Achter de schermen ‘desinformatie’ bestrijden: wat deden ambtenaren samen met Facebook en Google?

Een protestmars in Amsterdam in 2021 tegen de coronamaatregelen.


Foto Joris van Gennip

Onderzoek Desinformatie werd tijdens de pandemie actief bestreden door leden van een denktank – op initiatief van het ministerie van VWS. Berichten op sociale media verdwenen.

Het is woensdag 17 februari 2021, bijna een jaar na de eerste coronabesmetting in Nederland. De vaccinaties tegen het coronavirus zijn inmiddels op gang gekomen en de Tweede Kamer buigt zich over verlenging van de avondklok. Een ambtenaar van het ministerie van Volksgezondheid stuurt een mail aan een Nederlandse vertegenwoordiger van Facebook en aan een ambtenaar van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). De ambtenaar heeft een bericht gelezen van een huisarts over corona op Twitter. „Zou jij dit aan Twitter kunnen doorsturen?”, mailt de ambtenaar. „Misschien kunnen ze deze man blokkeren?” En, wil hij weten: „Nemen jullie vanuit de IGJ contact met zo iemand op?”

De volgende dag mailt de IGJ terug: „Ik word erop gewezen dat vragen aan Twitter het account te blokkeren als een vorm van censuur kan worden uitgelegd. […] Wellicht dat een denktank-deelnemer dit beter onder de aandacht kan brengen?”

Wie de huisarts is en waarom deze huisarts op Twitter geblokkeerd zou moeten worden, blijft onduidelijk. Deze en andere vertrouwelijke mails zijn in december 2022 openbaar gemaakt door het ministerie van Volksgezondheid na Kamervragen over de werkwijze van de ‘denktank desinformatie’. Deze club van zo’n 35 ambtenaren, communicatie-experts en zorgverleners speurt sinds april 2019 – nog voor de coronapandemie – op initiatief van het ministerie van VWS naar ‘spookverhalen’ over vaccineren. Ook Nederlandse vertegenwoordigers van grote online platforms als Facebook, Google, Instagram en YouTube zijn lid van deze denktank.

Grotendeels geheim

Wat de denktank binnenskamers bespreekt, blijft grotendeels geheim. Wel is duidelijk dat het gaat om berichten die in de ogen van de leden „schade aan het openbare domein” kunnen veroorzaken, blijkt uit de openbaar gemaakte stukken. De leden volgen discussies op social media, weerspreken „onjuiste informatie” en kunnen elkaars hulp inroepen bij „ontplofte discussies” of bij het reageren op „antivaxers”.

Spandoeken om de medewerkers van het OLVG locatie Oost een hart onder de riem te steken in 2020. Foto Olivier Middendorp

Bij desinformatie is er volgens de overheid sprake van misleidende informatie, vaak met een kwade bedoeling, om „schade” toe te brengen aan de „samenleving, democratie of volksgezondheid”. Het verschil met misinformatie (informatie die niet klopt) zit in de intentie van de boodschapper, bij desinformatie is sprake van opzet. Juridisch gezien is desinformatie een relatief nieuw begrip, legt desinformatie-onderzoeker Michael Klos uit. Onjuiste informatie verspreiden is niet per definitie strafbaar, zegt de jurist en bestuurskundige. Online platforms als Meta (moederbedrijf van Facebook en Instagram), LinkedIn en Twitter hanteren een eigen beleid om desinformatie en misinformatie te weren van hun platforms.

Sinds de discussies over nepnieuws, trollen en de Russische inmenging in de Amerikaanse presidentsverkiezingen, wordt ook in Nederland door verschillende ministeries nagedacht over de beste manier om desinformatie te bestrijden in het publieke online debat. Volgens de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) is de verspreiding van desinformatie een „reële dreiging” die zich vooral online manifesteert.

Signalen doorzetten

Wie de leden van de denktank desinformatie zijn, is geen openbare informatie. Wel heeft staatssecretaris Maarten van Ooijen (VWS, ChristenUnie) in augustus aan de Kamer bekendgemaakt dat de leden binnen en buiten de overheid in de denktank samenwerken. Het ministerie van VWS is initiator en deelnemer van de denktank en kan „signalen” doorzetten naar de andere leden. Het RIVM, de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en Nederlandse vertegenwoordigers van Facebook (inmiddels Meta), YouTube, Instagram, Google zijn lid van de denktank. Ook een „blogger” en een „columnist” hebben op enig moment deel uitgemaakt van de denktank. Uitwisselen van signalen gebeurt in vertrouwen en op vrijwillige basis, schrijft de staatssecretaris.

De leden van de denktank bespreken onderling signalen, bijvoorbeeld een uitlating van een arts met „een uitgesproken mening” over Covid-19-vaccinatie. Per signaal, bijvoorbeeld een bericht op sociale media, bespreken de leden of en wat voor reactie „passend” is. Een actie kan bestaan uit het aanspreken van een zorgverlener door de IGJ of leden als Twitter en Facebook ondernemen actie door te reageren op online berichten. „Indien nodig wordt misinformatie minder prominent geplaatst en desinformatie geblokkeerd”, schreef toenmalig staatssecretaris van Volksgezondheid Paul Blokhuis (CU) in een Kamerbrief van 28 januari 2021.

Per signaal, bijvoorbeeld een bericht op sociale media, bespreken de leden of en wat voor reactie „passend” is

NRC onderzocht de achtergrond en werkwijze van de denktank die aanvankelijk ad hoc samenkomt en „mild” reageert, maar tijdens de pandemie de grenzen van de vrije meningsuiting opzoekt. Ambtenaren en commerciële online media platforms als Facebook en Google bepalen gezamenlijk wat signalen van desinformatie zijn.

Het roept de vraag op hoe deze denktank opereert, waarin de overheid achter de schermen samenwerkt met private bedrijven als Facebook en Google. Wie bepaalt, op basis van welke informatie, wat desinformatie is? En blijft er ruimte over voor kritische vragen in het publieke debat?

Zorgen over vaccin

Huisarts Henk de Vos uit Zuid-Beijerland zit in de zomer van 2021 met een dilemma. Het is 29 juni 2021 en de Gezondheidsraad maakt die dag het Covid-19-vaccin van Pfizer beschikbaar voor jongeren tussen de 12 en 17 jaar. De Vos maakt zich zorgen. Er zijn nog geen lange termijn gegevens over het nieuwe vaccin. Hij stuurt de ouders van de kinderen uit zijn praktijk hierover een mail en sluit af met: „De uiteindelijke beslissing is aan u.” De meeste ouders reageren positief op zijn mail, een enkeling gaat de discussie met hem aan. Van collega’s hoort de Zuid-Beijerlandse huisarts niets. „Ik stond hier wel zo’n beetje alleen in”, blikt hij terug.

Anderhalve maand later, op 19 augustus, ontvangt De Vos een brief van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Een collega heeft hem aangemeld als mogelijke verspreider van „desinformatie”, zo blijkt. Daarom doet de toezichthouder onderzoek naar de huisarts. Zijn mail kan leiden tot „risicovolle verwarring” en bij patiënten „het vertrouwen in de geneeskundige zorg” schaden, schrijft de toezichthouder.

Een priklocatie in Veghel. De denktank desinformatie was in het bijzonder gericht op berichten over vaccinaties. Foto Olivier Middendorp

Hoe komen jullie hierbij, wil De Vos van de Inspectie weten. De informatie van de huisarts is „niet volledig”, antwoordt de Inspectie. Na een korte briefwisseling hoort de Vos niets meer van de Inspectie.

Wat de Vos niet weet, is dat de inhoud van zijn mail onderwerp van gesprek is in de denktank desinformatie, zo blijkt uit vertrouwelijke documenten die openbaar zijn gemaakt.

375 meldingen

De Inspectie (IGJ) laat weten dat er vanaf maart 2020 zo’n 375 meldingen en signalen zijn binnengekomen „over zorgverleners die zich niet aan de voorschriften van de eigen beroepsgroep over het geven van juiste informatie over corona zouden houden”.

Onjuiste uitspraken kunnen leiden tot „risicovolle verwarring” voor de patiënt, schrijft zorgminister Ernst Kuipers (D66) vorig jaar aan de Kamer. De inspectie is er met het versturen van zo’n brief als aan huisarts De Vos op gericht deze uitingen te „stoppen”. Ook als niet meteen duidelijk is of de zorgverlener in strijd handelt met de richtlijnen van de beroepsgroep.

Het roept de vraag op in hoeverre een arts mag afwijken van deze richtlijnen. Daarover verschillen de meningen. Volgens hoogleraar gezondheidsrecht Martin Buijsen moeten artsen zich houden aan normen en richtlijnen van hun beroepsgroep. Zo niet, dan mag de Inspectie ingrijpen, zegt hij.

De wetenschappelijke beroepsvereniging voor huisartsen (NHG) laat weten dat „beargumenteerd afwijken” van de richtlijn mogelijk moet blijven. „Een weerwoord is belangrijk voor een wetenschappelijke vereniging”, aldus de NHG.

Huisarts De Vos kan anderhalf jaar later nog steeds niet begrijpen waarom er nooit een inhoudelijk gesprek op gang is gekomen met de Inspectie. De Vos: „Ik voelde me boos toen ik die brieven van de inspectie kreeg en begon aan mezelf te twijfelen. Had ik iets verkeerds gedaan?”

Sleutelrol

Desinformatie ondermijnt het vertrouwen in vaccinaties. Dat is schadelijk voor de volksgezondheid, schrijft staatssecretaris van Volksgezondheid Van Ooijen aan de Kamer.

Dat inzicht is niet nieuw. Als de vaccinatiegraad in 2017 daalt, ontstaat er behoefte aan een plan. Het is november 2018 als toenmalig staatssecretaris van Volksgezondheid Paul Blokhuis de strijd aanbindt. Zijn actieplan heet ‘Verder met vaccineren’.

De vaccinatiegraad is volgens een RIVM-rapport uit 2017 voor het derde achtereenvolgende jaar gedaald. Vertrouwen in het Rijksvaccinatieprogramma speelt een sleutelrol bij de bereidheid om te vaccineren, schrijft Blokhuis. Een recente mazelenuitbraak in een aantal Europese lidstaten onderstreept de noodzaak.

De staatssecretaris schakelt hiervoor een ‘vaccinatie-alliantie’ in, een besloten genootschap van zo’n honderd deskundigen dat onder zijn departement valt. De alliantie krijgt de opdracht om een denktank te vormen, die ‘spookverhalen’ over vaccinaties moet weerspreken en voorkomen dat deze een podium krijgen. Een „snelle respons” op sociale media en „correctie van onjuiste kennis” in de media is heel belangrijk. Het ministerie van Volksgezondheid zit de bijeenkomsten voor, plant de bijeenkomsten en mailt de denktank-leden over signalen.

In het verslag van de eerste bijeenkomst, in april 2019, vraagt een ambtenaar van het ministerie van Volksgezondheid aan de leden van de denktank. „Kunnen we voor het vervolg een beroep op jullie doen?”

Wat doen online platforms zelf al om misinformatie tegen te gaan? „Online welzijn” is het onderwerp van een gesprek tussen Blokhuis en Nederlandse vertegenwoordigers van Facebook en Google. „Wat kan er nog meer gedaan worden”, schrijven de ambtenaren van Volksgezondheid bij de agendapunten voor deze bijeenkomst. „Is het bijvoorbeeld mogelijk om niet alleen onjuiste informatie minder zichtbaar te maken, maar ook om de juiste informatie beter zichtbaar te maken? Hoe ver willen ze gaan?”

Naar aanleiding van het gesprek over online welzijn mailt een vertegenwoordiger van Facebook het ministerie van Volksgezondheid met een aanbod. Facebook kan berichten „voeden” in „het systeem” waardoor schadelijk geachte berichten lager in tijdlijnen terechtkomen. Op deze manier „kunnen we het check-mechanisme een beetje helpen”. De medewerker van Facebook mailt het ministerie:

„Wat ik dus mag bieden is dat ‘jullie’ mij max vijf berichten per notoire pagina of groep aandragen. Die kan ik dan in het systeem voeden met waarschijnlijk zeer snel resultaat.”

En in een ander document over acties van de denktank staat:

Facebook voert uit, suggesties voor nieuwe hoaxes kunnen bij VWS gemeld worden.

De denktank flirt ook met het idee om de pers te beïnvloeden, bijvoorbeeld door te bellen met redacties als er „onjuiste informatie over vaccinatie in artikelen staat”. Er wordt ook geprobeerd een symposium – eventueel samen met de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) – te organiseren over vaccinaties „en verantwoordelijkheid van journalisten daarbij.” Zover is het „gelukkig” nooit gekomen, laat de secretaris van de NVJ weten.

De denktank spreekt onderling over online signalen die de vaccinatiegraad onder druk kunnen zetten. Zoals een marketingstunt van „Miss Natural Lifestyle”. In januari 2020 wil deze „natuurlijke levensstijl” groep een blender uitdelen aan zwangeren die vaccinatie voor kinkhoest weigeren. De casus wordt in de denktank besproken en de Inspectie (IGJ) vraagt de beheerder van die groep om deze oproep aan te passen.

Wantrouwen tegen vaccins en de overheid werd tijdens de pandemie regelmatig gemanifesteerd tijdens demonstraties, zoals hier in Den Haag. Foto Joris van Gennip

Ook bespreekt de denktank hoe ze „niet eenduidige” doelgroepen zoals jongeren kunnen bereiken, bijvoorbeeld via nieuwsmedia als Vice en FunX. Het is belangrijk om niet te „pusherig doen, dat werkt averechts”. Want mensen gaan door „wantrouwen” in de overheid sneller twijfelen en kunnen dan „negatief” gaan denken over vaccineren.

De inspanningen van de denktank slaan aan. Begin 2020 constateert staatssecretaris Blokhuis: „Er is flink ingezet op voorlichting en communicatie, inhaalcampagnes, en het tegengaan van desinformatie. En met resultaat: we zien een lichte stijging van de vaccinatiegraad.”

Wat niemand dan nog weet, is dat er een coronavirus rondwaart, ook in Nederland. Het nog onbekende virus zal vaccineren in een ander daglicht zetten.

Op 6 maart 2020 overlijdt de eerste coronapatiënt in Nederland en later die maand verklaart de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) Covid-19 tot een wereldwijde pandemie. Sluiting van horeca en scholen volgen. Vrijheidsbeperkende maatregelen, zoals de 1,5 meter afstand en zoveel mogelijk thuisblijven. In afwachting van een werkzaam vaccin schakelt het ministerie van Volksgezondheid de denktank in.

Een ambtenaar mailt de leden:

„Hebben jullie gereageerd op berichten rondom Corona door 5G, corona vaccins, medicatie, remedies of op berichten dat de corona uitbraak en alle maatregelen zwaar overdreven zijn?”

In hoeverre is het ministerie sturend in de denktank die ze zelf heeft opgericht en waar ze zelf aan deelneemt? Tegenover de Tweede Kamer benadrukt de staatssecretaris keer op keer dat de leden op persoonlijke titel reageren. Tegelijkertijd vragen ambtenaren aan de leden van de denktank om te reageren op berichten met desinformatie of misinformatie in de (sociale) media.

Wat betreft de wijze van reageren op desinformatie mailt een ambtenaar dat de leden meer „sturing” kunnen geven. De reactie op desinformatie vindt de ambtenaar in de denktank „beperkt”. Het ministerie denkt ook na over de samenstelling van de denktank. Als het adresboekje van de denktank wordt geüpdatet, mailt de ambtenaar van Volksgezondheid:

„Eventueel aanvullen met proactieve blogger of een vertegenwoordiger geschreven pers (journalist, columnist?) Twitter contact ook vragen. Actie voor mij”.

Het ministerie van Volksgezondheid houdt ook bij welke signalen onderling worden gedeeld. En ook de toon van het debat is een punt van zorg, blijkt uit de stukken:

„Het is de laatste tijd stil in de denktank. Er worden vrijwel geen signalen meer gedeeld. Vanuit VWS zien we een toename, is de stroom desinformatie nog te overzien?” En: „De toon verandert, de desinformatie wordt steeds agressiever.

Een demonstratie begin 2021 tegen de coronamaatregelen op het Museumplein in Amsterdam. Foto Olivier Middendorp

Een Nederlandse vertegenwoordiger van Facebook, lid van de denktank, mailt het ministerie van Volksgezondheid dat het platform „verantwoordelijkheid” wil nemen om „Covid-19 misinformatie tegen te gaan”. De vertegenwoordiger van Facebook mailt eerder aan een ambtenaar van Volksgezondheid: „Wellicht goed om de komende weken even bij te praten over de efforts van Facebook op dit onderwerp met jou en de relevante collega’s? Daarnaast ben ik benieuwd naar jullie zorgen en concrete ambities.

Wanneer een „nepbericht” van de website van de TOS (Turkse Omroep) rondgaat dat er „iets” aan het vaccin zou zijn toegevoegd waarna consultatiebureaus de vaccins massaal zouden hebben teruggeroepen, mailt een ambtenaar van Volksgezondheid de denktank:

„Wij ontvingen onderstaand bericht. Kunnen jullie erop reageren als je daartoe in de gelegenheid bent? Veel dank.”

Facebook antwoordt nog geen uur later.

„Mocht iemand verschijnen hiervan op FB zien, dan hoor ik het graag. Dat kan ik hier actief naar laten kijken en zorgen dat er eventueel downranking [het lager plaatsen van een bericht, red.] effectief wordt toegepast.”

Als Kamerleden in augustus vorig jaar vragen of er namen of accounts gedeeld worden van mensen die desinformatie zouden verspreiden, antwoordt de staatssecretaris dat „het kan voorkomen dat er namen of accounts gedeeld worden.”

Eind 2020 – als het landelijk vaccineren tegen covid op punt van beginnen staat – ziet de denktank dat er veel vragen over vaccinatie komen. Maar „veel vragen zijn nog niet te beantwoorden”, staat in een verslag uit deze periode. Wat is het „juiste” antwoord? Duiden of iets misinformatie of desinformatie is, is soms „lastig”. Het RIVM en VWS gaan werken aan een plan van aanpak. Bijvoorbeeld antwoorden op één plek verzamelen ten behoeve van „uniforme beantwoording” in een „eenvoudige taal”. En wederom concludeert het ministerie dat vertrouwen in de overheid en vertrouwen in het vaccin hand in hand gaan.

Voormalig huisarts en TV-dokter Ted van Essen laat desgevraagd weten betrokken te zijn bij de denktank. Op de vraag of er grijze gebieden zijn wat „juiste” en wat desinformatie is, zegt Van Essen: „wij volgden als denktank de wetenschap. „Als je dat niet doet, dan ben je van God los.”

Door de snelheid van wetenschappelijke ontwikkelingen zijn berichten niet altijd makkelijk en snel te beoordelen door online platforms, legt desinformatie-onderzoeker Klos uit. Bijvoorbeeld over de oorsprong van het coronavirus. Aanvankelijk werden berichten dat het virus ‘ontsnapt’ is uit een lab in de Chinese stad Wuhan als „hoax” gelabeld en verwijderd door online platforms. Toen de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in januari 2021 ter plekke onderzoek ging doen, werden dergelijke berichten weer (tijdelijk) toegelaten, vertelt Klos.

Blokkeren

De focus op zorgwerkers is een aparte „actielijn” binnen de denktank . Er zitten ook zorgverleners in de denktank. Zij spreken elkaar aan „op het belang van vaccineren” en op „artikelen met onjuiste informatie”.

Tijdens een werksessie onder leiding van de NCTV wordt de vrijheid van meningsuiting besproken. Er bestaat een „spanningsveld” tussen deze vrijheid en het adresseren van desinformatie, staat in het verslag.

Het ministerie van Volksgezondheid doet suggesties voor de agenda. Een ambtenaar stelt voor om de „invloed van desinformatie op de vaccinatiegraad” te bespreken „of waar ligt de grens voor vrije meningsuiting?”

In coronatijd schakelde het ministerie van Volksgezondheid de al bestaande denktank desinformatie in. Foto Olivier Middendorp

Wanneer mag een bericht op sociale media geblokkeerd worden? Hier praat de denktank ook over. „Als iets schade zou kunnen berokkenen aan de volksgezondheid dan halen we het hele bericht weg van het platform.” En: „blokkeren is heftig, maar alleen verbergen kan echt prima.” Wie dat zegt, is onbekend, de naam is in het verslag weggelakt.

In mei 2021 signaleert een ambtenaar dat de toon in het debat over desinformatie verandert. Deze ambtenaar van het ministerie van Volksgezondheid stelt voor om: „sterker en serieuzer in te zetten op de bestrijding van desinformatie en anti vax berichten voordat het echt de vaccinatiegraad (voor COVID) gaat beïnvloeden.”

Desinformatie is alleen maar toegenomen sinds de start van de denktank, staat in een van de laatste openbaar gemaakte e-mails. En de actieve deelnemers in de denktank zijn vooral ambtenaren, schrijven ambtenaren zelf.

Er wordt een vraag gesteld:

„Als we de denktank willen laten voortbestaan (…) hoe krijgen we mensen meer in beweging?”

Naar aanleiding van Kamervragen over de denktank schrijft staatssecretaris Van Ooijen in februari dit jaar dat er „de afgelopen periode geringe activiteit” van de denktank desinformatie is geweest. De denktank zal „op korte termijn” bijeenkomen. „Deze bijeenkomst zal in het teken staan van de toekomstige invulling en rol van de denktank”.

Hoogleraar gezondheidsrecht Martin Buijsen ziet weinig toekomst voor deze denktank: „Berichten verwijderen van LinkedIn en Twitter? Dat lijkt me juridisch en ethisch niet wenselijk. De grens ligt wat mij betreft bij strafbare feiten. Deze denktank verbaast me zeer. In wat voor samenleving leven we als individuele artsen hun meningen niet meer mogen ventileren en wij deze meningen niet meer mogen horen? De overheid moet ver blijven van het begrip desinformatie, daarmee speel je op de man en niet op de bal. Bovendien is het werk van de denktank niet controleerbaar. Een transparante overheid moet dit soort schimmige begrippen als desinformatie niet gebruiken.”