
Vijf weken geleden was Kilmar Armado Abrego Garcia (29) nog gewoon een metaalwerker uit Hillcrest Heights, een nieuwbouwwijkje in de staat Maryland, leunend tegen hoofdstad Washington. Hij woonde daar met zijn vrouw Jennifer Vasquez Sura, met wie hij een zoon van vijf heeft. Ook twee kinderen van Jennifer uit een eerdere relatie woonden bij hen in dat losstaande huis van twee verdiepingen, een van negen en een van tien jaar oud.
Op 12 maart dit jaar werd Abrego Garcia door de vreemdelingenpolitie aangehouden op de parkeerplaats van de Ikea in Baltimore. Een paar dagen later doken foto’s op van een kaalgeschoren man die, het hoofd omlaag, in wit katoenen ondergoed en met handboeien om, in een rij gevangenen zat in de CECOT-gevangenis in El Salvador – wel omschreven als ‘de hel op aarde’. Aan de tatoeages op zijn linkerarm herkende Jennifer Vasquez Sura haar echtgenoot. Hij was afgevoerd tijdens een campagne van de ‘massadeportaties’ die Donald Trump aan zijn kiezers had beloofd.
Sindsdien wordt dagelijks geprotesteerd over deze ene van de vele duizenden gedeporteerden, en bijna wekelijks geprocedeerd, tot aan het Hooggerechtshof aan toe. Want het enige recht dat Abrego Garcia in de VS had, was de uitspraak van een rechter uit 2019 dat de geboren Salvadoraan naar elk denkbaar land mocht worden uitgewezen, maar níet naar zijn moederland, want daar zou hij zijn leven niet zeker zijn.
Chicago Bulls
Op 28 maart van dat jaar was Abrego Garcia op zoek gegaan naar een baantje bij bouwmarkt Home Depot in Hyattsville, een half uurtje rijden van zijn huis. Hij zat er te kletsen met drie andere mannen toen de politie hen oppakte – zonder ook maar iets aan Abrego Garcia te vragen, aldus een verklaring van zijn advocaat.
Op het politiebureau vroegen rechercheurs hem of hij lid was van een bende. Toen hij dat ontkende, zeiden ze dat ze hem niet geloofden en dat hij zou worden vrijgelaten als hij informatie over andere bendeleden kon geven. De redenen waarom de politie meende met een bendelid te maken te hebben, volgens een zogenoemde ‘Gang Field Interview Sheet’ van de politie dat zijn advocaat onder ogen kreeg: Abrego Garcia droeg een petje en een capuchontrui met het logo van basketbalclub Chicago Bulls en een anonieme informant had hem aangemerkt als lid van de beruchte Midden-Amerikaanse bende MS-13. Preciezer: van de ‘Western Clique’, die opereert op Long Island, in de staat New York. Zijn advocaten wezen erop dat Abrego Garcia nooit in New York heeft gewoond. Dat miljoenen Amerikanen petjes en sweaters van de Chicago Bulls dragen. En dat Abrego Garcia in de VS nooit voor een misdrijf is veroordeeld.
Daarop begon een uitzettingsprocedure die leidde tot het gerechtelijk oordeel dat Abrego Garcia geen recht heeft op een verblijfsvergunning. Toen hij daarop asiel aanvroeg, werd dat afgewezen, omdat hij al te lang in de Verenigde Staten had gewoond zónder asiel aan te vragen. Het enige voordeel dat hij aan zijn procedure overhield, was de rechterlijke uitspraak dat de Amerikaanse regering hem niet mocht uitzetten naar El Salvador.
Afpersing
Tot zijn zestiende jaar leefde Abrego Garcia in El Salvador, in hoofdstad San Salvador. Zijn moeder dreef daar een zaak waar ze pupusa’s (deegsnacks) verkocht, tot ze werd afgeperst door een lokale bende. Eerst dreigden de gangsters haar oudste zoon in te lijven als ze hen geen afkoopsom betaalde. Toen de oudste zoon door de familie voor zijn veiligheid naar de VS was gestuurd, richtten de gangsters hun pijlen op de zestienjarige Kilmar. Ook hij werd noordwaarts gezonden.
Zo kwam hij in 2011 zonder papieren in de VS. Over de periode tot aan zijn arrestatie in 2019 zijn de advocaten en Amerikaanse media verder stil. Hij ontmoette in 2016 zijn latere vrouw Jennifer, aldus het tijdschrift Newsweek, en leefde sindsdien samen met haar en haar kinderen.
Sinds 2019 weet de Amerikaanse overheid dus dat Abrego Garcia ‘illegaal’ in de VS verbleef. Elk jaar meldde hij zich bij een kantoor van het ministerie van Binnenlandse Veiligheid om te laten weten waar hij zich bevond en dan kreeg hij een paraaf op zijn afsprakenkaart, gepubliceerd door Newsweek, en de datum voor een nieuwe afspraak. Die gedoogsituatie begon al in de eerste termijn van president Trump, die toen al massadeportaties had beloofd.
Zijn uitzetting maakte daar een ruw einde aan. Op 4 april oordeelde een rechter in Maryland dat de deportatie van Abrego Garcia in strijd was met de bepaling dat hij niet naar El Salvador mocht worden uitgezet, en dus in strijd met het recht. De Amerikaanse regering diende „mogelijk te maken en te bewerkstelligen” dat de man naar de VS zou terugkeren vóór middernacht, 7 april.
De regering ging in beroep en afgelopen week kwam het Hooggerechtshof met een uitspraak. Daarin werd de vloer aangeveegd met de argumenten van de regering-Trump. Die had in de procedure niet eens „een wettelijke basis aangedragen” voor de aanhouding van Abrego Garcia, voor zijn deportatie of voor zijn detentie in een Salvadoraanse terreurgevangenis. „Dat kon de regering ook niet”, schrijft het Hof, want er waren geen gronden voor.
Heeft de regering na deze uitspraak van de hoogste rechter haar fout snel geprobeerd goed te maken? Nee.
De regering heeft ook niet betwist dat het vonnis uit 2019 uitzetting naar El Salvador verbood. Voor de rechter wuifde de landsadvocaat de uitzetting – „een grove fout”, aldus het Hof – weg als „een onoplettendheid”. Het Hof droeg de regering op de vrijlating van Abrego Garcia wel „mogelijk te maken” en ervoor te zorgen dat zijn zaak zou worden behandeld alsof hij niet wederrechtelijk naar El Salvador was gedeporteerd.
Verpletterende overwinning
Heeft de regering na deze uitspraak van de hoogste rechter haar fout snel geprobeerd goed te maken? Nee. De uitspraak van het Hof werd op z’n kop gezet en door het Witte Huis gepresenteerd als een verpletterende overwinning. Het Hof vroeg zich namelijk ook af of de rechter in Maryland niet de bevoegdheid van de rechterlijke macht had overschreden, door de Staat op te dragen Abrego Garcia’s te ‘bewerkstelligen’ – de aarzeling zat ’m in dat ene woord.
Dat legde Stephen Miller, de architect van Trumps deportatiebeleid, tegenover journalisten aldus uit: „Het Hof is van oordeel dat de lagere rechter zijn bevoegdheden heeft overschreden.” Zonder verder in te gaan op de scherpe kritiek van het Hof.
Ook weersprak Miller ineens de eerder door verschillende woordvoerders toegegeven ‘onoplettendheid’ bij de deportatie van Abrego Garcia. „Hij is niet per abuis naar El Salvador gestuurd. Dit is de juiste man die naar de juiste plaats is gestuurd.”
Dinsdag sloeg de rechter uit Maryland terug. Zij wil bij de deportatie betrokken ambtenaren en bestuurders horen. Hoofdvraag: is de regering nog van plan haar vonnis, bekrachtigd door het Hof, uit te voeren of niet?
Als het bezoek van de Salvadoraanse president Nayib Bukele aan het Witte Huis, maandag, een indicatie is voor het antwoord, dan kan de rechter in Maryland zich opmaken voor een titanengevecht. Op de vraag van een journalist zei president Bukele lachend dat hij geen idee had hoe hij iemand terug zou moeten sturen naar de VS – laat staan een „terrorist”, zoals hij ineens de nooit aangeklaagde of veroordeelde gevangene betitelde. „Moet ik die soms naar binnen smokkelen?” Naast hem zat president Trump, een lachje om de lippen, te knikken bij de woorden die het lot van Albrego Garcia bezegelden.
