Het aantal incidenten dat afgelopen seizoen plaatsvond bij het Nederlands betaald voetbal is afgenomen. Dat signaleert de KNVB woensdag in een nieuw rapport. Waar de politie in 2021/22 893 incidenten registreerde, waren dat er in 2022/23 nog 725.
„We zijn nog niet waar we willen zijn, want het aantal incidenten ligt nog altijd ruim boven het aantal voor corona, maar uit deze cijfers blijkt dat we meer grip krijgen op het probleem”, aldus Marianne van Leeuwen, directeur betaald voetbal bij de KNVB. Door inzet van nieuwe technologie en een extra personeel is de pakkans bij wanordelijk gedrag hoger geworden, stelt de voetbalbond.
In totaal werd tien keer minder vaak een (voor)onderzoek ingesteld naar wanordelijkheden: 169 keer. Dat is nog wel meer dan het dubbele dan in het laatste seizoen dat voor de coronapandemie volledig werd uitgespeeld (2018/19). Bij de cijfers is Europees voetbal niet meegenomen. Vorig seizoen ging het daarin mis toen tijdens AZ – West Ham United vechtpartijen uitbraken nadat hooligans van de thuisploeg de hoofdtribune bestormden. Soortgelijke taferelen waren dit seizoen te zien bij de Conference League-kwalificatiewedstrijd FC Twente – Hammerby.
Het Openbaar Ministerie ontving 422 processen-verbaal van de politie waarbij voetbalsupporters verdacht werden van een misdrijf. Dat waren er een seizoen eerder nog 640.
Lees ook Weer werd er gevochten op de tribunes. Hoe willen clubs en de KNVB escalaties voorkomen?
Minder stadionverboden, strengere regels
Ook het aantal door de KNVB zelf opgelegde stadionverboden daalde, van 1.258 naar 986. Dat gebeurde in 242 gevallen vanwege het gooien van voorwerpen richting het veld. Omdat dit de spuigaten uitliep, is op 6 april besloten wedstrijden tijdelijk stil te leggen wanneer supporters dingen naar het voetbalveld smijten. Wanneer een speler of arbiter geraakt worden, wordt het duel zelfs definitief gestaakt.
De KNVB vindt de aangescherpte maatregelen een succes. „Er is sindsdien fors minder gegooid, met als gevolg dat er geen mensen op het veld meer gewond zijn geraakt”, schrijft de voetbalbond. „De daders zijn in bijna alle gevallen gepakt en kregen een landelijk stadionverbod van 9 tot 36 maanden.” Om het gooien van voorwerpen tegen te gaan, hebben meerdere profclubs netten laten ophangen in hun stadions.
Het is reces in politiek Den Haag, maar Haagse Zaken is er gewoon. In deze Q&A aflevering legt producent Iris Verhulsdonk luisteraarsvragen voor aan de redactie. Je hoort onder andere over het gebruik van telefoons in de Tweede Kamer, politieke jongerenorganisaties en de rol van de journalistiek in deze turbulente politieke tijden.
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].
Masoud Farhat is geboren in 1967, het jaar dat Israël de eerste nederzettingen bouwde op de Westelijke Jordaanoever. Met zijn familie bezit hij een groot stuk land in Beita waar olijfbomen groeiden en waar gerst en tarwe werd verbouwd. Maar het land is volledig ingenomen door kolonisten die worden beschermd door het Israëlische leger. Ondanks de militaire dreiging blijft hij proberen zijn land op te komen.
Presentatie:
Ruben Pest & Derk Walters
Redactie:
Felicia Alberding & Esmee Dirks
Fixer:
Nidal Rafa
Muziek, montage en mixage:
Bas van Win & Jeroen Jaspers
Vertaling:
Rosalyn Saab
Eindredactie:
Anna Korterink
Productie:
Rhea Stroink
Promotie:
Ruben Baudoin
Met dank aan:
Sarah Farhat, Sabri Saad El Hamus, Mirjam van Zuidam, Danielle Pinedo & Floris van Straaten
Een Europese Unie waarin anti-Europeanen de toon zetten en klimaatsceptici de sleutels van het klimaatbeleid in handen krijgen: het is lastig voorstelbaar. Toch was dat het beeld dat afgelopen week ontstond in het Europees Parlement, tijdens een plenaire sessie in Straatsburg vol drama en onverwachte wendingen. In twee belangrijke Europese dossiers – klimaat en transparantie – wisten eurosceptische politici de show te stelen, en hadden middenpartijen het nakijken.
De komende jaren moet volop worden onderhandeld over welke klimaatdoelen de EU zichzelf oplegt voor 2040. De vraag die deze week in het Europees Parlement op tafel lag: welke fractie mag voor dit lastige, maar ook prestigieuze dossier de rapporteur leveren? Politieke families kunnen tijdens een soort ‘veiling’ bieden op deze invloedrijke positie. Dinsdag werd de winnaar bekend: Patriotten van Europa, de club van onder meer Geert Wilders, Viktor Orbán, Matteo Salvini en Marine Le Pen. Een fractie die de Green Deal liever vandaag dan morgen ziet stranden en recente voorstellen van de Europese Commissie voor vermindering van de uitstoot vierkant afwijst. Middenpartijen verweten elkaar niet goed te hebben opgelet.
Donderdag gingen eurosceptici er met nog een belangrijk thema vandoor: transparantie. In het verleden waren het juist radicaal-rechtse partijen die vaak in de problemen kwamen door een gebrek hieraan, bijvoorbeeld met betrekking tot partijfinanciering of het gebruik van EU-subsidies. Nu lukte het ze om de schijnwerper te zetten op Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie.
‘VDL’ lag al eerder onder vuur wegens haar onduidelijke rol bij de totstandkoming van vaccinatiedeals met Pfizer, ten tijde van de coronaepidemie. Het is iets waar ze zich nooit voor heeft willen verantwoorden, maar deze week móest ze wel, onder druk van de rechtsconservatieve ECR-fractie (Conservatieven en Hervormers), waartoe onder meer de SGP behoort, maar ook de PiS-partij, bekend van de aanval op de Poolse rechtsstaat.
Wat ‘Pfizer-gate’ is gaan heten, draait om het sms-contact dat VDL had met de Pfizer-top. VDL wilde geen inzage geven in de berichtjes, het Europees Hof oordeelde in mei dat ze dit wel had moeten doen, maar de Commissievoorzitter doet nog steeds geheimzinnig. Op aangeven van de Roemeense Europarlementariër Gheorghe Piperea werd voorgesteld om het vertrouwen in haar op te zeggen. De motie haalde het bij lange na niet, geheel volgens verwachting, maar de indieners ervan bereikten wel dat het wekenlang over weinig anders ging dan de minder mooie kanten van VDL, en in feite van de Europese democratie zelf. Missie geslaagd.
Na de Europese verkiezingen van juni vorig jaar schoof het Europees Parlement op naar rechts. Populisten zijn zich sindsdien beter en efficiënter in fracties gaan organiseren, weten middenpartijen slim tegen elkaar uit te spelen en slagen er steeds vaker in om hun stempel op de politieke agenda te drukken. Von der Leyen zelf heeft hier aan bijgedragen. Haar eerste termijn als Commissievoorzitter (2019-2024) draaide om de samenwerking tussen de twee traditionele molochen in het Europarlement: haar eigen politieke familie, de Europese Volkspartij (EVP), en die van de sociaaldemocraten (S&D), aangevuld met steun van de Liberalen (Renew). Sinds de verkiezingen van 2024 kan ze zowel over links als over rechts. Dat wil zeggen: radicaal-rechts. En dat doet de EVP, met stille goedkeuring van Von der Leyen, dan ook geregeld, met name om versoepelingen van het klimaatbeleid door te drukken.
Dit heeft, niet geheel onbegrijpelijk, veel kwaad bloed gezet bij linksere, pro-Europese partijen die VDL vorig jaar nog aan een meerderheid hielpen. „In tijden van wereldwijde volatiliteit en onvoorspelbaarheid heeft de EU kracht, visie en het vermogen om te handelen nodig”, schreef VDL donderdag na de stemming. Daar is geen woord van gelogen, maar het zou goed zijn als de EU-baas en haar partij zelf het goede voorbeeld geven. Samenwerken met partijen die klimaatwetenschap of de rechtsstaat ook maar een mening vinden of die stilletjes Poetin bewonderen, levert op korte termijn misschien politiek voordeel op, maar is op lange termijn een doodlopende weg.
De gebeurtenissen van afgelopen week geven constructieve partijen volop stof tot nadenken. Zij – en niet eurosceptici – zouden voorop moeten lopen als het gaat om thema’s als transparantie of klimaat. Dat sociaaldemocraten niet willen meestemmen met twijfelachtige, radicaalrechtse initiatieven is begrijpelijk. Als de motie het donderdag had gehaald, zou dit, zoals de regels voorschrijven, het aftreden van de voltallige Commissie in gang hebben gezet. Tegelijk moet er genoeg ruimte blijven voor het geven van kritiek op deze Commissie. Discussies kunnen niet steeds bij voorbaat worden gesmoord met het argument dat de wereld in brand staat. Op termijn zal ook dat het geloof in de Europese democratie aantasten.