelegenheid van de jubileum-restauratie van The Conversation vertelde Murch in interviews hoe ze het geluid ook echt hadden opgenomen zoals je in de film ziet. De acteurs droegen draadloze microfoontjes. Soms was de verstoring door omgevingsgeluid en radiogolven zo groot, dat ze echt niet te verstaan waren. De meeste figuranten van Cauls afluisterteam zijn echte geluidstechnici.
Dat was ook de reden waarom Coppola Murch vroeg voor de eindmontage. „Mijn hoofdpersoon is een geluidsman, jij bent een geluidsman, dus de ideale persoon om in zijn hoofd te kruipen”, zou hij gezegd hebben.
Vijftig jaar later heeft het beeld onze cultuur zo sterk overgenomen, dat we soms vergeten te luisteren. Dat zien we terug in een vernieuwde aandacht voor luisteren in de beeldende kunst en de filosofie. Deze zomer verscheen van filosoof Miriam Rasch het boek Luisteroefeningen, waarin ze de waarde van het luisteren in gepolariseerde tijden onderzoekt. Gek genoeg staat er niks over The Conversation in dat boek, terwijl die film zo duidelijk anticipeert op haar vragen over luisteren in het tijdperk van post-truth en gemanipuleerde, fake en door AI gegenereerde media. Uiteindelijk gaat het over de relatie tussen techniek en ethiek. Moet je alles wat je kunt horen ook wíllen horen? En wat als je per ongeluk iets hoort en niet alle puzzelstukjes hebt? Wat er gebeurt wanneer we te snel conclusies trekken, zien we elke dag om ons heen.