Complexe rollen kan je met gerust hart aan Natalie Portman (42) overlaten, actrice en psycholoog. Ze oogt wat glazig en afwezig in een simpele rol, komt pas echt tot leven als het uitdagend wordt. Zoals de rol van actrice Elizabeth die in May December onbevreesd een wespennest binnen banjert.
In 2015 arriveert ze in Savannah, Georgia, om Gracie (Julianne Moore) te observeren. Gracie, bijna zestig, was begin jaren negentig het middelpunt van een tabloidschandaal toen ze als 36-jarige achterin een dierenhandel werd betrapt met de 13-jarige hulpkracht Joe. Na haar gevangenisstraf trouwden ze alsnog, nu verlaten de kinderen het nest. Elizabeth speelt Gracie in een tv-film; haar komst rakelt van alles op bij het schijnbaar serene echtpaar en in de hechte gemeenschap.
„Het was nogal meta om als actrice een actrice te spelen die een bestaand persoon wil spelen”, zegt Natalie Portman als we haar in mei spreken in Cannes. „Maar heel interessant, want ik heb zelf ook zulke research gedaan. De uitdaging was er geen parodie op te maken.”
Het soms vilein grappige psychologische doolhof van May December laat open of Elizabeths gedrag authentiek, een act of imitatie is. Of Portman als actrice in het gewone leven ook op zulke scepsis stuit, vraagt een collega. Portman: „Continu, maar wat is authentiek? Ik denk dat alle mensen weten dat ze maskers dragen. Ik bedoel: elke cultuur kent gemaskerde bals of rituelen, die metafoor voor rollenspel is universeel. Acteurs die een rol spelen zijn eigenlijk eerlijker dan mensen die net doen alsof ze zichzelf zijn.”
We treffen Portman en regisseur Todd Haynes (Carol, I’m Not Here) op het dakterras van het Marriott Hotel daags na de wereldpremière. May December kan je irriteren als glibberig of pretentieus, maar zet je hoe dan ook aan het denken. Is dit ernst of camp? Dat laatste suggereert de moddervette jaren-70-soap-opera-vibe en het arthousevertoon van spiegelbeeld, deceptie en dubbele bodems.
Haaien
Elizabeth en Gracie houden af en versmelten met elkaar, cirkelen als haaien – haaibaaien? – rond de zorgzame, hulpeloze Joe, nu een 36-jarige radioloog en een verweesde papa die zelf nooit een echte jeugd had, of nooit is opgegroeid. De hamvraag: is Gracie een zielige, labiele vrouw of een sluwe manipulator? Haar naaste omgeving ziet een emotioneel behoeftige vrouw die fröbelt met bloemschikken en taarten, de buitenwereld een verdorven verleidster.
Natalie Portman stuurde het geraffineerde script van casting-director Samy Burch tijdens een Covid-lockdown naar Todd Haynes – May December stond dat jaar op de ‘Black List’ van Hollywoods meest veelbelovende, maar nog niet geclaimde scripts. Portman: „Todd heeft zo’n eigen blik op suburbia, de donkere onderbuik van Amerika, het binnenleven van ingehouden vrouwen. Ik wilde al heel lang met hem samenwerken.”
Logisch, want Haynes bezorgt zijn ‘leading ladies’ – Julianne Moore, Cate Blanchett, Rooney Mara – serieel Oscarnominaties. En actrice Elizabeth is een prachtrol voor Portman. Todd Haynes: „Natalie sust de kijker in slaap met het idee dat Elizabeth – zeker vergeleken met Gracie – in balans is. En haalt dat idee dan bijna in slow motion onderuit.” Als celebrity zet Elizabeth bewust of onbewust overal haar seksualiteit in; zie een memorabel klasgesprek waar ze een brutale scholier die haar vraagt naar seksscènes de mond snoert met een geil exposé: hoe er soms chemie is op de filmset, schaars geklede lichamen dan zwetend langs elkaar wrijven, met zwaar ademende mannen eromheen. „Doe je dan net alsof je geniet of doe je juist alsof je niet geniet”, fluistert Elizabeth tegen de muisstille klas. Portman, vrolijk: „Die scène is zó ongepast!”
High camp
Moeten we May December tot ons nemen als ‘high camp’? Haynes verplaatste zijn film van het gure Camden, Maine naar Savannah, het zwoele oude hart van de staat Georgia én van de ‘Southern Gothic’. Zie je groene eiken met Spaans mos dat als luguber spinrag over de wegen hangt, dan denk je direct aan verknipte families in witte plantagehuizen. Haynes flirt met die associatie, erkent hij. „Savannah geeft een film direct een gotische air van mysterie en suspense.”
Toch had Haynes, bekend om zijn queer sensibiliteit, naar eigen zeggen vooraf geen camp voor ogen. Hij liet zijn cast en crew om de ‘vibe’ van de film te begrijpen zo’n twintig films bekijken, met als zwaartepunt het zwaarmoedige oeuvre van de Zweedse maestro Ingmar Bergman: Herfstsonate, Winterlicht en vooral Persona uit 1966, waaruit Haynes stevig citeert. In die film, die je nu bijna als parodie op hoogdravende nouvelle vague-arthouse ervaart, versmelt een getroebleerde diva met haar jonge verpleegster. Haynes: „Niets is minder camp dan Bergman, toch voelt Persona nu aan als campy high art. Misschien is May December dat ook: campy high art met tabloid-wendingen. Zo’n botsing van highbrow en lowbrow is niets nieuws. Het is geen geheim dat elke molecuul van mijn brein doordrenkt is van het melodrama van Douglas Sirk.”
Volgens Haynes versterkt zijn gebruik van Michel Legrands heftige filmscore uit The Go-Between (1971) die indruk van camp. Zo horen we Legrands dreigende piano-akkoorden – da-Dáng! – al direct als Gracie de koelkast opent en ontzet gilt: „De hotdogs zijn op!” Haynes: „Fascinerende filmmuziek, zeker niet zo’n moderne muziekscore die onzichtbaar probeert te zijn. Zo’n score past bij Europese arthouse van de jaren zeventig. Het zet kijkers aan het werk, nodigt ze uit de kloof tussen wat ze zien en wat ze horen zelf in te vullen. Want er broeit iets, dat is helder.”
Lees ook
de recensie van ‘May December’
Leeftijdsverschil
Haynes baseert zijn film op de zaak rond docente Mary Kay Letourneau en haar 12-jarige leerling Vili Fualaau, met wie ze later trouwde. Haynes: „Vili was Samoaans, Joe is Koreaans. Er zit iets in van ‘de ander’, iets exotisch dat Gracie in een kooitje gevangen heeft.” Het leeftijdsverschil tussen Gracie en Joe noemt hij „bij aanvang complex en nogal onthutsend, en de volwassen relatie draagt daar nog de sporen van”. „Maar wat mij in dit script trok, is dat de vrouwen hun verlangens volgen, ook als die ongepast zijn en slachtoffers maken. Het is een patriarchale dynamiek, maar met de seksen verwisseld.”
Is het zinvol deze harpijen patriarchaal te noemen, vraag ik. Haynes: „Jawel, volgens mij handelen ze vanuit een patriarchaal systeem van macht en dominantie, zoals homoseksuele koppels zich ook heteronormatief kunnen gedragen. Ik bedoel: Gracie behandelt Joe als een jochie, Elizabeth heeft geen enkel respect voor mannen, ziet ze als wegwerpartikelen. En Joe accepteert dat, hij weet niet beter.”
Dat het matriarchaat ook best kwaadaardig kan zijn, wil Haynes niet bevestigen. „Al raakt deze film wel aan het feit dat vrouwen meestal het gezin runnen, en het huwelijk en het huishouden en het waardensysteem en wat je koopt en wat je eet en wat je in je vrije tijd doet. Al die zaken worden eerder gedicteerd door vrouwen dan door mannen, die zich op die punten graag onderwerpen. Door die onzichtbare arbeidsverdeling zijn mensen vaak best wrokkig over mama.”
Tijdens het gesprek laat Haynes een Franse uitgave van zijn ‘mood boards’ rondgaan, beeldencollages die hij maakte om de sfeer van zijn tien speelfilms te suggereren. Een fraai boekje, vers van de pers. „Mooi hè”, glundert hij. Ik blader erdoor: bij May December staat een plaatje van een zwarte weduwe, de gifspin waarvan het vrouwtje na copulatie het mannetje oppeuzelt. Wijs ik Haynes daarop, dan ontkent hij. „Nee, toch niet bij May December?” Toon ik hem de pagina: „Oh, dat is zomaar een spinnetje.” Een patriarchaal spinnetje? Hij grinnikt.