N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie Beeldende kunst
Expositie Zitten is het nieuwe roken, heet het. Wie niet meer wil zitten, kan het hart ophalen in het Centraal Museum Utrecht, waar ruim honderd stoelen te zien zijn – de meeste ervan niet prettig om het zitvlak op te vlijen.
‘Zitten is een werkwoord, als je moe bent ga je maar liggen”, zei Gerrit Rietveld ooit. Hij gaf de mensheid iconische en mooie, maar vooral niet lekker-zittende stoelen. Hoe ver hij daarmee zijn tijd vooruit was, bleek andermaal toen deze zomer verslavingsarts Robert van de Graaf in een interview in NRC vertelde dat lekker zitten dodelijk is: „Langere tijd ‘lekker zitten’ is ongezond voor je botten, je spieren, je bloedsomloop, je hart. Ga dus liever op de grond zitten, of gehurkt, of op een krukje. Dat houdt je in beweging.” Het was de medische achtergrond achter de vaak gehoorde kreet ‘zitten is het nieuwe roken’. Als we het ermee eens zijn dat lekker zitten een verslaving is, dan is er maar een oplossing: cold turkey. Dat wordt makkelijker met een stoel waarop je niet kunt zitten.
Wie inspiratie wil opdoen voor ‘onzitbare’ stoelen kan terecht in het Centraal Museum in Utrecht. Op de expositie ‘Stoel neemt stelling’ – waar meer dan honderd stoelen te zien zijn en waar natuurlijk uitgebreid aandacht is voor de fameuze Rietveldstoel – is er aan beroerd zittende stoelen geen gebrek. Neem het werk van de Kameroens-Nederlandse kunstenaar Victor Sonna, die restanten van kerkbeelden gebruikte voor zijn stoel Adieu l’Enfance (2020). Het resultaat van de omgesmolten beeldrestanten is aanlokkelijk in zijn glimmendheid, maar je moet er niet aan denken te gaan zitten: de restjes van de beelden geven scherpe randjes aan het zitvlak en de rugleuning. Het handje van een heilige dat nog zichtbaar is mag klein zijn, er zullen weinig mensen behoefte aan hebben dat in hun kruis te krijgen als ze gaan zitten.
Geweren zijn geen fijne voorwerpen om op te gaan zitten
Somma gebruikte afgedankte materialen, evenals zijn collega Gonçalo Mabunda uit Mozambique. Hij koos voor een andere ‘religie’, namelijk die van het wapentuig. Na de burgeroorlog in Mozambique (1976 – 1992) kon iedereen z’n wapens inleveren in ruil voor agrarisch gereedschap. Mabunda gebruikte ze als materiaal voor zijn stoel en wat je al kon vermoeden: geweren zijn geen fijne voorwerpen om op te gaan zitten. Hetzelfde geldt voor de rolstoel van scheermesjes van Tayeba Begum Lipi, die met haar Agony (2015) een aanklacht maakte tegen geweld tegen vrouwen in haar land Bangladesh.
Basic Instinct
Haal je de politieke beladenheid ervan af, dan wil dat nog niet zeggen dat het gemakkelijker zitten is. Dat blijkt wel uit een stoel die gevormd is uit boomtakken. Het Britse duo Alice en Gavin Munro bedacht The Wiltshire Chair (2000-2006) waarbij ze de groei van takken aan een boom zo snoeiden en entten dat er uiteindelijk een stoel ontstond. Na zo’n zes jaar wordt het resultaat eruit gezaagd en kan er een nieuwe stoel groeien. Een even leuk als onpraktisch idee, het resultaat oogt behalve weinig prettig zittend ook als een tamelijk breekbaar concept.
Dan is er ook nog de ongemakkelijke houding: daarop reflecteert de Deense kunstenaar Anna Aagaard Jensen in A Basic Instinct (2018). Een gigantische stoel dwingt de zittende om de benen te spreiden en provocatief achterover te leunen. Alleen vrouwen mogen erin, opdat ze kunnen voelen hoe het is om er net zo zelfverzekerd bij te zitten als het gemiddelde alfamannetje dat graag de ruimte opeist.
Waarom verbinden we kwalificaties aan gender bij het zitten (wijdbeens is mannelijk, knieën tegen elkaar is vrouwelijk)? De Australische kunstenaar Gabriel Maher denkt dat dat niet nodig is en bedacht een kruk waarvan de zitting ontbreekt. Bij dat ontwerp moet je het doen met twee aan elkaar verbonden planken waar je je balans maar op moet zien te vinden. Met Mahers De_sign The Act of Sitting (2014) heb je een volledig onzitbare stoel, waarbij je je ook nog eens een houding moet aanmeten – een tamelijk ideale cold turkey.
Wrede stoel
De manier waarop je zit, zegt dus iets over wie je bent. Geldt dat ook voor een volksaard? Zegt een stoel iets over een land? De Siciliaanse ontwerper Matteo Guarnaccia ging op zoek naar stoelen die passen bij het land van herkomst. In China kwam hij zo uit bij een plastic goedkope stoel en in Brazilië bij eentje met gaas waarmee verwezen wordt naar de militaire houding van oud-president Jair Bol-sonaro. De mooiste komt uit Nigeria (hout afgewerkt met blik) en de Russische heeft een plastic bloemen-motiefje, verwijzend naar de plastic bloemen in Russische winters. Mooie vondsten, al herken je niet onmiddellijk het land. Dat is wel zo bij de Japanse stoel: een zaisu, een stoel zonder poten (ultieme zen), waarbij soberheid schijn is. De stoelen worden gemaakt met de duurste materialen, en van hout dat de maker zelf heeft gekweekt.
Wat zou de Rietveldstoel zeggen over Nederland? Ook iets over (inmiddels kostbare) soberheid? Onwaarschijnlijk. Wil je het Nederland van nu samenvatten dan kom je toch eerder uit op de variant van Maarten Baas. In Burning Red and Blue (2010) verbrandt hij een Rietveldstoel zodat een zwartgeblakerd skelet overblijft waar nog delen uit de rugleuning zijn weggebrand ook.
het is wreed om in een stoel te gaan zitten die niet in jou kan gaan zitten
dichtte Ilse Starkenburg ooit. Dat is het gevoel dat Baas hier oproept met zijn weinig zachtzinnige omgang met het Nederlands design-icoon. Al wat Nederland nog rest is een kapot, smerig, onzitbaar meubel. Een weinig fraaie volksaard, maar het goede nieuws is: dat is precies de stoel die we nodig hebben.