N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Raounak Khaddari Aan de hand van teksten van grote filosofen behandelt ze het thema vriendschap. „Vriendschappen geef je van A tot Z helemaal zelf vorm.”
Het is zaterdag 1 april en ik loop samen met twee van mijn oudste vrienden de marathon van Ibiza. Dat wil zeggen; zij lopen de halve, ik de hele. We kwamen een paar maanden geleden op dit idee omdat we onze vriendschap, meer dan 25 jaar geleden ontstaan, wilden vieren.
De starttijden en het parcours zijn zo bedacht, dat deelnemers aan beide afstanden elkaar tegen kunnen komen. Een van mijn twee vrienden haal ik in na 28 kilometer. Hij heeft er dan 7 in de benen. Als hij vlak achter me mijn naam roept tussen een zee van hardlopers, krijg ik kippenvel op mijn armen. Ik kijk om en zwaai. Van opwinding loop ik een kilometer lang harder dan gepland.
Anderhalf uur later sta ik aan de finish op hem te wachten. In de verte verschijnt mijn vriend. Als hij finisht en me ziet, valt hij in mijn armen en begint hij schokschouderend te huilen. En ik huil met hem mee.
„Dat is nou liefde”, zegt Raounak Khaddari (29), journaliste bij Het Parool en schrijfster van het boek Even goede vrienden. Twaalf dagen na de marathon van Ibiza zitten we rond lunchtijd tegenover elkaar in een overvol café-restaurant De Plantage in Amsterdam. „Als jij nu bezweet op mij af zou komen, zou ik terugdeinzen”, zegt ze achter een kop thee. „Maar als je van iemand houdt, neem je dat voor lief.”
In haar boek noemt ze vriendschap, aan de hand van filosofische teksten van Aristoteles, Nietzsche en anderen, de hoogste vorm van liefde. „Omdat we geen vrijere relaties kennen. Je familie kies je niet, van je partner kun je afhankelijk raken – sociaal, fysiek, of financieel. Maar vriendschappen geef je van A tot Z helemaal zelf vorm. En ze kunnen ook elk moment eindigen.”
Houd ik van mijn vrienden? Zeker, maar ik sprak het alleen nooit hardop naar ze uit. „Ik vind eigenlijk dat je dat wel zou moeten doen”, meent Khaddari stellig. „We waarderen onze vriendschappen veel te weinig.”
Khaddari, ook marathonloopster in haar vrije tijd, deed een jaar lang onderzoek naar de rol van vriendschap in haar leven en in de maatschappij. Aanleiding was de relatie die ze twee jaar geleden ‘uitmaakte’ met twee vrienden die ze ontmoette tijdens haar stage bij Het Parool. Toen de stageperiode eindigde, bleven zij elkaar wekelijks zien en verlangden dan ook Khaddari’s aanwezigheid. „Dat vond ik verstikkend”, zegt ze. „Sowieso kan ik niet tegen een constructie van elkaar elke week zien.” Zij had andere prioriteiten; koos voor haar carrière bij de krant, of om bij vrienden te zijn aan wie ze geen energie ‘lekte’. Tevergeefs probeerde Khaddari een middenweg te zoeken door om wat meer vrijblijvendheid te vragen, maar dat lukte niet. Daarop nam ze twee jaar geleden een radicaal besluit.
‘De druk van deze vriendschap wil ik niet’, appte ze haar vrienden. ‘Heel veel liefs.’ Ze zou hen nooit meer zien.
Ze hadden maanden lief en leed gedeeld maar bleken niet goed bij elkaar te passen. En toch deed de manier waarop Khaddari haar vriendschap had beëindigd pijn. Ze begon na te denken over wat vriendschap eigenlijk is, wat voor soort vriend ze zelf was. Om te ontdekken hoe ze zich tot haar vrienden verhield, riep ze de hulp in van een relatietherapeut. Ook sprak ze met psychologen en filosofen om te ontdekken wat ware vriendschap eigenlijk is.
Aan de hand van die gesprekken leerde ze wat het verschil is tussen vrienden voor plezier (hardloopmaatjes, lui met wie je bar gaat hangen) en vrienden voor nut (de fietsenmaker voor wie je omrijdt), en ze ontdekte in het werk van Aristoteles wat ware vrienden zijn; vriendschappen op basis van absolute vrijheid, gelijkwaardigheid en wederkerigheid. Met dat laatste wordt bedoeld dat je bereid bent tijd en energie in een vriend te investeren, zonder zeker te weten dat je die ook terugkrijgt.
Voor Khaddari aan haar boek begon, onderhield ze zeker twaalf vriendschappen, zegt ze. „En allemaal op hetzelfde niveau.” Maar tijdens het schrijven kwam ze erachter dat ze door dat te blijven doen, de mensen om wie ze het meest gaf, tekortdeed. Ze heeft er nu nog zes over, ware vrienden, die ze „actief onderhoudt”. Mensen aan wie ze een nier zou afstaan. Die ze een kaartje stuurt als ze een nieuwe baan hebben of gaan verhuizen.
Ware vriendschappen blijken uit talloze onderzoeken onmisbaar voor een lang en gelukkig leven. In de zogenaamde blauwe zones, plekken op de wereld waar mensen het oudst worden, wordt telkens duidelijk dat verbondenheid met vrienden (en familie) een van de geheimen is. Eén ware vriend is al genoeg om gezondheidsvoordelen te bereiken, schrijft de Britse antropoloog Robin Dunbar. Maar in het ideale geval zijn het er zo’n vijf. Mensen bij wie je jezelf kunt zijn, met wie je alles kunt bespreken, met wie je, in de woorden van Khaddari, ‘huid-op-huid-contact kunt ervaren.’ Sommige van haar ware vrienden hebben de sleutel van haar appartement, anderen kennen haar pincode en wachtwoorden.
Tijdens het schrijven van het boek realiseerde Khaddari pas hoe belangrijk vrienden in haar leven zijn. „Ik ben me nu bewust van de mooie mensen die ik om me heen heb, en sprak dat ook naar ze uit. Sommigen werden daar emotioneel van. Door het expliciet te maken, even te vertragen samen, ga je een diepere verbinding aan.” Haar boek is dan ook een pleidooi voor verdieping. „Ik zou willen dat we vriendschap als een werkwoord gaan zien, dat we het gaan dóen met z’n allen, er beter in worden. Dat mensen gaan bedenken dat hun tijd en energie waardevol is en dat ze ook afstand kunnen nemen van vriendschappen die louter energie kosten. Wees selectief in wie je toelaat. Dat levert echt iets op.”
Khaddari constateert dat we in onze maatschappij wel leren hoe we een goede partner moeten zijn, hoe we respectvol met elkaar moeten omgaan, maar niet hoe we een vriendschap aangaan en onderhouden. „We zien het als normaal dat we vanaf de basisschool vriendjes hebben en later in ons leven blijft vriendschap iets vanzelfsprekends. Terwijl het dat helemaal niet is. Meer dan een kwart van alle Nederlanders voelt zich enigszins eenzaam. Dan vraag ik me af: maar we zijn er toch allemaal? Dan kunnen we toch ook verbinden?”
In de snelle wereld van vandaag blijkt dat kennelijk toch niet zo makkelijk. Er is veel afleiding, veel vluchtig contact. „We zijn een snelle maatschappij waarin we continue op zoek zijn naar snelle bevrediging. Maar daardoor gaan we soms ook aan onszelf voorbij. Door intiemere relaties aan te gaan, vertragen we. En daar krijg je een gelukkigere samenleving van.”
Waar familie voorheen vaak als hoeksteen van de maatschappij werd gezien, ontdekte Khaddari dat dat de laatste jaren aan het veranderen is. In de VS spreekt met steeds vaker over ‘framily’, een samentrekking van friends en family, waarbij geldt dat vrienden een grotere rol beginnen te spelen in het leven van mensen. „Ook bij ons zien we dat vrienden vaker in een zorgbehandelplan worden opgenomen. Maar we hebben nog te veel haast om echt regelmatig samen te vertragen.”
Een paar dagen na het lezen van het boek en het gesprek met Khaddari stuur ik mijn oudste vriend, die van de Ibiza (halve) marathon, een berichtje. ‘Ik moet nog vaak aan die knuffel bij de finish denken. En wilde je daardoor ook even zeggen: ik hou van je.’ Een minuut later al antwoord: ‘Ik ook van jou, man!’
Lees ook: Hoe maak je nieuwe vrienden? En hoe behoud je ze? NRC geeft tips