‘Roter Himmel’: een idyllische zomer in een brandende wereld

Recensie Film

Arthouse Met ‘Roter Himmel’ wilde regisseur Christian Petzold een zomerfilm aan de nostalgische Oostzee maken, maar de zomerfilm is een fictie geworden. En de wereld staat in brand in deze labyrintische vertelling over een zelfingenomen schrijver en zijn tegendraadse muze.

De nieuwe vrienden in ‘Roter Himmel’, met links Leon (Thomas Schubert) en Nadja (Paula Beer).
De nieuwe vrienden in ‘Roter Himmel’, met links Leon (Thomas Schubert) en Nadja (Paula Beer).

Leon is niet de eerste zelfingenomen schrijver met writer’s block die de filmgeschiedenis opvoert; en ook niet de eerste die ergens in de loop der gebeurtenissen verdwaald dreigt te raken in zijn eigen boek. Maar Roter Himmel, de nieuwe film van de Duitse filmmaker Christian Petzold (bekend van Transit en Undine), heeft een paar verrassingen in petto. Niet voor niets is het nummer ‘In My Mind’ van Wallners het muzikale leidmotief.

We leren Leon om te beginnen kennen als iemand die veel te veel in zijn hoofd zit. Met zijn beste vriend Felix vertrekt hij naar de Oostzee voor een werkvakantie. Leon om te werken aan zijn tweede roman; zijn uitgever heeft beloofd langs te komen voor een eerste lezing. Felix om een portfolio samen te stellen voor zijn toelatingsexamen aan de kunstacademie. Maar al vanaf het moment dat het tweetal aan het begin van de film met panne langs de weg komt te staan en het laatste stuk dwars door een door bosbranden bedreigd bos te voet af moet leggen, begint de realiteit te verkruimelen. Niet alles wat Leon in deze labyrintische vertelling ziet of denkt te zien, en denkt of denkt te denken, is even ‘echt’. Dat maakt hem intrigerend, en toch ook wel sympathiek. Hij wil koste wat het kost zijn boek afmaken, dat snappen we. Maar dat hij daarvoor misschien ook uit zijn hoofd moet komen, en iets moet gaan voelen, dat snapt hij nog niet.

https://www.youtube.com/watch?v=cbgzBzjr77Q Lees ook het interview met regisseur Christian Petzold: ‘Zomerfilms kunnen heel rijk zijn, als ze niet gaan over jongeren die een beroep vinden of geld verdienen’

Petzold beschrijft zijn personages vaak als ‘spoken’, en zo zijn zijn films vaak sprookjes. Ze staan altijd met een voet in de politiek-historische realiteit, en tillen die dan naar een abstract niveau. Ook Roter Himmel is ondanks zijn verwijzingen naar de klimaatcrisis eerder allegorisch of symbolisch: het bos waar de held doorheen moet om gelouterd te worden, de wereld die in brand staat, de verwijzingen naar Pompeï en Heinrich Heine, de tegendraadse muze Nadja in haar rode jurk, de personages die soms op slaapwandelaars lijken. Hun loomheid is niet alleen het gevolg van het zomerweer. Petzold vertelde in interviews een ‘zomerfilm’ te hebben willen maken, maar dat idyllische genre van jonge mensen op de drempel naar het leven is anno nu een fictie. Petzold liet zich voor de goede verstaander inspireren door bewegingen als het Duitse Fridays for Future, vergelijkbaar met het in Nederland grotere Extinction Rebellion.

Het lijkt ook alsof hij met deze film een nieuwe weg inslaat: zoveel zelfspot en ironie zagen we niet eerder in een film van deze doorgaans toch erg brainy regisseur. Dat maakt Roter Himmel, in Berlijn met de Zilveren Beer voor de Grote Juryprijs bekroond, fris en onbevangen. Het is niet moeilijk om in Leon een jonge Petzold te zien, wat de film naast alles wat hij agendeert tevens tot een ‘zelfportret van de filmmaker als jonge schrijver’ maakt.