N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Rechtbank De advocaat-generaal heeft de Hoge Raad geadviseerd de veroordeling van fiscalist Ernest Louwes in de Deventer Moordzaak niet te herzien. Een herzieningsverzoek van advocaat Knoops levert volgens de advocaat-generaal geen nieuw feit op.
Recherche doet in 2006 onderzoek onder het graf van de in 1999 vermoorde weduwe Wittenberg. Foto Rob Voss/ANP
De zaak die draait om de dood van weduwe Jacqueline Wittenberg (60) in 1999, ook wel bekend als de Deventer moordzaak, hoeft niet opnieuw te worden bekeken. Dit adviseert de advocaat-generaal aan de Hoge Raad. Haar financieel adviseur Ernest Louwes werd in de zaak veroordeeld tot twaalf jaar cel.
Louwes werd eerst vrijgesproken en daarna in 2001 alsnog veroordeeld voor de moord op de weduwe. In 2003 werd de zaak door de Hoge Raad terugverwezen na een eerste herzieningsverzoek, nadat gebleken was dat politie en justitie grote fouten hadden gemaakt en belangrijke informatie was achtergehouden.
In 2004 werd Louwes tijdens een nieuw proces bij het gerechtshof in Den Bosch op basis van dna-bewijs alsnog veroordeeld. Het genetisch bewijs werd in bloed en aanraaksporen van Louwes gevonden op de niet eerder op dna onderzochte blouse van de vermoorde weduwe.
Maurice de Hond
Ook dat bewijs kwam publiekelijk ter discussie te staan door onderzoek van opiniepeiler Maurice de Hond, die met veel media-aandacht een ander als moordenaar aanwees.
Het leidde tot een tweede herzieningsverzoek, dat in 2008 door de Hoge Raad werd afgewezen.
Op verzoek van advocaat Geert-Jan Knoops begon de advocaat-generaal bij de Hoge Raad in 2014 toch weer een nieuw onderzoek, vanwege aanhoudende vragen en nieuwe wetgeving die mogelijkheid voor herzieningen bood. Daarin stonden dezelfde principiële vragen centraal die al sinds de veroordeling spelen: de vraag hoe waarschijnlijk het is dat Louwes vlak voor de moord een telefoongesprek voerde op grote afstand van de weduwe terwijl een zendmast hem in de omgeving van de plaats delict plaatste; en de vraag hoe betrouwbaar het dna-bewijs is aangezien de blouse waarop het aangetroffen werd, niet conform de voorschriften was opgeslagen.
Volgens de advocaat-generaal, die in mei al bekendmaakte dat hij na zijn onderzoek van de afgelopen acht jaar niet tot herziening adviseerde, heeft Knoops in het derde herzieningsverzoek ook geen argumenten aangevoerd die tot heropening moeten leiden. In de regel worden de adviezen van de advocaat-generaal gevolgd. De Hoge Raad komt 19 december met het eindoordeel.
Sommige CDA’ers kunnen het nauwelijks geloven: Hein Pieper, terug bij hun partij? Pieper, lange tijd CDA’er, kort Kamerlid geweest, voorzitter van het CDA Overijssel in de tijd dat die provincie nog een CDA-bolwerk mocht heten, al met al een échte CDA’er, één van hen, was twee jaar geleden plots overgestapt naar Nieuw Sociaal Contract.
Sterker: hij had die partij helpen oprichten en werd de eerste partijvoorzitter. Hij was, zo praatten CDA’ers er in die tijd over, overgelopen naar Pieter Omtzigt, die ook al bij het CDA weg was gegaan. Zelfs toen Pieper na een klacht over een oud arbeidsgeschil opstapte als partijvoorzitter van NSC, zei hij partijlid te blijven.
Maar nu is hij dus terug bij het CDA. Hij werkte de afgelopen tijd al mee als redacteur aan Christen Democratische Verkenningen, het tijdschrift van het wetenschappelijk instituut van die partij. En hij overweegt een hernieuwd lidmaatschap, zo laat hij aan NRC weten via een woordvoerder van het CDA. Zelf wil Pieper geen toelichting geven.
Zijn terugkeer staat symbool voor wat het CDA de afgelopen maanden meemaakte. Na de Tweede Kamerverkiezingen van 2023 hield de partij vijf Kamerzetels over: een absoluut dieptepunt. Nu, anderhalf jaar later, staat de partij virtueel op zo’n 18 zetels en wordt Henri Bontenbal van alle partijleiders het best beoordeeld door kiezers.
Wat is er in het CDA gebeurd?
Twee keer Brabant
„Ik vind dit de mooiste tijd voor het CDA, ever”, zegt Henri Bontenbal. Het is eind maart, hij staat op een laag podium in een zaaltje in Roosendaal, Brabant. De aanwezigen, veel CDA’ers, maar lang niet allemaal, hebben dan al een hele tijd aandachtig naar hem geluisterd, vragen gesteld. Ze zijn ook complimenteus geweest. Hij heeft gehoord dat de energie er bij hem „vanaf spat”. Iemand heeft gezegd: „Ik ben weer tróts om CDA’er te zijn.”
Bontenbal, spijkerbroek, jasje, geen stropdas, hoort het aan, vouwt zijn handen ineen, maakt een kleine buiging.
Bijna twee jaar eerder, ook in een volle zaal in Brabant, was het Pieter Heerma die tegenover CDA’ers stond. Het kabinet-Rutte IV regeerde, verkiezingen leken ver weg en met het CDA ging het slecht. Henri Bontenbal was nog geen partijleider, maar gewoon Kamerlid.
Heerma, toen fractievoorzitter, ging het land door, alle provincies langs, om het nieuwe verhaal van het CDA te vertellen. Hij wilde het anders doen, de boel opschudden. Niet de zoveelste presentatie geven, waar de zaal dan naar moest luisteren. In plaats daarvan had hij een map samengesteld op zijn laptop, met grafieken, kaarten van Nederland die wat zeggen over hoe het met het land gaat. Over onderadvisering, woningtekort, arbeidsintensiviteit, gebruik van medicatie. Naar gelang de vragen van de zaal, haalde hij de data erbij. Hij wilde het hebben over zijn plannen voor Nederland.
Maar of de zaal dat ook wilde?
Iedere sessie eindigde steevast in vragen over gedoe in het CDA, het voortbestaan van de partij, er was ongenoegen, er waren zorgen. En dáár had Heerma geen plaatjes bij. Alles wat hij zei, leek voor de zaal niet goed genoeg.
In het Brabantse zaaltje van Bontenbal gaat het er in maart anders aan toe. Er is niemand die begint over gedoe, dat is er niet. En Bontenbal lijkt niets verkeerds te kunnen zeggen. Hij is het oneens met de meeste vragenstellers in de zaal. „Ik heb de neiging om een stukje met u mee te gaan, maar ik hoor ook een stemmetje in mijn achterhoofd dat zegt dat ik moet tegenduwen”, zegt hij dan bijvoorbeeld. Niemand die het erg lijkt te vinden. Na afloop vormt zich een lange rij: bijna iedereen wil op de foto.
Wie kent Bontenbal?
Toen Bontenbal in de zomer van 2023 werd gepresenteerd als lijsttrekker van het CDA, was het maar de vraag of die partij na de verkiezingen van november nog zou bestaan. Kiezers moesten niets van het CDA hebben, de partij werd geassocieerd met ruzie, gedoe, neergang. Was Pieter Omtzigt eerder al opgestapt, nu zou hij met een eigen partij komen. De ene na de andere CDA’er ging met hem mee. Een andere bekende CDA’er, Mona Keijzer, was premierskandidaat voor de BBB. Beiden waren drie jaar eerder nog kandidaat-lijsttrekker voor het CDA geweest, nu moesten ze niets meer van die partij hebben.
En wie wist nou wie Henri Bontenbal was?
De Rotterdammer was adviseur geweest bij een netbeheerder, en was nog maar kort klimaatwoordvoerder voor het CDA in de Tweede Kamer.
Onafwendbaar zetelverlies
In het CDA hadden ze zich neergelegd bij onafwendbare zetelverlies. In interviews noemde Bontenbal de verkiezingen een „tussenstation”, iets waar de partij even doorheen zou moeten.
„Ik weet dat ik in een underdogpositie zit, dat ik van ver moet komen”, zei hij in die tijd in NRC. „Ik denk echt dat wij terug kunnen komen.” Hij wilde de partij terug naar het midden brengen. Wat hij bedoelde: zijn voorgangers waren te rechts-conservatief geweest.
Lees ook
‘Hoeveel lijsttrekkers durven eerlijk te zijn over het verleden? Ik probeer dat’
Het CDA doet daarna twee dingen: Bontenbal is overál te zien, in talkshows, tv-programma’s, kranten. En hij krijgt ruimte om te werken aan een inhoudelijk verhaal, dat hij oefent tijdens lezingen in het hele land. Waar reageert de zaal op, en hoe dan? Bontenbal heeft het vaak over de „verantwoordelijke samenleving”, die niet alleen kan steunen op politiek of bedrijfsleven voor oplossingen, over normen en waarden. Hij houdt een reeks voordrachten onder de noemer ‘naar een fatsoenlijk land’.
Bontenbal, en daarmee het CDA, kiest daarmee voor een onderwerp dat kiezers, zo blijkt uit kiezersonderzoek, ondanks alles zijn blijven associëren met die partij: normen en waarden, gemeenschapszin.
Begin april houdt hij twee lezingen in één week. In één daarvan, de Kerdijklezing, begint hij weer over de verantwoordelijke samenleving. Hij herhaalt het pleidooi dat hij ook al deed in het zaaltje in Brabant: de overheid moet eerlijker zijn over keuzes die het maakt, en ook over dat niet alles binnen de kortste keren kan worden opgelost.
In zijn betoog klinkt nog een echo van zijn optreden in Brabant. De overheid zou zich volgens hem moeten richten op de eigen kerntaken. „Dat betekent ook dat we ons als politici moeten matigen. Want als er iets is dat de politiek niet lijkt te kunnen, is het ‘nee’ zeggen.”
De lezingen van Bontenbal worden goed bezocht, maar het zijn de nooit de grootste zalen. Ze worden maar matig teruggekeken op sociale media. Maar voor Bontenbal doet dat er niet toe, het is voor hem een manier om zijn verhaal aan te scherpen, om iets te hebben om op terug te kunnen vallen als hij zijn inbreng schrijft voor Kamerdebatten, als hij vragen moet beantwoorden voor zaaltjes en in de eerstvolgende verkiezingscampagne. Het geeft hem grond om de partij te vormen.
In januari van dit jaar neemt het CDA een nieuw standpunt in over een landelijk vuurwerkverbod. De partij was altijd tegen, maar pleit nu voor. In een verklaring op de website komen alle termen terug die Bontenbal sinds zijn aantreden belangrijk maakt in het verhaal voor het CDA: de politiek heeft de taak om „normen te stellen”, de samenleving draagt „de verantwoordelijkheid” voor een „fatsoenlijke” jaarwisseling.
Hoewel er in de partij wordt gerekend op kritische geluiden vanuit de achterban, blijven die uit.
Dat gebeurt weer als Henri Bontenbal in maart van dit jaar de deur voorzichtig op een kier zet voor gemeenschappelijke Europese schulden, om de Europese defensie te versterken. De partij is daar altijd op tegen geweest. Tot verbazing van de CDA-top lijkt het de achterban niet uit te maken dat hun partijleider het kabinet ruimte lijkt te willen geven. Het blijft nagenoeg stil.
Bontenbal boven verhaal
Dat het CDA het in de peilingen al lange tijd goed doet, zegt Peter Kanne van onderzoeksbureau Ipsos I&O, komt voor een belangrijk deel door Henri Bontenbal. Hij is de meest gewaardeerde politicus, kiezers van bijna alle partijen geven hem een voldoende.
„Meestal zeggen kiezers dat ze vanwege de inhoud op een partij stemmen”, zegt Kanne. „59 procent zegt dat bijvoorbeeld te doen vanwege de standpunten van een partij, 43 procent vanwege de ideologie.” Bij het CDA is dat aanzienlijk minder. Van de kiezers die zeggen bij de eerstvolgende Tweede Kamerverkiezingen op het CDA te zullen stemmen, zegt maar 42 procent dat te doen vanwege de standpunten, en maar 29 procent vanwege de ideologie. Maar liefst 63 procent zegt dat te willen doen vanwege Bontenbal. „Dat percentage is bij geen enkele andere partij zo hoog”, aldus Kanne.
„Bontenbal wordt geroemd omdat hij een constructieve houding heeft, vanuit de oppositie”, zegt Kanne. „Anders dan andere oppositieleiders, op links, hoor je hem niet snel zeggen dat dit kabinet moet vertrekken. Hij stelt zich constructief op, en dat wordt gewaardeerd door kiezers.”
Een opmerkelijke uitkomst van zijn kiezersonderzoek is dat ongeveer de helft van de mensen die zegt op het CDA te willen stemmen, dat doet omdat het CDA zou zorgen voor een stabiel bestuur van Nederland. „Het CDA is voor rechtse kiezers die teleurgesteld zijn in het kabinet het enige alternatief”, aldus Kanne. „Vor een deel gaan die naar coalitiepartij VVD, maar als ze het kabinet willen afstraffen, moeten ze naar het CDA. De afstand tussen die partij en de regeringspartijen is ideologisch het kleinst.”
Toch ziet Kanne ook een risico voor de christendemocraten. „Bontenbal is maar bij tweederde van de Nederlanders bekend. Zijn bekendheid onder vijftig-minners is laag, en het allerlaagst onder jongeren.” Bovendien is Bontenbal nog niet getest. Kanne vergelijkt hem met Pieter Omtzigt in de tijd dat hij net weg was gegaan bij het CDA. „Hij leek aanvankelijk niets verkeerd te kunnen doen. Tot zijn politieke tegenstanders hem begonnen uit te dagen, hij bleek veel conservatiever te zijn dan kiezers aanvankelijk dachten. Die haakten daardoor af.”
Mildheid en irritatie
In de kiezersonderzoeken van Ipsos I&O wint het CDA de meeste stemmen terug van NSC, ongeveer een derde van de mensen die in 2023 nog op de partij van Pieter Omtzigt stemde, zegt dat nu op het CDA te willen doen.
In het CDA wordt daar wisselend op gereageerd.
Voor een deel is er mildheid en begrip: sommige CDA’ers hadden jaren keihard gewerkt, in afdelingen door het hele land, maar waren genegeerd door de landelijke top. Zij werden geconfronteerd met boze kiezers, die niets snapten van waar het CDA in Den Haag mee bezig was. Ze konden dat ook steeds moeilijker uitleggen. Dat zíj wegliepen, klinkt in het CDA, was nog wel voorstelbaar.
Maar er is ook irritatie over spijtoptanten die publiekelijk afstand hadden genomen van het CDA, de partij de rug toe hadden gekeerd, toen het CDA er zó slecht voor stond dat ze dreigden te verdwijnen, die hun heil waren gaan zoeken bij BBB en NSC en dingen hadden gezegd als: ‘de christendemocratie is dáár in betere handen’.
Ook zij proosten nu weer mee op partijborrels van het CDA.
Ik was veertien en zat in de Octopus op de kermis, met naast mij een vriendin. Het was januari, onze neuzen waren rood, onze door suikerspin plakkerige handen hadden we om de koude stang gevouwen. We zwiepten omhoog en omlaag, kantelden schuin, schoven naar elkaar toe naar de zijkant van het bakje, en weer terug naar het midden. De Octopus ging steeds harder, er loeide een toeter, piewwaaaaaaaa, door de microfoon klonk ‘l-l-laatste ronde.’ De G-krachten drukten ons nog dichter tegen elkaar. Ik kon de sproeten op haar neus tellen. Ze lachte, ik lachte, ik legde mijn hoofd op haar schouder.
En toen werd ik door de vaart, de vriendschap, de hormonen, plotseling overstroomd door een absolute zekerheid. Ik schreeuwde in haar oor: ‘Dit moment gaan we nooit vergeten. En we spreken af dat we precies blijven wie we nu zijn!’ ‘Oké,’ schreeuwde ze terug, omdat pubers nou eenmaal oké zeggen op alle idiote dingen.
De omstandigheden van dat moment heb ik tot in detail onthouden, omdat ik nog steeds vind dat ik daar, hoog boven de Grote Markt, iets waarachtigs ervoer. Waarschijnlijk begreep ik daar voor het eerst dat je zelf de betekenis van je levensverhaal moet forceren, en besloot daarom dat het mijn specifieke lotsbestemming zou zijn om me vast te klampen aan mijn ideeën voor een rechtvaardige wereld.
Ik heb dat principiële nog best een poosje volgehouden. Nepotisme, seksisme, oneigenlijke zelfverrijking, pragmatisme, ander slap gedoe: ik legde me er niet bij neer. Ik was volledig uit rechtvaardigheid (en af en toe een lekker kippenpootje) opgetrokken.
Dan maar constant ruzie en reuring. Lekker alle corrupte, hebberige, hypocriete zielen opjagen. Ik zou niet zwichten voor kruiperigheid en strategisch denken, en zo mezelf geld, grip en gemak verschaffen.
Maar ik werd moe. Ik kwam erachter dat ik het niet ging winnen van de wereld. En ik ervoer weerzin. Ik wilde niet langer van buiten naar binnen trappen, maar samen zijn met anderen. Langer nadenken. Mooiere dingen maken. Want iedereen die na een bepaalde leeftijd nog krijsend van verontwaardiging en oppervlakkige bewijsdrang door het leven gaat, riskeert een serieuze vorm van gekte, of een hunkering naar erkenning die zo onvervulbaar is, dat je alles om je heen meesleurt in je woeste golven.
En toch verbaast het me hoe weinig verzet er in deze tijd bestaat tegen de leegheid en hebzucht van onze samenleving. Waarom ik zo weinig mensen met invloed zie die het risico nemen uitgesloten te worden, omdat ze werkelijk prikken waar het pijn doet. Er is waarschijnlijk te veel angst voor de toekomst. Er is de continue en vernietigende vergelijking met anderen, via social media. Er is de nadruk op het verkrijgen en behouden van jeugd en eindeloze welvaart. Persoonlijke voorkeuren en liefhebberijen worden steeds minder weird, omdat ze vooral als sociaal kapitaal inzetbaar moeten zijn. Activisme is evengoed vaak matig vermomd sociaal kapitaal. En: mensen hebben nooit genoeg geld. Er kan altijd nog wat bij en het is, als je een podium hebt, makkelijk te verkrijgen. Maak gewoon reclame en deel jezelf in compartimenten op. De rechtvaardige, de kunstenaar en de graaier leven tegenwoordig in één lichaam.
Zo is ‘principes hebben’ volledig verdwenen uit ons raamwerk van goede eigenschappen. In plaats daarvan zijn we collectief aan het hustlen geslagen, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat.
Mijn puber-ik draait ondertussen rondjes in de Octopus, schreeuwend naar beneden, waar mijn grote zelf in de rij staat voor de grijpautomaat: hebberig, gretig, in trance.
Heel soms kijk ik naar boven, schuldig, en dan zwaai ik even. Ze zwaait niet vaak meer terug, niet meer.
Sarah Sluimer schrijft elke week een column. Ze is de auteur van boeken, essays en toneelstukken.
Op het moment dat ik dit schrijf escaleert de gezellige handelsoorlog tussen de VS en China. Nu hebben beide partijen het over importheffingen van 125 procent, maar als u dit leest staat de teller waarschijnlijk al op 200. Of hoger. In Beijing wordt ondertussen keihard gelachen om het feit dat Trump fabrieken voor iPhones naar zijn land wil halen. Volgens de Chinezen zijn de Amerikanen te lui en te verwend voor dit soort rotwerk. Daarbij hebben ze veel te vette vingers om een mobieltje in elkaar te priegelen. Maar misschien gooit oom Donald de Mexicaanse grens weer open en stromen de arme sloebers uit Mexico, Venezuela en andere wanhopige landen binnenkort de VS weer binnen om dit soort kloteklusjes te gaan klaren. Die zijn daar dan opeens weer meer dan welkom. De grillige Amerikaanse president doet absoluut niet moeilijk over zo’n draai.
Inmiddels heeft zijn fijnzinnige vicepresident JD Vance de Chinezen uitgemaakt voor „peasants” en daarmee bedoelt hij eigenlijk dat ze domme boeren zijn. Dat is in China en bij Caroline van der Plas en Yvon Jaspers uiteraard verkeerd gevallen. Dit brengt de Derde Wereldoorlog alleen maar dichterbij. Het lijkt me namelijk hèt moment voor Xi om Taiwan in te pikken en als dat gebeurt komen de Amerikanen onmiddellijk die kant uit. Dat hebben ze de Taiwanezen ooit beloofd. Of denkt Trump dat dit een mooi moment is om Groenland te confisqueren en het door de Chinezen geclaimde eilandje lekker te laten barsten? Net als Oekraïne. Ik vind dit persoonlijk geen onlogische gedachte.
Mijn gevoel zegt me dat ik dit soort stevige meninkjes best wel ergens op de Nederlandse televisie kwijt kan. Zeker nu de enige serieuze omroep door een zwakzinnige cultuurminister gesloopt gaat worden. Ik ga dan vrolijk uitleggen dat de Republikeinse Partij een soort LPF is geworden. Niet alleen Vance scheldt, maar ook Musk gaat als een gek tekeer. Misschien was hij een beetje chagrijnig omdat hij deze week 35 miljard lichter is geworden. Hoewel ik ook weer ergens las dat deze gestoorde motorzager dat bedrag juist rijker is geworden. Het is maar net welke website je volgt. Onze eloquente Elon heeft in elk geval flink lopen schreeuwen. Niet alleen de vertrokken adverteerders op X heeft hij „fuck yourself” gewenst, maar ook partijgenoot Navarro is door hem voor „idioot” en „een domme zak stenen” uitgemaakt. Peter Navarro is een van de belangrijkste handelsadviseurs van het Witte Huis en schijnt ook een zak te zijn.
Musk was misschien een beetje chagrijnig omdat zijn veertiende kind een huilbaby is en hem ’s nachts uit zijn slaap houdt.
Misschien is het ook handig als ik overtuigd vertel dat de lage Russische olieprijs het einde van de oorlog in Oekraïne betekent. Poetins geld is namelijk op. Ondanks de Russische schaduwvloot aan tankers die over de oceanen doolt om overal en nergens zijn illegale olie te lozen. Misschien kan ik daaraan toevoegen dat ze op de terugweg vaak internetkabels op diverse zeebodems kapottrekken en bananen voor Albert Heijn vervoeren. Gewoon een leuk fantasietje. En ik leg dan ook meteen uit dat de boekhouding van dit soort maffiose olievervoerders wordt bijgehouden op de Amsterdamse Zuidas. Ook wel de Zuidkas genoemd. Dat gebeurt door advocaten die hun gedeukte en besmeurde Tesla’s alleen nog aan de straatstenen kwijt kunnen. Over dit soort kantoren worden uiteraard geen Kamervragen gesteld. Dit ligt te gevoelig. Voor wie? Goeie vraag.
U leest het goed: dit is een open sollicitatie om een van de deskundige babbelaars aan een van de Nederlandse keuvelshowtafels te worden. Nu mijn karige pensioentje deze week voor een groot deel verdampt is op de Amsterdamse Effectenbeurs kan ik wel een extraatje gebruiken.
Of ik deskundig genoeg ben? Absoluut. Gewoon lekker zitten tussen Jort, Angela en andere vaste tv-klevers. En met grote overtuiging meepraten. Niet haperen, niet stilvallen, niet twijfelen, vooral heel zeker kijken en net doen of je naar de andere gasten luistert. En dat een keer of vier per week. Zonder lachband.