Het heeft iets komisch: driehonderd concertbezoekers die keurig stil blijven zitten, terwijl op het podium swingende Caribische muziek klinkt. „U mag gerust op de bovenbenen meetikken hoor”, knipoogt Jeanine de Bique met een brede glimlach bij de aftrap van haar Nederlandse tournee met Holland Baroque.
In Carnival Baroque blijkt de muziek van Händel prima te kunnen versmelten met folksongs uit het Caribisch gebied. Bij de tweede toegift krijgt De Bique de Hollandse heupen er zelfs een beetje mee aan het wiegen op ritmes uit haar thuisland Trinidad en Tobago.
Ach ja, de stralende sopraan is vast wel stijver publiek gewend dan hier in Arnhem: ze staat geregeld op de podia van prestigieuze operahuizen door heel Europa. De hardcore operaconservatieveling zou waarschijnlijk gruwen van een programma als Carnival Baroque: werk van Händel en Rameau in creatieve arrangementen wordt hier ingekleed tussen calypsomuziek op barokinstrumenten.
Maar vergis je niet, de superlatieven waarmee de stem van De Bique in meer ‘klassieke’ concerten vaak omschreven wordt, zijn ook hier gewoon van toepassing: een prachtig rond geluid heeft ze, goudgeel van klank en soepel als olijfolie in de daverende coloraturen. Met de stormachtige aria L’alma mia fra le tempeste uit de opera Agrippina maakt ze nog maar eens duidelijk dat Händel tot haar specialiteiten behoort – ze won er per slot van rekening een Edison Klassiek-prijs mee op haar solo-album Mirrors.
Luchtgitaar
Haast innemender nog dan haar vocale virtuositeit zijn de aanstekelijke flair en betoverende charme waarmee ze op het podium staat. Het één-tweetje met hoboïst Tatjana Zimre in de cadens van Agrippina’s aria werkt op de lachspieren. „Écoutez bien!” zingt ze zwiepend als La Folie uit Rameaus opera Platée, terwijl ze de arpeggio-akkoorden uit het orkest meetokkelt op een luchtgitaar.
En wanneer ze praat over haar geboortegrond voel je hoe ze zich, heel eventjes, achtduizend kilometer westelijker waant. „Mango’s zijn mijn lievelingsfruit”, giechelt ze met kinderlijk enthousiasme, als aankondiging van het traditionele volksliedje ‘Mangoes’. „Een van mijn lievelingsliederen sinds ik een kind was.” Ontwapenend en sensueel is het lied ‘Morena Osha’ van de Trinidadiaanse songwriter André Tanker.
Lees ook
Sopraan Jeanine de Bique vindt altijd de kracht om door te gaan
Naast calypsomuziek klinken in het orkest ook invloeden van dichter bij huis. De vlugge variaties uit een orgelconcert van Händel worden hier als solo’s toebedeeld aan de verschillende barokinstrumenten, en het dalende baslijntje vormt ineens een logische basis voor The Beatles: All you need is love, zingen de orkestleden opgewekt.
Overzeese geliefde
De musici van Holland Baroque vermaken zich zichtbaar: barokgitarist Hugo Miguel de Rodas veert voortdurend op van enthousiasme, en contrabasspeler Michał Bąk krijgt een complimentje van zijn buurman na een geslaagde solo.
Muzikaal plezier vormt de hoofdmoot in Carnival Baroque. „Ik wil geen fronsende gezichten zien”, zegt De Bique na de pauze. Maar juist in de tweede helft van het concert brengt ze ook ontroering, als ze zich bij Tineke Steenbrink op de klavecimbelkruk vlijt en, begeleid door alleen theorbe en barokgitaar, een Caribische folksong zingt.
Heel prachtig en klein schetst ze in het liedje ‘Rosebud’ een invoelbare scène: tevergeefs wacht een Caribische vrouw op post van haar overzeese geliefde – het stoomschip komt, maar zonder brief. Doet denken aan Madama Butterfly? Ziet u nou wel, fluistert De Bique: „Opera en folksongs liggen heus niet zo ver uit elkaar.”
Video: Jeanine de Bique met Holland Baroque bij Podium Witteman (2022)
Video: Jeanine de Bique zingt het Trinidadse liedje Morena Osha