Adviesbureau BCG onder vuur na onthullingen over Gaza-project

Het gerenommeerde Amerikaans adviesbureau Boston Consulting Group is in opspraak geraakt na onthullingen over betrokkenheid bij een omstreden hulpproject in de Gazastrook. Dat meldt de Britse krant Financial Times vrijdag op basis van eigen onderzoek. BCG werkte niet alleen mee aan de oprichting van een Amerikaans-Israëlische hulporganisatie, maar maakte ook calculaties voor scenario’s waarin honderdduizenden Palestijnen Gaza zouden verlaten.

1
Wat is er aan de hand?

Het adviesbureau Boston Consulting Group (BCG) werkte maandenlang aan een kostenberekening voor het hervestigen van honderdduizenden Palestijnen uit de Gazastrook. Ook sloot het bureau een miljoenencontract af om te helpen bij het opzetten van de omstreden Amerikaans-Israëlische Gaza Humanitarian Foundation (GHF).

Volgens een scenario dat BCG in een intern model uitwerkte, zouden meer dan vijfhonderdduizend inwoners van Gaza het gebied kunnen verlaten met een zogenoemd ‘verhuispakket’ van 9.000 dollar (circa 7.642 euro) per persoon — in totaal zo’n 5 miljard dollar. BCG spreekt daarbij van „vrijwillige hervestiging”, maar het grootschalig verplaatsen van bevolkingsgroepen onder dwang of nood geldt als een vorm van etnische zuivering.

Het werk aan GHF en een betrokken beveiligingsbedrijf duurde zeven maanden en leverde BCG ruim 4 miljoen dollar op, aldus anonieme bronnen binnen het bedrijf tegenover de Financial Times. De rol van BCG was volgens de krant aanzienlijk groter dan het bedrijf zelf tot nu toe heeft erkend.

BCG heeft inmiddels afstand genomen van het project. In een verklaring meldt BCG dat een Amerikaans team onder leiding van twee managing directors/partners in oktober 2024 hebben geholpen om de hulporganisatie op te zetten. Hun werkzaamheden waren „ongeautoriseerd”. BCG wil „hiervan leren en waarborgen dat het niet nog een keer gebeurt”. Een extern advocatenkantoor onderzoekt de gang van zaken.

2
Waarom is de Gaza Humanitarian Foundation omstreden?

De Gaza Humanitarian Foundation (GHF) is een door de VS en Israël gesteund hulpproject dat sinds mei actief is in Gaza. De vier distributiepunten van GHF worden bewaakt door Israëlische militairen en Amerikaanse particuliere beveiligers. Sinds de oprichting zijn volgens gezondheidsinstanties en VN-bronnen meer dan vijfhonderd Palestijnen omgekomen terwijl zij probeerden voedsel te bemachtigen bij deze punten; duizenden anderen raakten gewond.

Meer dan honderddertig ngo’s, waaronder Amnesty International, Save the Children en Oxfam, eisen in een gezamenlijke verklaring de sluiting van GHF. De VN noemen het project een „militair instrument” dat fundamentele humanitaire principes schendt.

3
Wat is Boston Consulting Group?

Boston Consulting Group (BCG) is een van de invloedrijkste strategische adviesbureaus ter wereld en vormt samen met McKinsey & Company en Bain & Company de zogeheten ‘Big Three’. Het Amerikaanse bedrijf werd opgericht in 1963 en groeide uit tot een dominante speler in het internationale managementadvies. BCG telt ruim 36.000 medewerkers, is actief in 45 landen en behaalde in 2024 een omzet van circa 12 miljard dollar (ruim 10 miljard euro).

BCG verwierf bekendheid als pionier in bedrijfsstrategie. Oprichter Bruce Henderson introduceerde in de jaren zestig het model van de ‘growth share matrix’, Iedereen die ooit een marketingboek heeft bestudeerd, is de BCG-matrix tegengekomen. Consultants bedachten dit schema met vier vlakken om bedrijven te helpen beslissen hoe ze het geld over activiteiten moeten verdelen, waarin bedrijfsactiviteiten worden onderverdeeld in categorieën als ‘cash cow’ en ‘question mark’.

Tegenwoordig adviseert BCG overheden, bedrijven en internationale organisaties op terreinen als digitale transformatie, fusies, duurzaamheid en geopolitieke risico’s. In veel gevallen nemen consultants tijdelijk een sleutelrol in binnen een organisatie: zij doen onderzoek, rekenen scenario’s door of helpen bij het opzetten van nieuwe structuren, zoals GHF in Gaza.

4
Waarom huren overheden adviesbureaus als BCG in?

Overheden doen in toenemende mate een beroep op externe consultants, mede omdat zij interne expertise hebben wegbezuinigd. Dat maakt ministeries afhankelijk van commerciële partijen als BCG, Deloitte en McKinsey, zelfs voor fundamenteel beleid.

De Italiaans-Amerikaanse hoogleraar Mariana Mazzucato waarschuwt in haar boek The Big Con voor de afhankelijkheid van overheden van consultants. Ze sprak eerder in NRC van „uitgeholde, risicoaverse en geïnfantiliseerde” staten die fundamentele beleidskennis hebben afgestoten – en daardoor nu structureel externe bureaus inhuren voor taken die ooit in huis werden uitgevoerd. Volgens de Financial Times kiezen overheden desondanks bewust voor adviesbureaus, omdat die zouden beschikken over „een groter bereik” dan de eigen ambtelijke dienst, die vaak slechts uit enkele tientallen medewerkers bestaat.

Adviesbureaus zijn ook invloedrijk achter de schermen van de politiek. Bekende Nederlandse bestuurders als Wopke Hoekstra (CDA, voormalig minister van Financiën en nu Eurocommissaris) en Wiebe Draijer (voormalig topman van Rabobank) begonnen hun loopbaan bij McKinsey.

5
Zijn adviesbureaus eerder in opspraak geraakt?

Ja, adviesbureaus zijn vaker onderwerp van controverse geweest. Zo gaf BCG in 2024 toe dat medewerkers op het Lisbona-kantoor steekpenningen hadden betaald om opdrachten binnen te halen in Angola. Het bedrijf meldde dit zelf bij het Amerikaanse ministerie van Justitie en schikte voor 14,4 miljoen dollar.

Een ander bekend voorbeeld is McKinsey, dat een centrale rol speelde in de Amerikaanse opioïdencrisis. Het bureau adviseerde farmaceutische bedrijven – waaronder Purdue Pharma, de producent van OxyContin – over hoe zij de verkoop van verslavende pijnstillers konden verhogen. Die strategieën droegen bij aan een volksgezondheidscrisis die honderdduizenden Amerikanen het leven kostte. McKinsey schikte uiteindelijk voor meer dan 800 miljoen dollar (zo’n 679 miljoen euro) met Amerikaanse autoriteiten.

Daarnaast kwam het bureau in opspraak omdat het in Australië meeschreef aan klimaatbeleid, terwijl het tegelijkertijd tientallen vervuilende bedrijven in de olie- en mijnbouwsector als klant had. In het Verenigd Koninkrijk werkten consultants van KPMG aan belastingregels, waar ze later reclame mee maakten.