N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Arjan Broers Pastor Broers pleit voor een wijsheidscultuur, in plaats van een kenniseconomie. „De belangrijkste dingen in het leven kun je niet becijferen.”
Wanneer je de pastor van de Dominicuskerk aan de Amsterdamse Spuistraat wilt treffen, rijd je eerst naar Nijmegen en dan nog eens twintig minuten over een smalle dijk oostwaarts. Daar, net voorbij de Ooijpolder, ligt het Gelderse dorp Kekerdom. Bekend om de Laurentiuskerk, de enige buitendijks gelegen kerk van Nederland. Het gebouw lijkt bijna het lot te tarten, hier op het punt waar Waal en Rijn samenkomen. „Als je hier begraven wordt, moet je een zwemvestje dragen”, vertelde Arjan Broers (53) altijd aan vriendjes die bij zijn zoons kwamen spelen.
Vanuit de auto wijst Broers naar het natuurgebied naast de dijk. „De zeearend, de kiekendief, de rode wouw, de zwarte wouw. Een weelde aan ooievaars, die je hier eerder nooit zag”, vertelt hij. Met het wilder worden van de poldernatuur strijkt de ene na de andere vogelsoort hier neer. „En je ziet ook de populatie in het dorp veranderen”, lacht Broers. „Nog maar de helft van de bewoners hier doet mee met carnaval en de schutterij. De rest is hier voor de natuur en de rust gekomen.”
Met zijn twee zoons streek ook de pastor ruim tien jaar geleden hier neer, na een burn-out en een scheiding. Broers heeft een verleden als journalist, maar begeeft zich sinds zijn verhuizing meer en meer op het pad van religie en zingeving. Als voorganger van een kerk midden in Amsterdam – een aanstelling van twee dagen per week – zoekt hij voortdurend de samenwerking met cabaretiers en theatermakers om de oude verhalen uit de christelijke traditie opnieuw relevant te maken.
Stille tocht
Zo organiseerde hij tijdens de langste nacht van het voorbije jaar samen met theatermaker Alexandra Broeder van toneelhuis Frascati een ‘stille tocht’ waarbij een groep kinderen een stel volwassenen dwars door het centrum van Amsterdam leidde. Het tweetal was getroffen door cijfers van het Trimbos Instituut: 26 procent van de volwassenen en 44 procent van de jong volwassenen zei een psychische kwetsbaarheid te hebben. De pastor stofte oude woorden uit de katholieke biecht af: ‘Ego te absolvo, ik ontsla je van de last om het leven zin te moeten geven. Het heeft het al.’ Psychische klachten worden snel medisch bekeken, terwijl mensen het volgens hem nodig hebben te worden „bevestigd en gevoed in hun ziel”.
Want, zegt hij „Als je zelf zin moet geven aan een bestaan dat anders leeg is – die taak is veel te zwaar!” Zondag verscheen een boek, De beste helft, dat volgens Arjan Broers de neerslag is van wat hij zelf ontdekte sinds zijn burn-out in 2015. „Wat wil je later worden? Die vraag krijg je vaak als kind. Maar er komt een moment dat je iets of iemand bent geworden. En dan móet je nog een poos. Over die levensfase gaat mijn boek. Hoe kun je niet alleen ouder worden, maar ook wijzer?”
Een boek over hoe je wijzer moet worden. Heeft u die wijsheid dan zelf in pacht?
„Ja, dat is nogal een pretentie hè. Terwijl, wijsheid is bij uitstek een eigenschap die anderen aan jou moeten toeschrijven. Net als ‘integer’, je kunt ook niet van jezelf zeggen dat je dat bent. Maar wat ik merkte toen ik over dit onderwerp ging spreken: de wijsheid is er al, bij mensen. Je weet meer dan je weet. Alleen is er in onze cultuur zoveel dat aan mensen trekt, dat dit vaak blijft liggen. We leven in een kenniseconomie, waarin het rekenen centraal staat. Terwijl, de belangrijkste dingen in het leven kun je helemaal niet becijferen.”
Wat zou er veranderen in een samenleving als we meer een ‘wijsheidscultuur’ worden, zoals u bepleit?
„Er zijn steeds meer ouderen, maar steeds minder oudsten. Dat zijn van die figuren die in de gemeenschap een soort natuurlijke rol vervullen. Hier op het dorp is toevallig wel zo iemand. Die weet alles, van de vogels tot het verenigingsleven. En als er hier iets speelt, dan weten we: bij hem moeten we wezen. Eén van de inzichten die ik opdeed bij het maken van dit boek is dat die kwaliteit in onze samenleving onder druk staat. Ouderen verliezen zichzelf in cruises, vakanties, weet ik niet allemaal wat. En daardoor raken ze in zichzelf opgesloten. Terwijl juist vrijwilligerswerk, of je rol als opa of oma je een dieper soort vervulling geeft. Dat weten mensen eigenlijk ook wel. Ik merk dat het bevrijdend is als je daaraan toegeeft.”
Na de afgelopen Provinciale Staten-verkiezingen kregen ouderen van sommige commentatoren de schuld van de verkiezingsuitslag. Een partij als BBB zou onvoldoende rekening houden met toekomstige generaties. Is dat wat u bedoelt?
„Nou, bij die partij heb ik vooralsnog de indruk dat ze wel afspraken met andere partijen willen maken. Dat ze niet alleen voor het eigen belang opkomen. Ik wil niet zeggen dat ze ‘wijs’ zijn, maar ik zie bij die partij nog wel een kloppend hart voor de samenleving. Ik denk eerder aan ouderenpartijen, of aan partijen als FVD en PVV. Dat je jezelf opsluit in je eigen gelijk. Dat heeft iets heel puberaals eigenlijk, iets onvolgroeids. Bij figuren als Donald Trump en Boris Johnson zie je dat misschien wel het sterkst, maar je ziet het breder in onze samenleving.”
Ik weet niet of BBB ‘wijs’ is, maar ik zie bij de partij wel een hart dat klopt voor de samenleving
De schappen van de boekhandel liggen al vol met zelfhulpboeken. Waarin onderscheidt uw boek zich?
„Veel ‘zelfhulp’ blijft heel erg binnen het paradigma van de kenniseconomie. Zoiets als mindfulness wordt dan een tool om mensen die eigenlijk voortdurend overvraagd worden toch nog net wat langer door te laten gaan. Een fix. En het is heel ik-gericht, dat zag je bijvoorbeeld tijdens de coronacrisis. Toen waren het juist de spirituele mensen die niets van vaccinaties en lockdowns moesten hebben, omdat deze hun vrijheid zou aantasten. Dan denk ik: je eigen welzijn kan ook een afgod worden. Mijn pleidooi gaat wel over persoonlijke groei, maar is juist niet individualistisch. Voor groei heb je anderen nodig.”
Hoe kunnen we als samenleving dichter in de buurt van een ‘wijsheidscultuur’ komen?
„Ik zou het mooi vinden als mensen opnieuw kringen leren vormen, van mensen die met elkaar de paradoxen van het leven verkennen. Of denk aan ouderen en jongeren, die ervoor kiezen samen met elkaar op te lopen. Niet als mentor, maar als mensen die elkáár iets te leren hebben. En ik zie veel waarde in rituelen, om belangrijke momenten in het leven te markeren. In Japan gaan ze bijvoorbeeld om soldaten heen staan, om hen te bedanken voor hun diensten en te ontslaan van hun plichten. Zoiets zou je ook met je pensioen kunnen doen. Maar ik zou niet wachten met oefenen in wijsheid tot je oud bent. Toen mijn oudste zoon uit huis ging, maakte ik bijvoorbeeld linzensoep en gingen we met hem in het midden om een kampvuur zitten. ‘Mannen over de drempel’, noemde ik dat. Ik had mijn vader en wat oudere vrienden gevraagd hem een advies mee te geven. Een onvergetelijk moment. Voor hem, maar zeker ook voor mij.”
Wat u omschrijft klinkt bijna als een kerk. Bent u niet stiekem zieltjes aan het winnen om de kerken weer vol te krijgen?
„Kerken hebben zeker kansen in deze tijd, maar ze zijn veel te veel met zichzelf bezig. Zo was ik onlangs in een katholieke kerk. Een kleine, zieltogende club. Ik zag dat het niet goed ging met de pastoor, hij zat in zijn bank een traan weg te slikken. Maar toen ik hem die middag belde en vroeg hoe het ging, wilde hij daar geen woord over kwijt. Zo gaat het helaas vaak: geestelijken laten hun eigen kwetsbaarheid niet zien. In plaats daarvan verliezen ze zich in allerlei kerkelijkheid. En degenen die het wel zagen, zoals Huub Oosterhuis en ‘broodpater’ Gerrit Poels uit Tilburg, allebei onlangs overleden, die kwamen algauw buiten de kerk te staan. Ook de kerk kan wel wat wijsheidscultuur gebruiken.”