„Mijn grootste angst is dat ik op een dag wakker word en dat ik geen taal meer heb. Misschien is dat wel wat er gebeurd is deze laatste weken: de woorden om te vertellen wat er gebeurd is, zijn er niet.” Aan het woord is de Palestijnse auteur Adania Shibli, die de afgelopen weken met haar roman Een klein detail in het nieuws kwam omdat de uitreiking van de Duitse LiBeraturpreis twee weken geleden werd afgelast. De prijs was haar al toegekend, maar de organisatie vreesde voor controverse door de oorlog tussen Israël en Hamas. Een klein detail vertelt de geschiedenis van een bedoeïenenmeisje dat in 1949 (een jaar na de oorlog die onder de Palestijnen bekendstaat als De Catastrofe en die door de Israëliërs de Onafhankelijkheidsoorlog wordt genoemd) door een troep Israëlische soldaten in de Negev woestijn wordt meegenomen. Ze wordt verkracht en vermoord. Decennia later gaat een Palestijnse vrouw op zoek naar het verhaal van dit meisje.
Sinds het besluit van de organisatie de LiBeraturpreis-prijs niet uit te rijken, werd Shibli door veel media gevraagd haar reactie te geven op het gebeuren, maar ze hield de meeste gesprekken af. Wel was ze zaterdagavond bij het internationale literatuur- en muziekfestival Crossing Border in Den Haag, voor een openbaar interview over de kracht van illusies, literatuur en woorden die ertoe doen.
Lees ook
Rel om prijs aan Palestijnse auteur: ‘Dit is cancelcultuur’
Adania Shibli: „Als kind al was ik geboeid door de mogelijkheden van taal en hoe die werelden kon creëren”, vertelt Shibli. „Mijn moeder was bijvoorbeeld heel erg goed in verhalen vertellen. Elke keer wanneer de elektriciteit uitviel en we niks konden, vertelde ze een verhaal. Het verhaal hield op zodra er weer stroom was, en ze ging pas verder bij de volgende stroomuitval. Zo leerde ik hoe je verhalen opbouwt, maar ook hoe ze van betekenis veranderen als er tijd overheen gaat.”
Wie opgroeit in Palestina beseft volgens Shibli al snel dat taal niet alleen maar iets is om mee te communiceren. „Het gaat ook om de stilte en om plekken waar je geen toegang toe hebt. Ik werd me voor het eerst echt bewust van taal toen ik als kind met mijn ouders op pad was en zij het over bepaalde plaatsen hadden. Ik keek op borden langs de weg, maar de namen bestonden niet. De plaatsen die ze noemden, waren de plekken die na 1948 verdwenen waren, maar dat besefte ik pas veel later. Ik had al wel vroeg door dat dit plekken waren die alleen nog in de verbeelding van mijn ouders leefden. Het is verbazingwekkend hoe essentieel een plek kan zijn voor je die officieel niet bestaat.”
Is dat onbenoembare ook de reden dat de personages in uw romans naamloos zijn?
„Namen geven is een vorm van macht, en ik denk dat ik die niet wil hebben. De machtelozen zijn vaak naamloos, ze hebben geen gezicht, we zien ze alleen van een afstandje.”
Wilde u met ‘Een klein detail’ een gezicht geven aan het bedoeïenenmeisje dat verkracht en vermoord werd?
„Ik denk dat ik me vooral aangetrokken voel tot het gefragmenteerde, of dat wat kapot is. We hebben nooit toegang tot het hele verhaal, en daarom richt ik me op een fragment, daar krijg je een intieme band mee. Ik denk dat schrijven van binnenuit essentieel is voor dat deel waar geen woorden voor bedacht zijn, of niet meer bestaan. Die zoektocht heeft in het eerste deel geleid tot de geschiedenis van dit meisje. Ik ben echt erg voorzichtig met het geven van een naam of gezicht aan iemand omdat ik niet wil spreken námens iemand. Ik denk niet dat je een relatie tussen literatuur en werkelijkheid kan afdwingen, en wil me ook niet vastpinnen aan een geschiedenis.”
In al uw boeken lijkt het erop dat haat eenvoudiger is dan liefde, dat je mensen makkelijker uitsluit dan omarmd. Klopt dat?
„Ik was lang geboeid door de vraag wat er gebeurt met liefde als je constant onderworpen bent aan een begrensd narratief of wanneer je beperkt wordt in je bewegingsvrijheid. Welke invloed heeft politiek op liefde? Als je je dat afvraagt in de context van Palestijnen en Israëli’s dan gaat het constant om wat er vernietigd wordt.”
In een eerder interview zei u dat schrijvers er goed in zijn illusies te creëren. Welke illusies kunt u scheppen voor de toekomst?
„Dat is een wrede vraag … Op dit moment heb ik twee grote angsten in mijn leven. De ene is dat ik op een ochtend wakker word en mijn taal kwijt ben. De ander is dat we nooit meer naar het heden zullen kijken vanuit het idee dat we er nu beter aan toe zijn dan toen. Weet je, ik was vorige week in Zuid-Korea voor een festival. We gingen naar de grens met Noord-Korea, naar een checkpoint in een gedemilitariseerde zone. Ik wilde niet onbeleefd zijn, maar stel je voor, als Palestijnse sta ik weer bij een checkpoint. Ik draai mijn rug naar het hek, ik wil het niet zien en ook niet naar soldaten kijken die een grens bewaken. En dan zie ik opeens allemaal ganzen, wel honderden. Ze liggen in de gedemilitariseerde zone op het veld waar geen mens kan komen. Terwijl ik me afvraag wat ze daar doen, vliegen ze opeens allemaal op. Hoe deden ze dat, hoe communiceerden ze dat naar elkaar? Hoe besloten die honderden ganzen dat ze zich gingen verplaatsen? En toen realiseerde ik me: misschien is dat hoe ze het doen, ze leggen elkaar niets op, er was niet één gans die zei: we gaan. Het was een collectieve overweging te vertrekken. En toen dacht ik: misschien kan ik dromen van de dag dat wij allemaal ganzen zullen zijn.”
Lees ook
Het meisje dat in de woestijn vermoord werd krijgt een stem
Dit is een transcript van het openbare interview dat Toef Jaeger op Crosing Border op zaterdag 4 november voerde met Adania Shibli. De roman ‘Een klein detail’ verscheen bij uitgeverij Koppernik. Vert. Djûke Poppinga. Koppernik, 127 blz. € 21,50