Dame Maggie Smith zat al ruim een halve eeuw in het vak toen haar leven veranderde. In 2010 ging de dramaserie Downton Abbey van start, over de besognes van de aristocratische familie Crawley aan het begin van de 20ste eeuw. Het werd de succesvolste Britse televisieserie in decennia; er volgden zes seizoenen en twee films die aan meer dan honderd landen werden verkocht. Maggie Smith, toen al ruim in de zeventig, speelde de rol van eigenwijze mater familias Violet Crawley. „Het was idioot”, vertelde de actrice hierover in 2017. „Ik leidde tot dat moment een perfect normaal leven: ik kon naar het theater, ik kon naar exposities. Die vrijheid verloor ik opeens door die ene serie.”
Smith speelde in haar leven in meer dan zestig films en series, waaronder grote hits als Sister Act (1992), zes delen Harry Potter (2001-2011) en The Best Exotic Marigold Hotel (2012). Maar haar grote liefde bleef tot op hoge leeftijd het theater.
Docent Engels
Het had maar weinig gescheeld of de internationale cultuurwereld had het zonder Maggie Smith moeten doen. Smith, geboren in 1934 in het Engelse Ilford in Essex (nu een voorstad van Londen), werd door haar ouders niet meegenomen naar het toneel en zij werd niet gecast voor de jaarlijkse voorstellingen op haar lagere school omdat zij niet genoeg podiumuitstraling zou hebben. Haar docent Engels op de middelbare school wakkerde echter haar liefde voor Shakespeare aan en bracht de gretige tiener in aanraking met het theater.
De Oxford University Dramatic Society bood de jonge Maggie de kans vlieguren te maken en zichzelf in de kijker te spelen – haar eerste hoofdrol was, op haar zeventiende, Viola in Twelfth Night van Shakespeare. Vier jaar later stond Smith voor het eerst op Broadway, vijf jaar later won zij haar eerste grote theaterprijs: een Evening Standard Award voor twee stukken van Peter Shaffer waar de actrice in speelde. Smith was in de jaren zestig verbonden aan alle belangrijke Britse podia, zoals The Old Vic in Londen en de National Theatre Company, waar zij naast Laurence Olivier in Othello stond. De verfilming hiervan bracht haar in 1966 haar eerste Oscarnominatie; een jaar later won Smith het beeldje, voor het drama The Prime of Miss Jean Brodie.
Productieve actrice
In de jaren zeventig wisselde de productieve actrice rollen in Londen af met werk op Broadway en in Hollywood. Een filmbewerking van de tragikomedie California Suite van Neil Simon leverde haar in 1979 een tweede Oscar op. Smith was in deze periode kort getrouwd met Royal National Theatre-ster Robert Stephens. Zij kregen twee zoons, onder wie acteur Toby Stephens (bekend als schurk uit Bond-film Die Another Day). In 1975 hertrouwde zij met schrijver Beverley Cross; het koppel bleef samen tot zijn dood in 1998.
Smith richtte haar aandacht in de jaren tachtig en negentig meer op het toneel, waar haar hart echt lag. Ze bleef prijzen winnen en vestigde onder meer een record door in totaal vijf Evening Standard Awards te ontvangen. In 1990 ontving ze, na drie nominaties, een Tony Award voor haar rol als flamboyante gids in de komedie Lettice and Lovage van Peter Shaffer.
Sublieme komische timing
Na het overlijden van haar man in 1998 was Smith meer te zien in grote films uit Hollywood, dat de Britse actrice met veel plezier vroeg voor de bijrol van knorrige Britse dame die onderkoeld oneliners reciteerde. Haar sublieme komische timing maakte de actrice vaak al bij voorbaat het hoogtepunt van een film.
Toen ze ver voorbij de tachtig was, in 2019, besloot Smith voor het eerst in elf jaar zelfs weer het podium op te gaan. Voor haar vertolking van Brumholde Pomsel, de secretaresse van nazi-topstuk Joseph Goebbels tijdens de Tweede Wereldoorlog, ontving zij haar vijfde Evening Standard Award. In de nadagen van haar leven, toen zij dankzij Downton Abbey een Bekende Brit werd, verbond ze haar naam ook steeds meer aan goede doelen die zij belangrijk vond.
Smith, sinds 1990 ‘Dame Commander of the Most Excellent Order of the British Empire’, zette zich op meerdere fronten in om collega’s te helpen die het economisch zwaar hadden. Ze werd vice-president van de Royal Theatrical Fund, waar Britse acteurs aanspraak op kunnen maken als die door onvoorziene omstandigheden zoals ziekte niet meer kunnen spelen. Ook tijdens de coronapandemie organiseerde zij meerdere evenementen om geld in te zamelen voor acteurs die door de gesloten theaters noodgedwongen thuis zaten.
Dame Maggie Smith overleed 27 september op 89-jarige leeftijd.