‘Vergeten’ opera van Surinaamse componist Johannes Helstone voor het eerst uitgevoerd in het Concertgebouw

Soepel beweegt pianiste Liesbeth Peroti (54) haar vingers over de toetsen van de glanzende, zwarte vleugel die midden in een leslokaal van het Surinaamse conservatorium staat. De klanken galmen door de ruimte en razendsnel verplaatst ze haar handen en zet dan het slotakkoord in. „Dit is een van mijn lievelingscomposities van Johannes Helstone”, zegt ze enthousiast. „Welkom, welkom blijde morgen, heet het. Hij componeerde het in 1913 ter herdenking van Keti Koti. Het 50ste jaar van de afschaffing van de slavernij werd toen herdacht.”

Liesbeth Peroti is naast pianist ook zangeres, dirigent en muziekpedagoog. Ze repeteert deze middag haar eigen bewerking van het nummer. Zangeres en koordirigente Mavis Noordwijk schreef er een tekst op in het Sranan Tongo, het Surinaams. „Kon mi sisa, kon mi brada”, zingt Peroti a capella met hoge uithalen terwijl ze opstaat van de piano om haar sopraanstem de ruimte te geven. „Het is een patriottische compositie. Helstone was ook een patriot. Hij hield van Suriname en van de mensen hier”, zegt ze.

In Nederland is er plotseling veel aandacht voor de Surinaamse componist Johannes Nicolaas Helstone. Eerder deze maand verscheen het boek Een opera voor Suriname van Diederik Burgersdijk en Astrid Helstone; zij groeide op met het verhaal over haar achter-oudoom. Donderdag 15 februari wordt in een uitverkocht Concertgebouw in Amsterdam deze opera, Helstone’s grootste werk, voor het eerst in Nederland opgevoerd.

„Ik hoor dat er in Nederland wordt gezegd dat hij uit de vergetelheid is gehaald, maar ik denk dat ze hem in Nederland helemaal niet kennen”, lacht Peroti. „Hier in Suriname zijn we hem nooit vergeten! Tijdens zijn 160ste geboortedag heeft de Nationale Volksmuziekschool in samenwerking met bekende Surinaamse componisten en musici een groot tribuut ter ere van Helstone georganiseerd. Hij is voor ons de godfather van de klassieke muziek.”

Johannes Nicolaas Helstone, circa 1890.

Vast onderdeel

De eerste studenten van het conservatorium druppelen binnen. Straks start hun koorpracticum. Muziek van Johannes Helstone is vast onderdeel van het curriculum. In Suriname heeft de componist, die in 1853 in slavernij werd geboren op de voormalige houtplantage Berg en Dal en uiteindelijk cum laude afstudeerde aan het conservatorium in het Duitse Leipzig, zijn plek verdient. Al jaren, sinds 1948, staat zijn monument midden in het centrum van Paramaribo. Praktisch iedere gids stopt er wel even tijdens stadswandelingen met toeristen om het verhaal van Helstone te vertellen die net tien jaar was toen de slavernij werd afgeschaft.

Op Berg en Dal hadden Duitse zendelingen, de zogeheten Hernhutters, een missiepost. Tijdens de slavernij evangeliseerden deze Hernhutters slaafgemaakten onder meer via alfabetisering en muziek, en ze trokken langs verschillende plantages. Helstone viel hen al vroeg op vanwege zijn muzikaal talent. Na de afschaffing van de slavernij vertrok hij naar Paramaribo waar hij verder werd opgeleid en kwam hij met steun van de zendelingen uiteindelijk terecht in het Duitse Leipzig, destijds een groot en inspirerend centrum voor klassieke muziek. Zijn tijdgenoten in Leipzig waren componisten als Grieg en Mendelssohn.

Hoewel Helstone volop aanbiedingen kreeg in Europa, koos hij er uiteindelijk voor om terug naar Suriname te gaan. „Toen hij de opera Het Pand der Goden in 1906 uitvoerde in theater Thalia werd hij letterlijk op handen gedragen, het land stond op z’n kop”, vertelt Peroti. Zelf groeide ze op in Paramaribo in een gezin waar klassieke muziek een verplicht onderdeel van haar opvoeding was. Ze zat op de muziekschool en ging regelmatig met haar broers en ouders naar concerten. „Ik was tien toen ik een elpee kreeg van pianist Vladimir Horowitz. Ik wist al vroeg dat ik verder wilde met muziek en uiteindelijk ben ik naar het conservatorium in Rotterdam gegaan.” Daar gingen ze er vanuit dat Peroti kwam om jazz te studeren. „Waarschijnlijk dachten ze: oh, een zwarte vrouw, die zal wel jazz willen studeren. Er heerst nog altijd een geprogrammeerd beeld dat klassiek iets wits of Europees is, terwijl er in de 18de en 19de eeuw ook in Europa zwarte componisten rondliepen. Maar tref je ze aan in de canon voor klassieke muziek? Hopelijk draagt de uitvoering van Helstone’s opera in het Concertgebouw eraan bij dat dit vertekende beeld verandert.”

Studenten van het Conservatorium Suriname tijdens de koorles.
Foto Ranu Abhelakh

Partituren

Surinaamse musici hebben al jarenlang pogingen gedaan om de opera Het Pand der Goden in Suriname op te voeren, maar de partituren zijn in Nederland. De familie van Johannes Helstone beheerde het archief jarenlang, om het en uiteindelijk onder te brengen bij het Allard Pierson Museum. Eerder ging veel muziek van Helstone verloren bij een brand in zijn huis in Paramaribo. Nu er sinds een aantal jaren een goed Nationaal Archief in Suriname is, hopen Peroti en veel anderen in Suriname dat Helstone’s muziekarchief terug keert naar zijn geboorteland.

Docent Jair Konter is inmiddels gestart met het koorpracticum; hij geeft op de vleugel de toonhoogte aan. De studenten herhalen de klanken om de stembanden warm te krijgen. „Let op dat je in het tweede couplet echt ingaat op de emotie. In dit lied van Helstone zit niet alleen blijdschap omdat de slavernij is afgeschaft, probeer er ook een gevoel van opluchting in te leggen”, zegt Konter tegen de studenten.

Student Serah Heyns zingt mee met de sopranen. „Mijn oma was klassieke sopraan. En hoewel ik meer met jazz bezig ben, ga ik misschien in de toekomst toch wat meer met klassiek doen”, zegt ze in de pauze.

Johannes Helstone is voor studenten als Heyns een bron van inspiratie. „Hij moet wel veel moed en durf hebben gehad. Maar ook een enorm muzikaal talent zijn geweest, dat ze zelfs in een tijd van slavernij niet om hem heen konden!” roept ze uit.