N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Reportage Migratie Op de Middellandse Zee is reddingsschip Humanity 1 in een felle strijd met de Libische kustwacht verwikkeld: wie is er eerder bij een vluchtelingenboot? De uitkomst betekent voor de migranten leven of dood – soms letterlijk.
‘Mr. Sandman nadert. Ik herhaal: Mr. Sandman nadert.” De bemanning van de Humanity 1, een reddingsschip van de ngo SOS Humanity, staat op scherp na het horen van deze codewoorden. Iedereen die op het schip werkt weet nu dat de Libische kustwacht hen in het vizier heeft. Enkele dagen eerder verliet het schip de Siciliaanse haven van Syracuse, om koers te zetten naar internationale wateren.
Het reddingsschip bevindt zich op het grensgebied van de internationale wateren en SAR-zone 1, oftewel het zoek- en reddingsgebied van Libië. Enkele bemanningsleden vertrekken naar het bovenste dek van de Humanity 1. In de lens van de verrekijker wordt bevestigd wat zojuist via een walkietalkie werd aangekondigd: de Libische kustwacht vaart recht op het schip af. „Ze maken even duidelijk dat ze er zijn”, reageert reddingscoördinator Dragos (43) laconiek.
De Libische kustwacht vaart in een rechte lijn naar de Humanity 1. Pas op het laatste moment maakt de boot een manoeuvre en wijkt de kustwacht uit. Maar het gevaar is nog niet geweken. De kustwacht lijkt om het schip heen te cirkelen. „Josh, kun je alsjeblieft naar de brug komen?”, vraagt tweede officier Caro in de walkietalkie. Kapitein Josh snelt naar ‘de brug’, de controlekamer van het schip.
Via het maritieme radiokanaal VHF zoekt de Libische kustwacht contact met de Humanity 1. „Ga weg, ga weg, ga weg”, klinkt het. Via het radiokanaal maakt kapitein Josh de kustwacht met klem duidelijk dat „al jullie acties” worden vastgelegd. Daarop lijkt de kustwacht langzaam af te druipen.
Het is niet opmerkelijk dat de kustwacht juist deze dag opduikt. Na dagen met golven van drie à vier meter hoog in de Middellandse Zee rimpelt het water kalm. Het is aannemelijk dat er ergens in de komende dagen migranten uit Libië zullen vertrekken om de overtocht naar Europa te wagen: vluchtelingen op overvolle boten hebben een grotere overlevingskans bij zachtere weersomstandigheden.
Strijd met de kustwacht
Het afgelopen half jaar lijkt de strijd te intensiveren om vluchtelingen op de Middellandse Zee als eerste te onderscheppen. Wie is er eerder, het ngo-schip of de kustwacht? Het is een strijd met grote gevolgen voor de migranten. Wie door een ngo-schip opgepikt wordt, wordt naar Europa gebracht. Ook de Italiaanse kustwacht redt migranten, al wil ze daar weinig ruchtbaarheid aan geven.
‘Wint’ de Libische kustwacht, dan ga je terug naar Libië. Daar worden migranten opgesloten, uitgebuit, vermoord en gemarteld door staatsveiligheidstroepen, gewapende militiegroepen en de kustwacht. Vrouwelijke vluchtelingen worden soms tot seksslaaf gemaakt. De Verenigde Naties houden Europa medeverantwoordelijk voor deze mensenrechtenschendingen, omdat het Libië betaalt voor het tegenhouden van de migranten.
Mede hierdoor pakt de wedstrijd tot nu toe in het voordeel van de Libische kustwacht uit. In januari van dit jaar ontving de kustwacht nog 42 Zodiac-boten van de Italiaanse regering. Deze speedboten zijn sneller dan de reddingsboten van ngo’s. Wanneer er een melding is van een vluchtelingenboot in de problemen, kan de Libische kustwacht dus eerder op locatie zijn. En in de maritieme wereld geldt: wie als eerste ter plaatse is, wordt de gezaghebber van de reddingsactie.
Maar wat ngo’s vooral op een 1-0 achterstand zet, is het gebrek aan informatie. In theorie is er in iedere SAR-zone een coördinatiecentrum, dat reddingsacties coördineert. Deze autoriteit dient alle omliggende schepen op de hoogte te brengen van een boot in de problemen en te bepalen wie er naar de locatie afvaart. In Libische wateren is dit coördinatiecentrum JRCC Libya. Anders dan de bedoeling is, deelt JRCC Libya informatie over een noodsituatie enkel met de Libische kustwacht, die pushbacks naar Libië initieert. Ook MRCC Rome – het Italiaanse coördinatiecentrum voor reddingsacties – is nalatig in het delen van informatie. Meer dan eens meldt MRCC Rome dat het de hulp van een ngo niet nodig heeft, zonder te bevestigen dat een ander schip de reddingsactie uitvoert.
Daarbij komt dat alle bewegingen van ngo-schepen te traceren zijn. Omdat de boten van de Libische kustwacht worden aangemerkt als militair, kan hun locatie daarentegen niet getraceerd worden. Wanneer een ngo een melding krijgt van een vluchtelingenboot in de problemen, kan de Libische kustwacht hen dus volgen en de ngo-boot dan ‘inhalen’ met haar snelle Zodiac-boten.
Zo blijven er voor ngo’s vier mogelijkheden over om hulpbehoevende vluchtelingenboten te signaleren. In veel situaties brengt Alarm Phone – een vrijwillige hulplijn die vluchtelingen kunnen berichten via een satelliettelefoon – hen op de hoogte van een noodsituatie. Daarbij worden de coördinaten van een boot in de problemen gedeeld. Een tweede manier is via de vliegtuigen Seabird 1 of Seabird 2, van de ngo Sea-Watch, of via Colibri, het vliegtuig van de ngo Pilotes Volontaires. Deze vliegen over de Middellandse Zee, op zoek naar een noodgeval.
Een derde mogelijkheid om vluchtelingenboten te spotten is via de uitkijkpost van ngo’s. Zo voert SOS Humanity zoekacties met verrekijkers uit vanaf het bovenste dek van het schip. Tot slot is er nog het maritieme radiokanaal VHF. Via dit openbare kanaal kunnen zowel commerciële schepen als reddingsschepen elkaar op de hoogte brengen van een noodgeval.
Voorbereidingen
Een week eerder is er nog geen vuiltje aan de lucht. Het blauw-gele schip van SOS Humanity ligt voor anker in de haven van Syracuse. Het schip trekt dagelijks veel bekijks. Viva l’umanitá!, roept een man uit – leve de menselijkheid! Hij strijkt met een vlakke hand over zijn hart en steekt een duim op. Soms stopt een nieuwsgierige voorbijganger voor de loopbrug van het schip, hopend op meer informatie. De week voor vertrek staat in het teken van trainingen.
In de eetzaal wordt een training gegeven over het verloop van een reddingsactie. „Wanneer we een boot naderen, moeten we zo snel mogelijk reddingsvesten uitdelen”, legt reddingscoördinator Dragos uit. „Anders raken we ze kwijt en kunnen ze sterven.”
De mogelijke doodsoorzaken worden in detail doorgenomen. De meest voorkomende zijn vergiftiging (door omgevallen benzinetanks), verdrinking en verdrukking. „Mensen kunnen worden verdrukt nadat wij reddingsvesten uitdelen”, vervolgt Dragos. Door de omvang van de reddingsvesten neemt het volume in de vaak toch al overbeladen boot toe. „De maatregel die we hiertegen nemen is publieksmanagement. We zeggen direct dat ze niet te veel moeten bewegen.”
Ook volgen er verschillende reanimatietrainingen, bijvoorbeeld over de reanimatie van baby’s. Eerst roep je ‘code rood, code rood’ door de walkietalkie, legt verloskundige Holly uit. „Dan kom ik zo snel mogelijk, want we willen zo snel mogelijk het water uit de longen krijgen.” Anders dan bij volwassenen gebruik je niet je handpalmen om een baby te reanimeren, maar je duimen. „Je duimen leg je over elkaar en die gebruik je als compressor voor de reanimatie.” Op een pop worden drukkende bewegingen geoefend.
De bemanning van SOS Humanity wil op elk scenario voorbereid zijn. Omdat het team ieder moment een melding kan krijgen over een vluchtelingenboot, moet het ook ’s nachts kunnen opereren. Hoewel de golven die avond hoog zijn, besluit de reddingscoördinator dat er toch geoefend moet worden, vooral om de belichting van de boten te controleren. Het reddingsteam heeft twee boten: een grote en een kleine. Een voor een worden ze gereedgemaakt. Het dekteam zet de lijnen uit en takelt de boten naar beneden.
Eenmaal op zee overheerst de duisternis. Even is enkel het klotsen van de golven te horen. De golven stuwen de reddingsbootjes op onregelmatige wijze omhoog. De voorkant van de boot wordt even gelanceerd als er een grote golf nadert. Vanwege de donkerte is het onvoorspelbaar wanneer de boot weer zal neerdalen op het water.
De eerste melding
Enkele dagen na de nachttraining volgt er een eerste melding. De beschrijving van Alarm Phone luidt: vijfhonderd mensen, onder wie 55 kinderen en 45 vrouwen. De boot met vluchtelingen begeeft zich binnen het reddingsgebied van Malta, tussen Griekenland en de Noordoost-Libische stad Benghazi. Op dat moment bevindt het schip van SOS Humanity zich op twee dagen varen van deze vluchtelingenboot, in een andere SAR-zone. De golven reiken tot drie meter hoogte. Het risico op een kritieke situatie voor de migranten is dus groot – en wordt met de dag groter.
Vanaf dat moment wordt er vanuit de controlekamer van het schip alles in gang gezet om meer informatie te verkrijgen over de boot in kwestie. De kapitein probeert contact te krijgen met de Maltese autoriteiten. Geen gehoor. Het Italiaanse coördinatiecentrum meldt dat het niet op de hoogte is van deze casus. In de daaropvolgende uren komt er via Alarm Phone steeds meer informatie binnen. Het is een blauwe, metalen boot met twee verdiepingen, die langzaam vol water loopt. Alle vluchtelingen bevinden zich op het bovenste dek. Een van de vrouwen is aan boord bevallen.
Lees ook: Geen hek of muur weerhoudt migranten uiteindelijk van hun komst naar Europa
Hoewel de Humanity 1 koers zet naar de vluchtelingenboot, blijft het in de controlekamer gissen naar antwoorden. Communicatiedeskundige Camilla (28) legt uit waarom. „Kijk, een coördinatiecentrum hoort een aantal dingen te doen: de telefoon opnemen, Engels spreken en de reddingsoperatie coördineren. Zij horen een overzicht te hebben van de omliggende boten en horen hen te instrueren dat ze volgens de maritieme wetten een verplichting hebben om een boot in de problemen te helpen.” Dat mensen redden op zee een verplichting is, wordt onderschreven door drie internationale conventies: het Internationaal Verdrag inzake opsporing en redding op zee (SAR), het VN-zeerechtverdrag (Unclos) en het Internationaal Verdrag voor de veiligheid van mensenlevens op zee (Solas).
Volgens de communicatiedeskundige gaat het op basis van die drie punten mis. „De coördinatiecentra van Malta en Libië nemen niet op en spreken geen Engels. De MRCC Rome neemt wel op, maar informeert ngo’s niet over vervolgprocedures. Dit centrum voert actief het beleid om niet te coördineren. Dus zijn wij nu eigenlijk blind naar een casus aan het varen, zonder te weten of de vluchtelingen aan boord al gered zijn of niet.”
Na twee dagen radiostilte blijkt dat de boot in kwestie, ‘casus AP0699’ (Alarm Phone 0699), is teruggestuurd naar Benghazi. Wie hiervoor verantwoordelijk is en wat er zich precies heeft afgespeeld achter de schermen, blijft onduidelijk. Het kan zijn dat de Maltese autoriteiten informatie hebben doorgespeeld naar de Libische kustwacht, maar daarvoor bestaat vooralsnog geen bewijs.
Inmiddels heeft woordvoerder Flavio di Giacomo van het VN-agentschap voor migratie via Twitter op het voorval gereageerd. „Libië is een onveilige haven waar migranten nooit naar terug mogen worden gebracht”, aldus Di Giacomo. Volgens een andere VN-organisatie, de Internationale Maritieme Organisatie, dicteert het internationaal recht dat iedereen die op zee wordt gered, onmiddellijk van boord moet worden gehaald en op een ‘veilige plaats’ moet worden afgeleverd. Libië voldoet niet aan de eisen van een ‘veilige plaats’, omdat de geredde migranten er hun leven niet zeker zijn.
De reddingsoperatie
„Wakker worden, we hebben een boot in zicht!” Een paar dagen later heeft de bemanning van SOS Humanity wel beet. Als volleerde brandweerlieden kleedt het reddingsteam zich in razend tempo aan. Waterdichte overall, reddingsvest, helm, handschoenen. De ochtendmist daalt nog neer op de Middellandse Zee, maar rustig wakker worden is er voor het team niet bij. De informatie tot nu toe: 105 mensen, grote vissersboot. De grotere reddingsboot vaart alvast vooruit om de situatie te verkennen. Het is nog niet zeker of er echt sprake is van een noodsituatie, omdat de vissersboot op het eerste gezicht maar twee mannen aan boord lijkt te hebben.
Naarmate de reddingsboot nadert, wordt de situatie duidelijker. Een voor een beginnen er mensen te zwaaien. Steeds meer silhouetten tekenen zich af tegen de horizon. Al snel komt het reddingsteam oog in oog met tientallen mannen. Ze wuiven hevig en schreeuwen in het Arabisch. In hun stem klinkt iets wat zich tussen euforie en doodsangst bevindt. Hallo, zegt vertaler Fares (40) in het Arabisch. „Wij komen uit Europa, niet uit Libië. Wij zijn hier om jullie te redden.” Daarop breekt er luid gejoel los. Als de vervolgprocedure wordt uitgelegd, is het muisstil. „Zijn er vrouwen en kinderen aanwezig?” Geen vrouwen, wel tien minderjarigen. Een jongetje neemt als eerste plaats op de reddingsboot. Hij lijkt niet bang en glimlacht breed.
De reddingsoperatie verloopt soepel. De twee reddingsboten vervoeren om de beurt mannen naar het moederschip. Er is plaats voor 20 à 25 mannen op de grote boot, en tien op de kleine. In plaats van 105 mensen blijken er zich 88 mannen op de blauwe vissersboot te bevinden. Ze zijn drie dagen geleden vertrokken uit de Noordoost-Libische havenstad Tobroek. In vergelijking met andere vluchtelingenboten die uit Libië vertrekken, is deze vissersboot in redelijke staat. Een linnen doek is over de boot gedrapeerd tegen de zon – geen overbodige luxe tijdens een lange overtocht. Hoewel de golven die nacht de drie meter haalden, lijken de mannen zich op het eerste gezicht relatief goed te voelen, op één man met zeeziekte na. De stemming onder de mannen laveert continu tussen onwetendheid en een staat van extase.
Wanneer alle 88 mannen zijn overgeplaatst naar de Humanity 1, volgt de laatste stap van de reddingsactie: het markeren van de reddingsboot. Met hanenpoten prijkt er nu ‘AP702 – 26-05-23 – HUM1’ op de vissersboot. Ngo’s doen dit om aan elkaar duidelijk te maken dat de opvarenden zijn gered en dat er geen sprake is van een pushback. De reddingsactie mag dan goed zijn verlopen, voor de mannen is dit pas het begin van hun reis naar Europa. De komende dagen zullen veel vragen beantwoord moeten worden: waar in Italië zullen ze voet aan wal zetten, wat zijn hun rechten in Europa en hoe kunnen ze een asielprocedure beginnen?
Strakke planning aan boord: van ontbijt tot avondeten
In de dagen die volgen, probeert het team van SOS Humanity in verschillende sessies antwoorden te geven op die vragen. Elke dag kent een strakke planning: ontbijt, een ochtendbriefing, informatiesessies, lunch, tekenen, avondeten. In een van die informatiesessies legt beschermingsfunctionaris Olive (29) uit welke rechten de vluchtelingen hebben en wat er gebeurt zodra ze in Italië aankomen. „Ik begin altijd met een sessie over het moment dat ze in Italië aankomen. Idealiter zijn er bij aankomst altijd organisaties als het Rode Kruis en Save the Children aanwezig. Deze organisaties informeer ik continu over het aantal mensen dat we hebben opgevangen en of er bijvoorbeeld minderjarigen bij zijn. Vanaf het moment dat we in Italië aankomen, worden de vluchtelingen naar een soort hotspot gebracht, waar ze worden geïdentificeerd.”
In zo’n hotspot worden vingerafdrukken afgenomen en wordt iedereen gefotografeerd. Ook worden alle beschikbare gegevens over iedere persoon genoteerd. Olive legt uit dat Europese autoriteiten bij aankomst direct willen nagaan of er economische migranten bij zijn. „Dat wordt bepaald door een vragenlijst. Het gebeurt op zeer informele wijze, er is geen echte triage. Als iemand wordt beoordeeld als economisch migrant, krijgt diegene een uitzettingsdocument en is hij vanaf dat moment illegaal in Europa.” Degenen die niet worden aangemerkt als economisch migrant, worden overgebracht naar een asielcentrum. Daar moeten ze wachten op een uitspraak over hun asielaanvraag.
Lees ook: Italië: ngo-boten mogen na redding van migranten niet naar drenkelingen blijven speuren
Zover is het nog niet. Voorlopig zijn de mannen aan boord vooral uitgelaten over hun eindbestemming: het Noord-Italiaanse Livorno. Het is geen toeval dat het schip zo ver moet varen; dat doet Italië om ngo’s tijd en brandstofkosten af te snoepen.
Veel mannen vragen geregeld aan de bemanning wat de ‘beste woonplaats’ is in Europa. De meesten lijken vooral zo snel mogelijk hun thuis te hebben willen verlaten. 64 van hen komen uit Syrië, zestien uit Pakistan, zeven uit Egypte en een uit Soedan.
Tijdens een tekensessie schetsen ze hun toekomst in Europa. Op een van de tekeningen is een poppetje te zien dat uitkijkt op een ondergaande zon in Syrië. Hij zit op een grasvlakte waar ‘Nitherland’ in staat gekerfd. Het poppetje ziet er tevreden uit. „Kijk, dat ben ik. Mooi hè?”, glimlacht de tekenaar. De tekeningen worden door de bemanning tentoongesteld op het dek. Wie een blik werpt op de verzameling, verwacht niet direct dat de makers volwassen mannen zijn. Toch maakt de groep enthousiast gebruik van de activiteiten die het team van SOS Humanity aanbiedt. Elke avond wordt er hand in hand gedanst op Arabische muziek. Soms loopt er een bemanningslid langs, maar dat is niet zonder risico: de voorbijganger wordt direct in de richting van het dansende gezelschap geduwd.
Ook tijdens de aankomst in Livorno is de stemming overwegend welwillend. Na een uitgebreide medische controle worden de mannen in groepjes naar de wal gestuurd. Hun bezittingen worden in een vuilniszak gedaan en met die zak in hun hand betreden ze het Italiaanse vasteland. De mannen lopen om de beurt een trap op, naar het gebouw waar ze zullen worden ondervraagd door de autoriteiten en deels worden opgevangen door maatschappelijk werkers. Enkelen zwaaien lachend naar de bemanning. Ze treden Europa tegemoet, dat ze in hun tekeningen hebben afgebeeld als het beloofde land.
Lees ook: Ali uit Syrië wist na drie pogingen Europa te bereiken