‘Samsara’ vraagt de ogen te sluiten én laat je trippen

Het meditatieve en mysterieuze Samsara van de Spaanse filmmaker Lois Patiño is zo’n film die tijdens het thuiskijken niet alleen aan kracht verliest, maar op een klein scherm misschien wel helemaal niet bestaat. Dus ga hem nou maar gewoon in de bioscoop bekijken, zou ik het liefste opschrijven. En verder niets. Deze film is een ervaring. In Nederland is Patiño echter nog niet bekend genoeg om het daarbij te laten. Maar zijn ster is rijzende.

Samsara won vorig jaar de Speciale Juryprijs van de Encounters-competitie van het filmfestival van Berlijn en bijna iedereen die ik na afloop van de Berlinale-persvoorstelling sprak was het erover eens iets raadselachtigs en ongeëvenaards te hebben meegemaakt.

Goed. Voordat het te cryptisch wordt, hierbij een kleine handreiking hoe de film te ervaren en ontrafelen. Dat gaat niet helemaal zonder spoilers. Dat is misschien ook niet erg. Iedereen zal tijdens deze film iets anders beleven.

Eerst maar even de titel. Samsara – Sanskriet voor de cirkel van leven en dood, de reis van wedergeboorte naar wedergeboorte – bestaat uit drie delen. De documentair aandoende film begint in Laos, en eindigt na een experimenteel tussenspel in Zanzibar. Hij is door verschillende cameramensen gefilmd, op 16mm, dat de beelden voor en na dat abstracte intermezzo een wonderschone levendige textuur meegeeft. We reizen door tijd, ruimte en religie.

Vlak voor het interludium zitten we met een jonge Boeddhistische monnik aan het sterfbed van een oudere vrouw. Hij leest haar een stervenstekst voor uit het Tibetaanse Dodenboek – de Bardo Thödol, ‘bevrijding door horen in de tussenstaat’. Zo leidt hij haar het ‘bardo’ binnen, de overgangsstaat tussen sterven en wedergeboorte. Het spel van de wind en het licht in het gekleurde muskietennet om haar bed maken de wereld onvast en fluïde.

Dan verschijnt er een tekst in beeld die ons vraagt onze ogen te sluiten en met haar de reis naar een nieuw lichaam te maken. Doe het maar! Al heb ik de tweede keer dat ik de film zag even gespiekt, maar wat er op het doek gebeurt is echt alleen maar een effect om door je oogleden heen te ervaren. Het lijkt op de flitsen die je met gesloten ogen kunt ‘zien’ bij stroboscopisch licht. Of poëtischer: als je in slaap dommelt in de trein op een late zomerdag en het zonlicht door een bomenrij je oogleden kietelt. Het maakt dat deel van de film ongeschikt voor mensen met fotosensitieve epilepsie.

Patiño bouwt voort op filmexperimenten die in de jaren vijftig en zestig werden gedaan met licht: de zogeheten flickerfilms van Tony Conrad en de beroemde ‘Dreamachine’ van Brion Gysin die via lichteffecten een LSD-trip wilde nabootsen. En later de sensopathische lichtkunst van James Turrell of de zintuigen manipulerende installaties van Kurt Hentschläger die met visuele na-effecten werkt. Of zelfs shockfilmer Gaspar Noé die in Enter the Void een MDMA-trip met dezelfde beelden nabootste. Ook Samsara roept een neurale ervaring op, waarbij die film-met-je-ogen-dicht iets zichtbaar maakt wat eigenlijk niet bestaat en geen twee keer hetzelfde is.

Samsara is daardoor zowel een spirituele reis als een media-archeologische zoektocht naar de bewustzijnsverruimende kwaliteiten van film. Ook film is vaak een droom genoemd, of een meditatie, en zelfs een trip. Deze film brengt dat allemaal samen. Het is een ervaring aan beide kanten van het bewustzijn.

https://www.youtube.com/watch?v=it-YSrv6ttA