N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Vrouwenrechten De beslissing volgt op een eerdere uitspraak van het Hof, waarin bepaald werd dat de noordelijke deelstaat Coahuila zwangerschapsonderbrekingen niet meer strafrechtelijk mag vervolgen. Ondanks de precedentwerking bleven andere deelstaten toch vrouwen arresteren.
Het Hooggerechtshof van Mexico heeft woensdag abortus gedecriminaliseerd door het verbod daarop uit het strafrecht te halen. Dat melden internationale persbureaus. Publieke ziekenhuizen in het hele land moeten de ingreep nu aanbieden als daarom gevraagd wordt. De wetswijziging is een belangrijke overwinning voor voorvechters van vrouwen- en mensenrechten.
De uitspraak volgt op een eerdere beslissing van het Hooggerechtshof, dat twee jaar geleden bepaalde dat de noordelijke deelstaat Coahuila zwangerschapsonderbrekingen niet langer strafrechtelijk mag vervolgen. Volgens het Hof was dit namelijk in strijd met het grondwettelijke recht op gelijkheid en het grondwettelijke recht op individuele zelfontplooiing. Die uitspraak had precedentwerking voor heel Mexico, maar toch bleven verschillende staten van de federale republiek vrouwen die een abortus uit lieten voeren arresteren wegens moord. Deze nieuwe uitspraak moet daar een einde aan maken.
Voor vrouwen in het overwegend conservatieve en op een-na-grootste katholieke land ter wereld betekent dit niet dat zij direct overal terechtkunnen voor een abortus, maar wel dat publieke ziekenhuizen en federale organisaties verplicht zijn de benodigde zorg te verlenen. Zij gebruikten tot dusver veelal het argument dat ze geen abortus wilden uitvoeren omdat het in hun staat nog niet legaal was.
Clandestiene ingrepen
Als alle staten de wetgeving nu daadwerkelijk aanpassen, hoeven Mexicaanse vrouwen niet meer over te gaan op gevaarlijke alternatieven. Bij clandestiene ingrepen ontstaat naar schatting in een derde van de gevallen complicaties, soms met dodelijke afloop. Ook neemt de uitspraak de angst voor vervolging bij zorgverleners weg en zouden vrouwen die in de cel zitten vanwege een abortus vrij kunnen komen.
Met de decriminalisering van abortus sluit Mexico zich aan bij Cuba, Uruguay, Guyana en Argentinië, landen in de conservatieve regio die deze stap eerder al zetten. In buurland de Verenigde Staten gebeurde vorig jaar juist het tegenovergestelde: daar werd de legalisering van zwangerschapsonderbrekingen na veertig jaar juist teruggedraaid door het Hof.
Het jaar 2026, het moment dat de Nederlandse mestuitzondering afloopt, komt steeds dichterbij. Als Nederland de mesthoop niet kan verkleinen, wat nodig is om te voldoen aan EU-wet- en regelgeving, moet bij elk boerenbedrijf hard worden ingegrepen door een kleinere veestapel af te dwingen. Landbouwminister Femke Wiersma (BBB) besloot vorige maand met haar mestplan een laatste poging te doen om dat scenario te voorkomen. Maandag verdedigde ze haar wetsvoorstel in de Tweede Kamer. Een grote confrontatie bleef uit, maar duidelijk is dat de coalitie verschillende ideeën heeft over wat perspectief voor de boerensector inhoudt.
Nederlandse boeren mochten sinds 2006 meer dierlijke mest uitrijden dan veel andere EU-lidstaten. Nu die uitzonderingspositie stopt, zal Nederland het uitrijden richting 2026 afbouwen.
Is het voldoende wat Wiersma nu voorstelt?
Lees ook
Mestuitstoot nog te hoog om onder toekomstig mestplafond te blijven
Grasland
Hoewel Wiersma zich in grote lijnen houdt aan het plan van haar voorganger Piet Adema (CU), zwakt ze het op sommige punten wel af. Om ervoor te zorgen dat Nederlandse boeren niet méér mest produceren dan hun land aankan, bedacht Adema een minimale hoeveelheid grasland per stuks vee. Wiersma besloot dit voorstel uit het plan te halen en eerst „te onderzoeken”.
Tegelijkertijd wil het kabinet proberen in Brussel opnieuw een mestuitzondering (derogatie) te verkrijgen. Maar dat gaat niet lukken, zei NSC-Kamerlid Harm Holman tijdens het debat, zónder zogeheten „grondgebondenheid” – eigen mest op eigen land kunnen uitrijden, wat Adema beoogde met zijn plan.
„Ik steek mijn nek uit door een scherpe analyse te geven”, zei Holman. „En ik kom tot de constatering: als we niet rigoureus dingen anders gaan doen, stevenen we af op totale chaos.” Holman ziet twee mogelijkheden: derogatie of harde krimp van de veestapel. Hij betwijfelde openlijk of de plannen van Wiersma volstonden en of het zou lukken een nieuwe mestuitzondering in Brussel te verkrijgen. „Ik heb nog geen overtuigend antwoord van de minister gezien over hoe we Brussel overtuigen van de noodzaak van nieuwe derogatie.”
Ook de VVD riep Femke Wiersma op met een plan B te komen, voor het geval het niet lukt nieuwe mestuitzonderingen te verkrijgen en Nederland blijvend te maken heeft met de Europese verplichte mestplafonds.
Pluimvee
Andere Kamerleden wezen op de verdeling waar Wiersma voor heeft gekozen. In haar plan moeten boerenbedrijven die buiten familieverband worden verkocht, krimpen: 30 procent bij melkvee, 25 procent bij varkenshouderijen en 15 procent bij pluimvee. SGP en CDA vinden dat naar verhouding de pluimvee- en varkenssectoren onnodig hard worden geraakt (ze zitten onder hun mestplafonds), terwijl de melkveeboeren relatief meer worden ontzien.
Diverse partijen maakten zich in het debat hard voor uitzonderingen op dit plan, zoals jonge boeren (CDA en CU) of pluimvee- en varkenshouders (SGP en CDA). Wiersma ontraadde zulke amendementen. „We redden het simpelweg niet met uitzonderingen.” Volgens de minister is het „niet haalbaar” om onder het lagere mestplafond te komen, zonder dat varkens- en pluimveehouders ook in de plannen meegenomen worden. Wel toonde de minister zich bereid te kijken of de geplande uitkoopregelingen niet pas in 2026, maar volgend jaar al kunnen beginnen. Volgende week dinsdag stemt de Tweede Kamer over het wetsvoorstel.
Lees ook
Een uitweg uit de mesthoop: vier vragen over het complexe samenspel van poep, plas en gewas
Natuurbeschermingsorganisaties Stichting Doggerland en ARK Rewilding Nederland starten een rechtszaak tegen de Nederlandse staat, omdat zij vinden dat die de eigen afspraken over natuurbescherming in de Noordzee niet nakomt. Volgens de organisaties doen onder meer Rijkswaterstaat en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat te weinig om Natura 2000-gebieden op zee te beschermen tegen industriële activiteiten die ecosystemen schaden. „Daarmee overtreedt de overheid haar eigen wet,” zegt Emilie Reuchlin, directeur van Stichting Doggerland, in een telefonische toelichting. Rijkswaterstaat wil niet inhoudelijk reageren op een lopende rechtszaak.
Het duurt waarschijnlijk nog maanden voordat de zaak dient, maar een uitspraak kan gevolgen hebben voor industriële activiteiten op de Noordzee, waaronder gaswinning, de aanleg van windmolenparken en scheepvaart. Na diverse juridische overwinningen van natuurbeschermers tegen de Nederlandse overheid op het gebied van klimaaten stikstofbeleid, hopen deze organisaties nu betere bescherming van de Noordzee af te dwingen.
„Het succes van dit soort zaken is bepaald niet gegarandeerd”, zegt hoogleraar milieurecht Chris Backes van de Universiteit Utrecht – niet betrokken bij de zaak. „Het wordt sinds ‘Urgenda’ wel vaker geprobeerd, soms met succes, maar soms ook niet. De overheid heeft volgens de rechter veel speelruimte bij de vraag hoe zij bepaalde zelf gestelde doelen bereikt.”
Doggersbank en Friese Front
De zaak van Doggerland en ARK Rewilding draait om drie gebieden in de Noordzee die Nederland sinds 2016 heeft aangewezen als beschermd Natura 2000-gebied: de Doggersbank, de Klaverbank en het Friese Front.
De Doggersbank, het noordelijkste stuk van de Nederlandse Noordzee, is een kraamkamer voor verschillende soorten vissen en walvisachtigen zoals de bruinvis. Bij het Friese Front, 75 kilometer ten noorden van Den Helder, komen verschillende watermassa’s samen waardoor er een bijzonder divers bodemleven is. De Klaverbank, aan de westelijke rand van de Nederlandse Noordzee, huist bijzondere schelpdierriffen, bruinvissen en zeehonden. Bovendien slaan gezonde zee-ecosystemen veel koolstof op in de zeebodem, wat bijdraagt aan het halen van klimaatdoelen.
Door de toewijzing van de Natura 2000-status moest de overheid wettelijk een plan maken over hoe de natuur te beschermen. Dat zogeheten ‘beheerplan’ voor de Noordzeegebieden werd in oktober vorig jaar gepubliceerd door Rijkswaterstaat, maar volgens de natuurorganisaties schiet het ernstig tekort.
Het succes van dit soort zaken is bepaald niet gegarandeerd
„Het is alsof je kijkt naar een plattegrond van een industrieterrein”, zegt Reuchlin. „Er wordt vooral ingezet op bescherming van huidige industriële praktijken.” Het beheerplan is onder meer opgesteld na onderzoeken door ingenieursbureau Royal HaskoningDHV, maar de natuurbeschermers betwisten onder meer de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van de toetsing van milieueffecten, en de effectiviteit van de beschermingsmaatregelen.
Na enkele jaren vruchteloos overleg met Rijkswaterstaat zetten zij nu de stap naar de rechter. Ze wijzen erop dat veel industriële activiteit ondanks de beschermde status van de gebieden gewoon doorgaat en zelfs intensiveert. Ze doelen op het aantal vaarbewegingen, schietoefeningen van defensie, gasboringen, lozingen, de aanleg van windmolenparken op zee rondom de beschermde natuurgebieden, en diverse activiteiten waarbij harde onderwatergeluiden worden geproduceerd zoals het gebruik van luide sonar, scheepsmotoren en helikoptervluchten van en naar boorplatformen.
De rechter moet complexe factoren meewegen, onder meer wat precies de effecten zijn van industriële activiteiten op de zeenatuur en de vraag wat de Nederlandse overheid daartegen moet en kan doen. Het is notoir ingewikkeld om activiteiten op en in zee te handhaven, monitoren en onderzoeken. Daarbij komt nog dat de Doggersbank en de Klaverbank direct grenzen aan het Britse stuk van de Noordzee, waar ook allerlei activiteiten plaatsvinden die effect hebben op het Nederlandse gedeelte, zoals de grootschalige aanleg van windmolenparken. De effecten van visserij op de natuur zijn in aparte verdragen geregeld en vallen dus buiten deze rechtszaak.
Achteruitgang ecosystemen
Onder ecologen is wel brede consensus dat het slecht gaat met de Noordzeenatuur, en dat bescherming tot nu toe tekortschiet. Het omvangrijke, tienjaarlijkse ecologische rapport van het internationale samenwerkingsverband OSPAR wees in 2023 nogmaals op sterke achteruitgang van de gezondheid van zee-ecosystemen door toedoen van menselijke activiteit.
De Europese Rekenkamer constateerde vorig jaar bovendien dat er op de Noordzee een ‘groen dilemma’ ontstaat. Bij de zeer snelle bouw van windmolens op zee houden Europese Commissie en lidstaten te weinig rekening met de ecologische gevolgen, concludeerde de Rekenkamer.
Zo bezien kunnen rechtszaken voor betere natuurbescherming niet alleen de gaswinning, industrie en scheepvaart dwarszitten, maar mogelijk ook de razendsnelle uitbreiding van windenergie op zee. Er zijn geen windparken in de Natura 2000-gedeeltes toegestaan, maar wel in aangrenzende gebieden, en de effecten van onder meer het hei-lawaai bij de aanleg dragen vele kilometers ver.
Het is alsof je kijkt naar een plattegrond van een industrieterrein
Zijn de natuurbeschermingsorganisaties niet bezorgd dat door deze zaak de transitie naar groene energie kan worden vertraagd? „Het is eerder andersom,” zegt Emilie Reuchlin. „Als de draagkracht van ecosystemen niet snel wordt verbeterd komt de energietransitie juist in gevaar.” Gezondere natuur is een voorwaarde voor meer menselijke activiteit op de zee, volgens diverse internationale afspraken. Volgens EU-wetgeving moet bijvoorbeeld in 2030 30 procent van Europese natuur beschermd zijn.
De Natura 2000-gebieden waar de zaak om draait, bestrijken ongeveer 15 procent van de Nederlandse Noordzee. Maar op dit moment leidt het beleid ertoe dat nog geen 1 procent echt beschermd is, constateren ARK en Stichting Doggerland. Reuchlin: „Een wanprestatie, wat overblijft is een overvol industrieterrein.”
Op veel plaatsen in Israël is maandag herdacht dat precies een jaar eerder Hamas vanuit de Gazastrook een grote aanval op Zuid-Israël lanceerde waarbij circa 1.200 Israëliërs om het leven kwamen. President Isaac Herzog woonde in aanwezigheid van veel nabestaanden en vrienden van de slachtoffers een herdenking bij in Re’im, waar op het Nova-muziekfestival in totaal 370 mensen werden gedood, veelal jongeren.
Tijdens de plechtigheid waren op de achtergrond luide knallen te horen in de naburige Gazastrook, waar het Israëlische leger nog altijd strijdt tegen Hamas. Bij nieuwe bombardementen op de Gazastrook maandag kwamen zeker acht mensen om het leven.
Een paar minuten na het begin van de plechtigheid in Re’im, die precies om 06.29 uur was begonnen – het tijdstip waarop de aanval van Hamas vorig jaar begon – vuurde Hamas enige raketten af vanuit de Gazastrook op Israël. De herdenking hoefde er niet voor te worden onderbroken. Ook in Tel Aviv ging later op de ochtend het luchtalarm af en kwamen twee raketten neer. De meeste raketten werden echter voortijdig uit de lucht gehaald door de luchtafweer, en de schade van raketten die toch op de grond landden was niet groot.
Vanuit Libanon werden eveneens raketten afgeschoten door Hezbollah, op de noordelijke stad Haifa en de omgeving van Tiberias. In Haifa vielen tien gewonden. Dit rakettensalvo kwam na nieuwe Israëlische luchtbombardementen, op onder meer zuidelijke wijken van de Libanese hoofdstad Beiroet, en na gevechten in het zuiden van Libanon, waar Israëlische grondtroepen een week geleden binnenvielen. Tot dusverre zijn daarbij elf Israëlische militairen omgekomen en een onbekend aantal Hezbollah-strijders. De Libanese autoriteiten meldden wel de dood van tien brandweermannen na een Israëlisch bombardement op een gemeentelijk gebouw in de zuidelijke plaats Bint Jbeil. Ook elders vielen tweeëntwintig doden.
Woning van Netanyahu
Andere Israëliërs, deels familie van de nog resterende gijzelaars in handen van Hamas, verzamelden zich ’s ochtends in alle vroegte in de buurt van de woning van premier Benjamin Netanyahu in Jeruzalem. „We zullen u niet met rust laten tot ze allemaal terug zijn, tot de laatste toe”, aldus Shiri Albag, wier dochter een jaar later nog altijd in gijzeling wordt gehouden door Hamas. Daarnaast waren er ook in kleinere kring veel herdenkingen, onder meer in kibboetsen die door Hamas waren aangevallen.
In Gaza zelf, waar na 7 oktober vooral als gevolg van hevige Israëlische luchtbombardementen ruim 41.000 mensen zijn gedood, waar nog veel honger heerst en waar slechts weinig huizen en infrastructuur bewaard zijn gebleven na de talrijke vernietigende Israëlische bombardementen, was er geen formele herdenking georganiseerd.
Op veel plaatsen in het buitenland was er daarentegen wel aandacht voor de aanval van 7 oktober. In een schriftelijke boodschap veroordeelde de Amerikaanse president Joe Biden al op zondag de „onzegbare bruutheid” van de Hamas-aanval. Hij voegde er aan toe dat dit ook voor de Palestijnen een zwarte dag zou blijven omdat er na 7 oktober zoveel misère voor hen was gevolgd.
Medeleven
In Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk spraken leiders hun medeleven uit met de Israëliërs en vaak ook met de Palestijnen, al onderstreepten ze hun afkeer van de ‘terroristen’ van Hamas. „We voelen mee met jullie afschuw, pijn, onzekerheid en verdriet”, aldus de Duitse bondskanselier Olaf Scholz. „De terroristen van Hamas moeten worden bestreden.” De Italiaanse premier Giorgia Meloni bezocht een synagoge in Rome en onderstreepte het recht van Israël om zichzelf te verdedigen. Ook in onder meer Australië, Japan en Thailand werd stilgestaan bij de verjaardag van ‘7 oktober’. Veel leiders riepen ook op om de gijzelaars vrij te laten.
Daags tevoren waren er al op veel plaatsen betogingen gehouden, deels pro-Israëlisch en deels pro-Palestijns. In Turkije noteerde president Recep Erdogan op X: „Wat er in Gaza, Palestina sterft, en nu ook in Libanon, zijn niet alleen vrouwen, kinderen, baby’s, onschuldige burgers, het is menselijkheid (en) het internationale systeem dat wordt geacht de mensheid te dienen.”
Ook paus Franciscus verklaarde dat zijn gedachten dagelijks bij de Gazaanse bevolking waren. De paus had onlangs al tot woede van Israël gesuggereerd dat het land gebruik maakte van disproportioneel en „immoreel” geweld tegen de Gazanen en in Libanon.
Lees ook
Israëlisch leger valt opnieuw delen Noord-Gaza binnen, beveelt bewoners te vertrekken