Toen het Formule 1-seizoen zes jaar geleden voor het laatst van start ging in Australië, had Max Verstappen pas vijf races gewonnen. Nu de seizoensopening zondag weer in Melbourne plaatsvindt, staat hij aan de start als viervoudig wereldkampioen, met 63 zeges op zak.
Maar dat de Grand Prix van Australië de opmaat zal zijn naar Verstappens vijfde titel, is lang niet zeker. Verstappen begint het seizoen niet als topfavoriet.
Na de testdagen in Bahrein begin maart zette hij de overwinning in Melbourne al uit zijn hoofd. De vrijdagtrainingen in Australië veranderden daar weinig aan: Verstappens auto had „geen grip”, zei hij na afloop op zijn eigen website. „Het wordt moeilijk op te lossen. […] We komen nu tekort om vooraan mee te doen.”
Het klinkt bekend. In de RB20, Red Bulls auto van vorig jaar, begon Verstappen dominant, maar na een paar races kwam de concurrentie langszij. Nieuwe onderdelen maakten de RB20 een wispelturige auto en Verstappen won nog maar twee van de laatste veertien wedstrijden. Enkel dankzij zijn constantheid en vermogen om óók het maximale uit een lastige auto te halen, stelde hij het kampioenschap veilig.
De nieuwe RB21 is op zich niet langzaam. Maar ogenschijnlijk wel een auto die zich moeilijk laat afstellen op wisselende circuiteigenschappen en weersomstandigheden – en daardoor vaak moeilijk bestuurbaar is. Tijdens de tests lukte het Verstappen bijvoorbeeld niet de auto in de langzame bochten zo scherp te laten insturen als hij wilde.
Dezelfde ontwerpkeuzes
Het zijn dezelfde problemen als vorig jaar. Technisch directeur Pierre Wache was dan ook „niet zo blij als had gekund”, zei hij na afloop van de Bahrein-test. Op zich „gaat het de goede kant op” met de ontwikkeling van de RB21, aldus de Fransman, „maar niet zo snel als verwacht”.
McLaren, regerend constructeurskampioen, geldt als duidelijke favoriet. Tijdens de testdagen waren de oranje-zwarte auto’s van Lando Norris en Oscar Piastri veel sneller dan alle anderen in de racesimulaties, lange ritten waarmee de teams testen hoe de auto’s (en vooral de banden) zich houden over een Grand Prix-afstand.
Toch is op basis van testresultaten alleen altijd voorzichtigheid geboden. Bahrein is slechts één van de 24 circuits op de kalender, die allemaal weer net iets anders van de auto’s vragen.
Bovendien wijst alles erop dat het aan de kop van het F1-veld erg dicht bij elkaar zal zitten. Het huidige technische reglement gaat zijn vierde jaar in – en naarmate zo’n reglement langer van kracht is, komen de technici van de teams allemaal uit op grofweg dezelfde ontwerpkeuzes, omdat die op de baan het beste blijken te werken. Dat maakt de verschillen elk jaar weer kleiner. De strijd tussen McLaren, Red Bull, Ferrari en Mercedes zal waarschijnlijk net zo spannend zijn als vorig jaar.
Lees ook
Welke Lewis Hamilton haalt Ferrari binnen?
Verstappen betreedt het strijdtoneel samen met een nieuwe teamgenoot: Liam Lawson. Sergio Pérez werd in december na jaren van ondermaatse prestaties de deur gewezen. Nu mag de 23-jarige Nieuw-Zeelander proberen om, anders dan een hele reeks voorgangers, niet te bezwijken onder de immense druk van het stoeltje naast een van de beste coureurs uit de F1-geschiedenis. In de pas elf races die hij reed, heeft hij wel laten zien dat hij snel is en agressief kan duelleren.
Ook afgezien van Lawsons komst betreedt Red Bull een nieuw tijdperk in zijn 20-jarige bestaan – een tussenjaar voor het in meerdere opzichten cruciale seizoen 2026.
Beperkte ontwikkeltijd
Eind dit jaar gaat namelijk het volledige technische reglement de prullenbak in. Alle teams zullen voor 2026 met een schone lei een auto moeten ontwerpen die aan de nieuwe regels voldoet. Het kan een waterscheiding opleveren: wie de regels juist interpreteert, kan daar nog lang de vruchten van plukken; wie de plank misslaat, is vaak jaren bezig de achterstand weer in te lopen. Het stelt Red Bull en de andere teams dit jaar voor de vraag waaraan ze hun beperkte ontwikkeltijd- en budgetgaan besteden: de auto van 2025, óf alvast die van volgend jaar?
Red Bull staat voor die opgave vlak na het vertrek van technisch meesterbrein Adrian Newey, die is overgestapt naar Aston Martin. Ook sportief directeur Jonathan Wheatley, onder meer verantwoordelijk voor Red Bulls supersnelle pitstops, heeft het team verlaten. Newey en Wheatley leidden grote teams waarin veel meer knappe koppen werkten, maar ze waren wel pilaren onder de acht rijderstitels en zeven constructeurstitels van Red Bull.
Wagens worden half elektrisch
Daar komt bij dat Red Bull dit jaar een andere monsteroperatie moet afronden: het zal zijn eerste eigen F1-motor afmaken. In 2026 treedt namelijk óók een nieuw motorreglement in werking – de F1-wagens worden half elektrisch. En omdat de relatie met leverancier Honda al een poos onzeker is, besloot Red Bull de nieuwe motor zélf te gaan bouwen. Een kostbare en gigantisch ingewikkelde klus, waarbij – getuige de lange lijst met jammerlijk mislukte F1-motoren in het verleden – succes verre van gegarandeerd is.
Lees ook
Formule 1-racen voor beginners
Of Red Bull erin slaagt zijn 2026-project goed op de rails te krijgen én tegelijk mee te strijden om het kampioenschap in 2025, kan bepalend zijn voor Verstappens toekomst. Het ambitieuze Aston Martin zou al met astronomische bedragen zwaaien om Verstappen binnen te halen, al weet niemand of die geruchten kloppen. Maar Red Bull zal niettemin snappen dat voor Verstappen maar één ding telt: een winnende auto.
