Aantal daklozen neemt opnieuw toe, tot 33.000

Het aantal daklozen in Nederland is net als vorig jaar toegenomen. Op 1 januari 2024 waren er zo’n 33.000 daklozen tussen de 18 en 65 jaar, blijkt uit de laatste schatting die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dinsdag publiceerde. Een jaar eerder waren er in Nederland nog 30.600 mensen zonder vaste verblijfplaats. Dat betekent opnieuw een stijging, van dit keer bijna 8 procent.

Tussen 2018 en 2022 daalde het aantal daklozen in Nederland juist een aantal jaar consistent tot 22.600 op 1 januari 2022. Sindsdien is al twee jaar een stevige stijging te zien.

De cijfers van het CBS zijn elk jaar een schatting. Maar een relatief klein deel van de daklozen is geregistreerd, bij bijvoorbeeld een opvang of de reclassering. Het grootste deel, zo’n 70 procent, heeft geen postadres of bijstandsuitkering voor dakloze personen en moet wegens gebrek aan registrering worden „bijgeschat”. Uit 2019 ontbreken cijfers, omdat de reclassering dat jaar overging op een nieuw systeem.

Daklozen van buiten Europa

Net als in voorgaande jaren is het overgrote deel van de daklozen man (83 procent). Opvallend is dat bijna de helft niet in Nederland geboren is. 37 procent komt van buiten Europa, iets meer dan een jaar eerder. 9 procent uit een ander Europees land. Dit kunnen bijvoorbeeld arbeidsmigranten zijn, maar dat onderscheid maakt het CBS niet. 21 procent is zelf wel in Nederland geboren, maar heeft een ouder uit het buitenland. Een derde van de daklozen heeft twee ouders uit Nederland en is zelf ook in Nederland geboren.

In de vier grote steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht), waar zich op 1 januari 2024 bijna een derde van de daklozen bevond, komt 70 procent van de daklozen van buiten Europa of hebben ze ouders van buiten Europa. In andere gemeenten is dat met 48 procent een beduidend kleiner deel. Daar verbleven relatief veel meer daklozen die, net als hun ouders, geboren zijn in Nederland (41 procent). In de grote steden is dat maar 16 procent.

Groepen vallen buiten beeld

Het CBS beschouwt mensen zonder vaste verblijfplaats. die op straat of bijvoorbeeld in een auto slapen, als dakloos. Net als mensen die alleen tijdelijk in een opvang of bij familie of vrienden kunnen slapen.

Bij de schattingsmethode van het CBS blijven nog altijd groepen buiten beeld. Zo gaan de cijfers alleen over 18- tot 65-jarigen, omdat kinderen en 65-plussers buiten de Basisregistratie Personen (BPR) vallen. Mensen die structureel in de maatschappelijke opvang verblijven vallen ook buiten de schatting, net als mensen die uit huis gezet dreigen te worden. Bovendien zijn er mensen die niet voor kúnnen komen in de registers, zoals uitgeprocedeerde asielzoekers.