N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Slavernij Intolerantie tegen Afro-Braziliaanse religies neemt toe. Vooral evangelisten hebben de aanval geopend, opgezweept door de Bolsonaro’s. „Racisme zit nog diepgeworteld in onze samenleving.”
Vuur knettert onder een houten stellage, midden op straat in deze noordelijke buitenwijk van Rio. Vrouwen met witte hoofddoeken en kleurrijke rokken dansen op blote voeten rond de vlammen. Drums klinken opzwepend, vuurwerk fonkelt in de lucht. Priester Celinho de Omolu, een lijvige zestiger, steekt zijn handen de lucht in zet een lied in in het Yoruba, de taal die West-Afrikanen tijdens de slavernij naar Brazilië meebrachten. De groep vrouwen beantwoordt hem meerstemmig, de trommels nemen het gezang over.
Eromheen kijken tientallen buurtbewoners aandachtig toe. Ze klappen ritmisch mee en nemen ondertussen een hap uit de uitgedeelde acarajé: gefrituurde ballen van bonen en garnalen. Het feest van Xangô wordt groots gevierd.
Xangô is een van de orixá’s (goden) van de candomblé, de belangrijkste Afro-Braziliaanse religie. „Na een week vol rituelen, gebeden en offers voor Xangô, sluiten we af met een publiek feest waarbij iedereen welkom is”, vertelt de priester eerder op de avond in de tempel, gelegen aan een doodlopende weg. „Xangô is de geest van de strijd, van het vuur en van rechtvaardigheid. In deze tijd dat onze religie onder vuur ligt hebben we hem hard nodig.”
Binnen de candomblé draagt Celinho de Omolu, die in 1978 zijn tempel in Rio stichtte met inmiddels zo’n driehonderd leden, de titel van ‘pai do santo’ dat letterlijk ‘vader van de heilige’ betekent. Behangen met kettingen, een grote gouden ring aan zijn hand en gelakte nagels zit hij op een soort troon. De donkerblauwe muur in de ruimte is versierd met goudkleurige kronen en andere symbolen.
Zo’n 2 tot 3 procent van de Brazilianen is aanhanger van de candomblé, de helft van het katholicisme, maar dat aandeel slinkt. Inmiddels rekent zo’n 30 procent zich tot de snelgroeiende evangelische pinkstergemeentes.
Hoewel het er deze avond gemoedelijk aan toe gaat tussen de candomblé-gelovigen en de nieuwsgierige buurtbewoners, zijn Afro-Braziliaanse religies steeds vaker doelwit van geweld, intolerantie en racisme. Regelmatig verschijnen berichten in de Braziliaanse media dat candomblé-tempels zijn vernield, in brand gestoken of zelfs beschoten. Gelovigen – herkenbaar aan hun witte kleding, hoofddoeken en sieraden – worden op straat uitgescholden en soms zelfs aangevallen en mishandeld. Een paar dagen voor het feest van Xangô verschijnen op Instagram foto’s van een levensgroot stenen beeld van de candomblé-godin Iemanja in de noordelijke deelstaat Maranhão waarvan het gezicht kapot is geslagen. Eerder werd een beeld van Oxossi in brand gestoken. Vanwaar die haat?
„Vooroordelen over onze religie zijn er al sinds de koloniale tijd, toen Portugezen de Afrikaanse slaafgemaakten met geweld het katholieke geloof opdrongen. Alles wat Afrikaans was, werd als inferieur gezien”, legt ‘pai’ Celinho uit. „Onze cultuur, muziek, dans en dus ook religie werd als ‘onbeschaafd’ bestempeld en verboden. Tijdens de militaire dictatuur werden priesters opgesloten en tempels gesloten. Ondanks alle onderdrukking heeft de religie overleefd. We zijn een gerespecteerd onderdeel van de Braziliaanse cultuur maar opnieuw staan we zwaar onder druk.”
We zijn herkenbaar op straat en daarom een makkelijk doelwit.
Want vooral de laatste jaren neemt de intolerantie tegen de Afrikaans-Braziliaanse religies toe, blijkt onder meer uit cijfers van het ministerie van Mensenrechten. Sinds 2020 is het aantal meldingen van religieuze intolerantie met 45 procent gestegen. Vorig jaar waren er 1.200 meldingen van geweld. Van alle aangiftes die bij de politie binnenkomen, gaat 80 procent over de Afro-Braziliaanse religies.
„We zijn herkenbaar op straat en daarom een makkelijk doelwit”, zegt Tais Fraga (39), horecaondernemer en aanhanger van de candomblé. Een Uber-chauffeur weigerde haar onlangs een rit toen ze met haar dochter en moeder op weg ging naar de tempel. „We zaten al in de auto. Hij bekeek ons via de achteruitkijkspiegel, bestudeerde onze kleding en zei toen plotseling dat hij ons niet zou brengen. We moesten de auto uit. In zijn blik lag zo veel haat en afkeuring. Ik zal dat niet snel vergeten”, zucht ze verdrietig.
De candomblé heeft wortels in wat nu Nigeria is en kent allerlei orixa’s, die voor verschillende natuurkrachten en natuurverschijnselen staan, onder wie Xango (vuur, donder en bliksem, kracht en rechtvaardigheid), Oxum (rivieren en schoonheid) en Iemanja (zee en voorspoed). „Iedere orixa heeft een bepaalde verantwoordelijkheid in het leven van de mens, en helpt ons in het leven”, vertelt priester Celinho. „Bijvoorbeeld bij het nemen van besluiten, het leveren van strijd, het aangaan van relaties. We moeten de orixa’s goed behandelen, tevreden stellen, bijvoorbeeld door offers. Tijdens ceremonies kunnen de orixa’s aan ons verschijnen, als de mensen via dans en drums in trance raken.”
Tais komt al dertig jaar in de tempel van pai Celinho. Ze was negen toen ze geïnitieerd werd. „Het ergste van die toestand met de Uber-chauffeur vond ik dat mijn dochter, die nu negen is en wordt voorbereid om in te treden, erbij was. Ze krijgt nu al het signaal dat onze religie slecht is.”
Evangelisten
Het zijn met name de zeer conservatieve en snel groeiende evangelische pinkstergemeenten die de aanval hebben geopend op de Afrikaans-Braziliaanse religies. Vooral de afgelopen vier jaar onder ex-president Jair Bolsonaro hebben deze kerken ook politiek meer macht gekregen. Ze prediken de traditionele familiewaarden, staan zeer afwijzend tegen alles wat daarvan afwijkt en hebben een fanatieke zendingsdrang. Ze bestempelen de candomblé en de umbanda, een andere populaire Afrikaans-Braziliaanse religie, als duivels. Bolsonaro’s echtgenote Michelle Bolsonaro is een fanatiek evangelist en beschuldigde huidig president Lula da Silva van duivelse praktijken toen hij zich tijdens de verkiezingscampagne vorig jaar liet zegenen door een candomblé-priesteres.
In het zwaar gepolariseerde Brazilië vormen de aanvallen op de Afrikaanse-Braziliaanse religies ook de strijd tussen enerzijds de ultraconservatieve Bolsonaro’s – met als achterban de evangelisten – en anderzijds de progressieve president Lula, die door wetgeving gemarginaliseerde groepen zoals de candomblé-belijders bescherming wil bieden. Eerder dit jaar kondigde hij een nieuwe wet aan waarmee expliciet religieus racisme en religieuze intolerantie moet worden bestreden. Straffen voor mensen die zich hieraan schuldig maken kunnen oplopen tot vijf jaar cel met hoge boetes.
Tais deed aangifte bij de politie. Doordat de gebeurtenis te zien was op camera’s in haar straat, had ze bewijs dat de chauffeur hen de auto uitzette. „We wachten nu tot de zaak voorkomt”, zegt Tais. „Ik wil met mijn aangifte een voorbeeld stellen. Veel mensen durven geen aangifte te doen, of worden weggestuurd omdat ze geen bewijs kunnen tonen. Hopelijk wordt de wet ook echt toegepast.”
IJzeren poort
Een half uur verderop, in de wijk Jacarepagua, ligt aan een doorgaande weg tegen de heuvels een tempel, achter een hoge gele muur, afgezet met prikkeldraad. Een grote ijzeren poort moet de belijders van deze umbanda-geloofsgemeenschap veiligheid bieden. „Ze kunnen stenen naar ons gooien en we kunnen zelfs beschoten worden”, zegt Valquiria Velasco, behalve lid van de umbanda-gemeenschap, ook historicus aan de Federale Universiteit. Binnen deze religie hebben behalve de orixá’s ook christelijke en inheemse heiligen een belangrijke plaats.
Velasco deed onderzoek naar religieuze intolerantie tegen Afro-Braziliaanse religies. „De aanvallen op de Afro-Braziliaanse religies nu zijn een erfenis van vierhonderd jaar slavernij, die hier pas in 1888 werd afgeschaft. Racisme zit nog diepgeworteld in onze samenleving.” Hoewel de verspreiding van het katholieke geloof als wapen door de onderdrukker werd ingezet, versmolten tijdens de slavernij Afrikaanse en katholieke elementen. „Zie het als een soort dekmantel om de Afrikaanse religies in stand te kunnen houden, om te overleven. Zo staat Iemanja voor de heilige Barbara, en Xangô heeft als katholiek ‘broertje’ de heilige Hiëronymus. Overigens is het nog steeds zo dat veel Brazilianen zich tot het katholicisme én de candomblé rekenen. Dat zie je veel minder bij evangelisten.”
In de tempel steekt een in het wit geklede umbandapriesteres de kaarsen op het altaar aan. Boven de orixá-beelden hangt een crucifix met inheemse symbolen en beelden ernaast. Met wierook besprenkelt de priesteres de aanwezigen, onder wie percussionist Jorge Fernandes (60). Hij is deze zaterdag niet naar de verjaardag van zijn broer gegaan, maar naar deze tempel gekomen waar hij zich meer thuis voelt dan bij zijn eigen familie. „Ik groeide op bij mijn opa die een eigen tempel had. Tijdens de dictatuur werd hij opgepakt door de politie en moest de tempel sluiten. De Afrikaanse religie raakte op de achtergrond bij me toen mijn opa overleed. Ik had zo veel tegenslagen in mijn leven, niets lukte. Tot ik een paar jaar geleden de umbanda herontdekte. Alles veranderde.”
Iedereen mag toetreden, je hoeft niet te veranderen.
De toenemende haat tegen de Afrikaans-Braziliaanse religies merkt hij aan de afkeurende blikken en opmerkingen op straat. Maar erger is het, zegt hij, om almaar in angst te moeten leven, en je af te vragen of het wel veilig is in de tempel. Hij is daarom blij met de nieuwe, aangescherpte wetgeving tegen religieuze intolerantie. President Lula richtte bovendien een speciaal ministerie op om raciale ongelijkheid aan te pakken, met als minister Anielle Franco, zus van het in 2018 vermoorde zwarte raadslid Marielle Franco. Ook het ministerie van Mensenrechten met de zwarte minister Silvio Almeida heeft het recht op godsdienstvrijheid zoals de wet voorschrijft hoog in het vaandel staan. Zal het helpen? „Ik denk dat we nooit echt veilig zijn. Als zwarte Braziliaan en aanhanger van een Afrikaanse religie ben ik een dubbel doelwit”, zegt Fernandes. „Maar ik draag mijn umbanda-armbanden en kettingen met trots.”
Terwijl het aantal incidenten toeneemt, groeit opvallend genoeg ook het aantal Brazilianen dat juist toetreedt tot de Afro-Braziliaanse religies. Vooral onder jongeren. Onderzoeker Velasco: „Jongeren accepteren niet klakkeloos de doctrines van christelijke kerken. Afro-religies zijn ook veel opener, bijvoorbeeld naar de lhbtiq-gemeenschap. Iedereen mag toetreden, je hoeft niet te veranderen.”
In de tempel van pai Celinho heeft de ceremonie zich van buiten naar binnen verplaatst. Op de stenen vloer schuifelen vrouwen, mannen en kinderen in trance naar voren. De ogen dicht, het hoofd een beetje schuin, het gezicht gericht op de vloer. Dit is het moment dat de orixá’s aan de gelovigen verschijnen. Af en toe slaakt iemand een kreet. Soms stort iemand zich in de armen van een ander. De drums klinken steeds opzwepender.
In de woning van Celinho, naast de tempel, hangen foto’s van bekende acteurs die een ceremonie meemaakten. „Ik gebruik mijn bekendheid om de boodschap te blijven uitdragen”, zegt Celinho. „ Onze religie staat voor de natuur, voor puurheid en liefde. Voor tolerantie en vrijheid. Wat kan daar slecht aan zijn?”