De opvang van derdelanders uit Oekraïne – mensen die tijdens de Russische inval in Oekraïne een tijdelijke verblijfsvergunning hadden – hoeft niet net zo lang te duren als die van Oekraïense ontheemden. Dat blijkt dinsdag uit een onafhankelijk advies van de advocaat-generaal van het Europese Hof van Justitie in Luxemburg. Hieruit valt op te maken dat in elk geval de advocaat-generaal het Nederlandse beleid ten aanzien van derdelanders als rechtmatig beoordeelt.
In Nederland is juridische discussie ontstaan over de reikwijdte van de tijdelijke beschermingsrichtlijn, die kort na de Russische invasie in Oekraïne door de Europese Unie werd geactiveerd. Toenmalig staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel, VVD) besloot in maart 2022 dat niet alleen Oekraïense ontheemden recht hebben op opvang en andere voorzieningen, maar óók derdelanders. Deze ruimhartige toepassing van de Europese richtlijn werd ook gekozen door Finland, Spanje en Ierland.
Specifiek gaat het om mensen die vóór 19 juli 2022 naar Nederland zijn gekomen. In eerste instantie ging het om ongeveer 5.000 derdelanders, maar dit aantal was dit voorjaar al geslonken tot 2.400. Zij mogen in afwachting van de definitieve uitspraak van het Hof in de Oekraïne-opvang blijven.
De Raad van State oordeelde eerder dit jaar dat de bescherming van deze derdelanders op 4 maart dit jaar mocht vervallen. De juridische discussie was hiermee niet afgesloten, omdat rechtbanken in Haarlem, Den Bosch en Roermond de beschermingsrichtlijn op een andere manier bleven uitleggen. Reden voor de rechtbank Amsterdam en de Raad van State om aanvullende vragen aan het Hof van Justitie in Luxemburg te stellen.
Voorschot op uitspraak
Volgens de advocaat-generaal mag een lidstaat die voor een ruime toepassing van de beschermingsrichtlijn kiest, zelf beslissen over het moment dat de bescherming voor een aanvullende groep mensen stopt. Wel moet er rekening worden gehouden met juridische principes als rechtszekerheid en het vertrouwensbeginsel. Praktisch betekent dit dat er geen „concrete en ondubbelzinnige toezeggingen” moeten zijn gedaan over de tijdelijke bescherming van derdelanders.
Het Hof van Justitie houdt zich bezig met eenduidige interpretatie en naleving van EU-recht door alle lidstaten. Het advies van dinsdag is een voorschot op de uiteindelijke uitspraak van het Hof. Adviezen van de advocaat-generaal zijn het resultaat van uitgebreid en diepgravend juridisch onderzoek, en worden daarom als zwaarwegend gezien. Uiteindelijk is het aan de rechters hoe ze de prejudiciële vragen beantwoorden. Het definitieve vonnis wordt binnenkort verwacht.
Lees ook
Gemeenten: snel plan nodig voor 4.900 ‘derdelanders’ uit Oekraïne
De eerste vergadering is nog maar net geweest, maar de nieuwe Taskforce Antisemitismebestrijding van het ministerie van Justitie trekt nu al vuur. Activisten en critici van Israël maken bezwaar tegen de „eenzijdige” samenstelling van de groep, en de rol van enkele leden.
Zij vrezen gelijkstelling van protesten tegen de oorlog in Gaza met antisemitisme en een chilling effect op demonstraties aan universiteiten, zoals is gebeurd in Amerika. Ook maken ze bezwaar tegen wat zij zien als pro-Israëlische vooringenomenheid van organisaties die zijn vertegenwoordigd in de Taskforce.
Een van de leden, Mirjam van Praag, hoogleraar ondernemerschap aan de Vrije Universiteit Amsterdam, maakte kort na haar toetreden tot de Taskforce bekend dat zij komend jaar ook gasthoogleraar wordt aan de Universiteit van Tel Aviv, waar ze in de jaren negentig studeerde. In NRC hekelde Van Praag eerder de „onveilige situatie” voor Joodse studenten aan Nederlandse universiteiten.
Op sociale media wekte haar nevenfunctie verbazing. De universiteit van Tel Aviv (TAU) is een van de instellingen die aan Nederlandse universiteiten nu omstreden zijn. Commissies van de universiteiten van Tilburg en Nijmegen hebben geadviseerd de samenwerking met Tel Aviv te bevriezen omdat de instelling nauwe banden heeft met de Israëlische defensie. De besturen van de universiteiten moeten daar binnenkort een besluit over nemen.
Opstappen
De nevenfunctie van Van Praag „lijkt me een goed moment om uit de Taskforce te stappen”, meent communicatieadviseur Wim Datema op LinkedIn. Hij is van het Utrechtse burgerinitiatief New Neighbours, dat zich inzet voor mensenrechten en onder meer betrokken was bij sit-ins tegen de Gaza-oorlog.
Justitie laat in een reactie weten dat het de leden van de Taskforce „vrij staat om naast hun rol in de taskforce ook andere nevenfuncties te bekleden”. Van Praag zelf verwijst naar de voorzitter, die verwijst naar het antwoord van de minister.
Haar nevenfunctie staat volgens het ministerie het werk voor de Taskforce niet in de weg: die „adviseert of besluit niet over de samenwerking van Nederlandse universiteiten met Israëlische instellingen. Ook binnen de reikwijdte van de Taskforce is van het beoordelen van universiteiten geen sprake”, aldus het departement. Voorstellen moeten gericht zijn „op de sector als geheel en niet per individuele instelling”.
Niettemin maken docenten die kritiek uiten op de oorlog in Gaza zich zorgen. „Het CJO en het CIDI hebben zich heel negatief uitgelaten over universiteiten die kritisch zijn over Israël”, zegt rechtssocioloog Jeff Handmaker, hooddocent aan de Eramus Universiteit en geregeld in de media bij acties over Gaza. Handmaker vreest dat kritiek op Israël door de Taskforce wordt bestempeld tot antisemitisme, schreef hij deze week in een opiniestuk in Trouw. „Net als in andere landen kan een taskforce antisemitismebestrijding alleen maar een bedreiging voor essentiële democratische vrijheden betekenen”, aldus Handmaker en filosoof Anya Topolski van de Radboud Universiteit Nijmegen.
Samenwerking verbreken
De Taskforce, begin dit jaar ingesteld door minister Van Weel (Justitie en Veiligheid, VVD), is een reactie op een reeks van demonstraties in universiteitssteden en sit-ins op NS-stations sinds het begin van de oorlog in oktober 2023. Studenten en docenten aan universiteiten eisen dat hun instellingen de samenwerking met Israëlische partners verbreken.
Onder voorzitterschap van Jaap Smit, oud-commissaris van de koning in Zuid-Holland, moet de Taskforce binnen een jaar „gerichte voorstellen” doen voor de veiligheid van Joodse studenten, over „het weren van antisemitische sprekers” in het hoger onderwijs en over protesten „op ov-stations”.
New Neighbours, in Utrecht mede betrokken bij sit-ins, heeft bezwaar gemaakt tegen de deelname van NS-president-directeur Wouter Koolmees aan de Taskforce. Dat „stigmatiseert rechtmatig protest”, vinden zij, omdat het een relatie legt tussen de sit-ins en antisemitisme. Volgens de groep is antisemitisme bij de sit-ins „een absolute no-go”.
Voorzitter Chanan Hertzberger van het Centraal Joods Overleg (CJO), die ook is benoemd in de Taskforce, protesteerde na een sit-in eind 2023 bij burgemeester Sharon Dijksma (PvdA) van Utrecht tegen de „antisemitische wanvertoning” op het station Utrecht Centraal.
Een woordvoerder van de NS laat weten dat de brief van New Neighbours aan Koolmees „in goede orde is ontvangen” en dat „een nette brief is teruggestuurd, waarin een aantal aantijgingen zijn verworpen”. De organisatie wil met de groep in gesprek gaan, aldus de woordvoerder.
Burgemeester Dijksma heeft de gemeenteraad begin april laten weten „geen beperkingen” te zullen opleggen aan sit-ins op Utrecht Centraal. Haar ervaring tot nu toe is dat die „vreedzaam verlopen en het contact met de organisatie goed is”.
Andere leden van de Taskforce zijn emeritus-hoogleraar strafrecht Tineke Cleiren, consultant en oud-CIDI-bestuurder René Glaser, collegevoorzitter Rianne Letschert van Maastricht University, burgemeester Ton Heerts van Apeldoorn en plaatsvervangend korpschef Nationale Politie Wilbert Paulissen. Ook lid is econoom Eddo Verdoner, nu Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding (NCAB) en eveneens oud-bestuurder van CIDI en CJO.
Het ministerie zegt dat gekozen is voor personen met „ruime bestuurlijke en politieke ervaring en eigen expertise”. Ook zal een beroep worden gedaan op „wetenschappelijke expertise op het gebied van antisemitisme”. Voorstellen van de Taskforce moeten passen binnen „bestaande wet- en regelgeving”.
In de VS hebben tal van universiteiten onder druk van de regering-Trump taskforces ingesteld om per instelling anti-Joodse incidenten op de campus te onderzoeken. Trump heeft bevindingen van taskforces gebruikt om universiteiten te dwingen hun beleid en onderwijs aan te passen. De visa van honderden internationale studenten zijn ingetrokken, enkele zijn uitgezet.
De olie- en gasbedrijven Shell en TotalEnergies trekken zich deels terug uit het voor het kabinet cruciale CO2-opslagproject onder de Noordzee, Aramis. Zij gaan niet investeren in de benodigde pijpleidingen, mede omdat ze dit te risicovol vinden. Dat bevestigen ingewijden aan NRC.
Minister Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei, VVD) wil juist versneld inzetten op CO2-opslag, omdat zij dit als belangrijke manier ziet om een kans te maken de klimaatdoelen voor 2030 te halen. Andere beleidsmaatregelen, bijvoorbeeld bedrijven stimuleren om hun productieprocessen op stroom te laten draaien in plaats van op fossiele brandstoffen, komen onvoldoende van de grond, omdat het stroomnet vol zit.
In de klimaatplannen die de minister vrijdag gaat presenteren, staat daarom dat zij alles op alles wil zetten om Aramis tijdig te realiseren, lekte eerder deze week al uit. Concreet gaat het kabinet zelf maatregelen nemen om de financiële risico’s voor de overgebleven twee partijen die aan Aramis werken, staatsbedrijven EBN en Gasunie, te verkleinen, zodat het project toch door zou kunnen, zegt een ingewijde nu.
Daarvoor wordt geld vrijgemaakt. Dat is een tendens die je steeds vaker ziet in de energietransitie, ook bij de gaswinning op de Noordzee. Bedrijven zeggen het niet alleen te kunnen, en de overheid neemt het deels over.
Het kabinet gaat geld vrijmaken zodat het CO2-opslagproject toch door zou kunnen gaan
Shell en Total blijven wel betrokken bij de uiteindelijke opslag van CO2 zelf, via oude en nieuwe boorplatformen in gebruikte gasvelden onder de zee, benadrukken bronnen. Ook zij vinden een versnelling van de CO2-opslagplannen belangrijk, maar de risico’s van de pijpleidingen zouden voor de bedrijven te groot zijn. Door een andere verdeling van de taken zou het project juist meer kans van slagen hebben.
Shell en Total hebben hogere rendementseisen dan EBN en Gasunie, omdat ze moeten investeren met kapitaal van aandeelhouders, zegt een bron. En daardoor zouden de tarieven voor transport en opslag van CO2 ook hoger worden.
Door een stapje opzij te doen, is dat probleem opgelost en kan het project betaalbaarder worden, aldus de ingewijde. „Dat is dus iets positiefs. Je hebt een hele keten van activiteiten nodig om dit voor elkaar te krijgen, en als iedereen zich focust op wat hij het beste kan, komt dit het snelst van de grond.” Tegelijkertijd wordt de beslissing om te investeren in de pijpen nu niet meer eind 2025 verwacht, maar „zo snel mogelijk” in 2026, zegt een betrokkene.
‘Pittige gesprekken’
De ingewijde zegt ook dat er de afgelopen tijd „pittige gesprekken” zijn gevoerd tussen Shell en Total aan de ene kant en de overheid aan de andere kant, omdat de bedrijven onder de oorspronkelijke plannen wel een erg grote rol zouden krijgen in „cruciale infrastructuur”, en zo te veel marktmacht zouden krijgen.
Op andere fronten blijven Shell en Total ook een rol spelen: ze gaan klanten straks transport- en opslagdiensten aanbieden. Tot een definitieve beslissing wordt genomen om te investeren in de pijpleidingen, werken ze daarnaast mee aan de verdere voorbereidingen, zoals het regelen van vergunningen en het maken van technische tekeningen.
Het Aramis-project is verreweg het grootste CO2-opslagproject van Nederland, en ook een van de weinige. Wereldwijd zijn er maar enkele succesvolle grootschalige voorbeelden. De bedoeling is dat vanaf 2028 jaarlijks 22 miljoen ton CO2 wordt opgeslagen. Ter vergelijking: in Nederland wordt jaarlijks zo’n 150 miljoen ton CO2-equivalent uitgestoten.
Het risico bij de bouw van de pijpleiding zit voor een belangrijk deel in het feit dat er veel geld moet worden geïnvesteerd, zonder dat zeker is dat de beschikbare capaciteit ook daadwerkelijk zal worden verkocht aan klanten. De bedoeling is dat allerlei industriebedrijven hun CO2 via die pijpleidingen kunnen laten opslaan. Maar veel concrete projecten om CO2 af te vangen zijn er nog niet. Het is onzeker of en wanneer die er komen.
Total en het ministerie van Klimaat en Groene Groei zeggen geen commentaar te kunnen geven. Een woordvoerder van Shell wil niets bevestigen maar laat weten: „Shell is vanaf het eerste uur nauw betrokken bij Aramis en dat blijven we. Aramis is cruciaal om de industrie te helpen verduurzamen en om de Nederlandse klimaatdoelen te halen.”
Ondergrondse CO2-opslag is omstreden bij met name milieu- en klimaatgroepen. Zij vrezen dat die de prikkel bij bedrijven om daadwerkelijk te verduurzamen en minder CO2 uit te stoten, wegneemt, omdat er immers een oplossing is voor hun ‘afval’.
Natuurlijk stelde het AD de vraag als eerste, dat doen ze altijd als er weer eens een paus sterft. Krijgen we na paus Adrianus VI (1459-1523), die het een jaar mocht zijn, dan eindelijk weer eens een Nederlandse paus? De krant trok onze enige troef Wim Eijk uit de ‘vergetelheid’. Een man met een hoge haargrens en een tijdloze bril. Op de foto die bij het artikel was geplaatst schudde hij paus Franciscus met twee handen tegelijkertijd de handen, een teken van loyaliteit en trouw waar ze binnen de Katholieke Kerk gek op zijn. Wim Eijk werd in het artikel omschreven als conservatief, bijbelgetrouw, intelligent en geleerd. Hij werd geboren in Duivendrecht wat me als wannabee paus geen voordeel lijkt. Wim Eijk publiceerde een boek – De band van de liefde – over ‘het huwelijkse leven en seksualiteit’ dat zo veel opwinding veroorzaakte dat het aartsbisdom zich genoodzaakt voelde om de boekpresentatie uit te stellen, maar dat hem ver weg, in de Verenigde Staten en Polen, populair maakte.
Je kunt nu al uittekenen wat er gebeurt als Wim Eijk onverhoopt wordt geroepen. Hij zal niet op de schouders naar Rome worden gedragen. Die opwinding heeft ook iets grappigs omdat de Katholieke Kerk in Nederland nauwelijks nog iets voorstelt. Het maakt niet zo gek veel meer uit wat onze bisschoppen uitkramen, omdat er bijna niemand over is om zich er echt over op te winden. Wim Eijk is een herder zonder kudde, het maakt bijna benieuwd hoe hij zich gaat gedragen als ze opeens wel allemaal zijn ring willen kussen. Gaat hij ons op het Sint Pietersplein ook bedanken voor de bloemen? Krijgen we een speciale behandeling? Komt Wim Eijk uit Duivendrecht straks met de pausmobiel op familiebezoek? Krijgen we weer een ‘ Popie Jopie Joop’, maar dan nu echt? Gaat er extra voor ons gebeden worden?
Allemaal vragen die alleen interessant zijn voor lezers van het AD, en zelfs zij weten diep vanbinnen wel beter. Want Wim Eijk wordt geen paus. Met Wim Eijk als paus verdwijnt het laatste restje mystiek uit de polder, niemand gaat op de knieën voor Wim Eijk. De FIFA kroont Wout Weghorst ook niet met de Ballon d’Or. Niet omdat ze niet corrupt zijn, maar omdat ze ook wel weten dat dan het laatste restje geloofwaardigheid verdwijnt. Wim Eijk als paus is hetzelfde als Roodkapje bewapenen met een stengun, het sprookje krijgt een bizarre, niet wenselijke wending. Tegelijkertijd moeten we toch een slag om de arm houden, we hebben het hier al gekker meegemaakt. Dick Schoof is ook minister-president. Alles kan, ook lopen over water.
Marcel van Roosmalen schrijft op maandag en donderdag een column.