De ene scène uit de film Ciske de Rat (1984) waarin Linda van Dyck als tante Jans in satijn-glanzende kamerjas haar entree maakt, is goud waard. De straatjongens zijn weerspannig. Tante Jans wil een mep uitdelen, maar houdt zich net op tijd in. Ze loopt naar de belendende kamer van de Amsterdamse bovenwoning en in stil spel toont ze een scala aan emoties: boosheid, verdriet, wanhoop, en ook liefde. Wasvrouw tante Jans is de nieuwe geliefde van Ciskes vader.
Afgelopen zondag 17 december is film- en toneelactrice Linda van Dyck op 75-jarige leeftijd in haar woonplaats Amsterdam overleden. Dat heeft haar familie bekendgemaakt. Begin 2021 kreeg Van Dyck een herseninfarct, waardoor ze deels verlamd raakte en ze gebonden was aan een rolstoel.
Ze werd op 18 mei 1948 in Amsterdam geboren als Linda Marianne de Hartogh. Haar stiefvader was Ko van Dijk (1916-1978), een van de beroemdste acteurs uit het voor- en naoorlogse theater. Als acteursnaam nam Linda Marianne de naam aan van Linda van Dyck, welbewust met ‘y’ en ‘c’ om enige afstand tot haar stiefvader te scheppen.
In de jaren zestig trad zij als zangeres op in de Haagse popgroep Boo and the Booboo’s, die mede door haar werd opgericht. Door haar medewerking aan tal van televisieprogramma’s werd ze een bekende verschijning. In popprogramma’s voor jongeren als Fanclub en Moef Gaga (1965-1968) was ze te zien en te horen als beatzangeres; haar eerste single heette ‘Stengun’. Na die korte zangperiode vertrok ze in 1969 naar Zweden waar ze leefde met regisseur Lasse Hallström; ze leerde Zweeds en maakte tal van televisieshows. Vanaf 1973 legde ze zich toe op een theater- en filmcarrière in Nederland en ontwikkelde ze zich tot een veelgevraagd en vooraanstaand actrice.
Tante Jans
Een van haar grootste successen was de rol van tante Jans in Ciske de Rat, daarnaast was ze te zien in onder meer Het gangstermeisje (1966) naar de gelijknamige roman van Remco Campert, De grens (1984), Daens (1992), Floris (2004) en Het schnitzelparadijs (2005).
Voor haar rollen in Twee vorstinnen en een vorst (1981) en Ademloos (1982) werd ze in 1982 uitgeroepen tot Nederlands’ beste actrice. Op 7 februari 2010 werd ze benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. In 1989 trad Van Dyck in het huwelijk met Jaap Nolst Trenité, van wie zij in 2016 scheidde. Hun zoon Jamie Nolst Trenité werd bekend als verslaggever van RTL Boulevard.
Van Dyck werd geprezen voor de gedreven felheid van haar spel, waarin ze snel van emoties en register wisselde. In 2007 speelde ze een opmerkelijk ingetogen, prachtige toneelrol in Una giornata particolare naar de gelijknamige film van Ettore Scola. Natuurlijk dacht iedereen aan Sophia Loren bij deze toneelversie, maar Van Dyck weerstond de vergelijking superieur. Regisseur Peter de Baan maakte van deze bijzondere dag in mei 1938 een ontroerende, ingetogen versie. Met ontwapenend spel wist Van Dyck de pijn van haar personage om zoveel verliefdheid voor haar onbereikbare, homoseksuele buurman uit te drukken, dit alles tegen de achtergrond van de opkomst van Mussolini. Voor deze rol werd ze genomineerd voor de Toneel Publieksprijs.
Theaterliefde
Theater was en bleef haar grootste liefde, uiteindelijk meer dan film. Zo excelleerde ze in De dood en het meisje (2003) waarvoor ze genomineerd werd voor de NRC Publieksprijs. Voor het wondermooi-verstilde Herfstsonate werd ze winnaar van de Toneelpublieksprijs 2006. Haar vertolking van Martha in het berucht complexe, fascinerende stuk Wie is er bang voor Virginia Woolf? (Who’s Afraid of Virginia Woolf?) van Edward Albee werd genomineerd voor de hoogste toneelonderscheiding, de Theo d’Or. In haar rol van Martha steeg Linda van Dyck boven zichzelf uit in de scènes waarin zij en haar man George (Victor Löw) elkaar vinden in het pijnlijke gemis om hun zoon, die ze nooit hebben gehad. Alleen in hun verzinsels, en dat zorgde voor groots spel.
Leeslijst