‘Kunst is de enige plek waar een psychose schoonheid kan opleveren’

C.F. Hill, Untitled (Woman), 1883-1911

C.F. Hill, Untitled (Woman), 1883-1911

Foto Vladimira Tabáková / Malmö Konstmuseum

Interview

Mamma Andersson & Tal R De getroebleerde Zweedse schilder C.F. Hill vond in zijn eigen tijd geen erkenning voor zijn wonderlijke, soms gruwelijke schilderijen en tekeningen. Kunstenaars Mamma Andersson en Tal R reageren op hem met nieuw werk: „Zijn gekte maakt hem tijdloos.”

Zeus en Koning: het zijn de namen waarmee de Zweedse kunstenaar C.F. Hill (1849-1911) enkele van zijn tekeningen ondertekende. Een Griekse God in het diepst van zijn gedachten, zo zag hij zichzelf, opgesloten in de studeerkamer van zijn vader, weggestopt voor de buitenwereld. Hill, door sommigen de Edvard Munch van Zweden genoemd, was een getroebleerd man.

Hij groeide op als enige zoon naast vier zusjes en zijn vader had voor hem bedacht dat hij wiskundige zou worden. Helaas had Hill geen wiskundeknobbel en presteerde hij slecht op school. Als hij besluit dat hij naar de kunstacademie wil, verbiedt zijn vader dat. Immers: waarom zou je je verbeelding gebruiken om de werkelijkheid te begrijpen als je ’m ook gewoon kan uitrekenen.

Hill gaat toch, overtuigd als hij is van zijn eigen genialiteit. Hij voltooit zijn opleiding en is daarna volgens hemzelf de beste landschapschilder die Zweden ooit heeft gekend. Wanneer in de eerste expositie zijn landschappen te zien zijn, is de pers weinig enthousiast. Met zoveel onbegrip en domheid kan Hill niets. Hij vertrekt stante pede naar Parijs; daar zullen ze hem wel begrijpen, de Zweden zoeken het maar uit met hun bekrompenheid.

In Parijs wacht Hill een onaangename verrassing: hij blijkt niet geniaal en uniek, maar ouderwets in zijn thema en techniek. Enkele vernieuwingen in de kunstwereld heeft hij, net als de docenten van de kunstacademie, gemist. Zijn landschappen vallen in het niet bij wat er allemaal te zien is, en niemand zit er op zijn werk te wachten. Enkele pogingen alsnog een groot schilder te worden, stranden. Hill krijgt een psychose en wordt afgevoerd naar de psychiatrische kliniek in Kopenhagen, waar – oh ironie – ook Munch terechtkwam na zijn zenuwinzinking.

Hill keert nooit meer terug in de maatschappij: thuis bij zijn moeder en de zusjes in de Zweedse plaats Lund (zijn vader is inmiddels overleden) wordt hij afgesloten van de buitenwereld. De enige wereld die Hill voorgeschoteld krijgt, is die van de boekenkasten van zijn vader, diens rekenvellen (waarop hij dwars door de sommen heen tekeningen maakt) en de vijf vrouwen om zich heen. De landschappen zijn verleden tijd, Hill gaat over op de werelden die hij in de boeken ontdekt en die zich in zijn hoofd vormen. Een eindeloze hoeveelheid werken maakt hij, waarvan zijn moeder en zusjes er vele vernietigen, vooral als ze al te expliciet erotisch zijn. Ook de tekeningen waar te veel gekte op te zien is, kunnen maar beter opgeborgen worden.

Gebogen vrouwen

Gelukkig is er flink wat bewaard gebleven en niet al te goed verstopt. Hills tekeningen zijn namelijk fascinerend en gruwelijk tegelijk: vol spookbeelden, misvormde vrouwen, watervallen, beesten, spoken, grotten en paarden. Hij is dol op paarden, omdat ze uiteindelijk niet te beheersen zijn: je kan het dier temmen, maar het kan je altijd een trap verkopen. Wat ook opvalt aan de tekeningen zijn de vele gebogen vrouwen. Ze staan erbij alsof ze zich willen verstoppen of zich in posities manoeuvreren waar je nooit meer uitkomt. Vele vrouwen zijn afgebeeld als kwaadaardige wezens, maar dat is dan wel weer iets dat bij de noordelingen past in die tijd. Tijdgenoten als Strindberg en Munch zetten in hun werk de vrouw immers ook misogyn neer, als een giftige cocktail van heks, mythisch wezen en hoer.

Tal R, Dancer on Stone Beach (2022) Foto Museum MORE

„Zijn gekte maakt hem tijdloos”, vertelt de Deens-Israëlische kunstenaar Tal R (56). Samen met zijn Zweedse collega Mamma Andersson (61) koos hij tekeningen van Hill uit die wel bewaard zijn gebleven. Beiden maakten kunst waarin ze hun visie op Hills werk verwerken, soms een dialoog aangaan of een andere invulling geven aan zijn thema’s. Het geheel resulteerde in de tentoonstelling Tal R & Mamma Andersson – About Hill, waar zowel tekeningen van Hill als werken van Mamma Andersson en Tal R te zien zijn. Sinds begin dit jaar was de expositie al in verschillende Europese steden te zien, komend najaar hangt het werk in Museum MORE in Gorssel.

„Kunst is de enige plek waar een psychose schoonheid kan opleveren”, merkt Tal R op als hij samen met Mamma Andersson tijdens een persreis journalisten te woord staat in het Kunsten Museum of Modern Art in het Deense Aalborg. „Hij maakte tekeningen van werelden die hij niet kende. Verbeelding blijkt veel waardevoller, het is vrijer.”

Wat Tal R leerde van Hill is dat mislukking deuren opent. Dat ervoer hij zelf toen hij Dancer on Stone Beach schilderde (deels een antwoord op Hills tekening Spook). Enkele vrouwenfiguren zonder gezicht zijn erop afgebeeld, een deel van het doek heeft een donkere zwarte wolk, alsof er iets is weggekrast. „Dancer on Stone Beach: dat is mijn mislukking. Je hebt soms zo’n gevoel dat je bloeddruk stijgt, je een rode kop krijgt. Je weet: dit werk wordt niks. Vroeger vernietigde ik zo’n werk, nu keek ik waar het eindigde. Het paste bij het gevoel van Hill: een mengeling van bescheidenheid en trots. Ik heb dat gevoel van mislukking nu geaccepteerd.”

Maskers

Mamma Andersson was als kind al gegrepen door de landschapsschilderijen van Hill. Naarmate ze ouder werd, vond ze vooral zijn tekeningen interessant. Net als Tal R vond ze het lastig om Hill als uitgangspunt te nemen voor haar werk op deze tentoonstelling, maar ook bij haar is de invloed onmiskenbaar. Zij maakte nu voor het eerst werken met gebogen vrouwen, Tal is donkerder kleuren gaan gebruiken nadat hij zich in Hill verdiepte.

Mamma Andersson, Malström II Foto: Museum MORE

Bij beiden zie je ook de eenzaamheid van Hill terug. Mamma Andersson maakte prachtige schilderijen van stoelen die achtergelaten zijn in een donkere ruimte. Op de rugleuningen zie je enkele Hill-thema’s terug. Conversation heten de werken, waarin een opvallende kleur blauw zit: een mengeling van hardheid en diepte. „Die kleur gebruikte ik nog nooit. De stoelen representeren Hill, zijn geest zie je terug in de stoelen.”

Ze verdiepte zich in Hills werk door ze met een loep te bestuderen om elk detail te zien. Ze raakte steeds meer geboeid door zijn innerlijke reizen en seksuele frustraties. „Ik was bang mijn eigen stem te verliezen toen ik aan dit project begon. Dat is ook gebeurd, maar ik heb ook veel gewonnen. Het geheel is een soort ‘love story’. Ik zat tijdens dit project midden in een scheiding. Het schilderij met de zijwaarts gebogen vrouw, dat ben ik [In the Presence of a Clown, red.]. Het is het laatste werk dat ik voor deze expositie maakte. Ik sta figuurlijk in alle mogelijke standen.”

De verwerking van de scheiding, gekoppeld aan Hills vrouwbeeld, én het vluchten uit de werkelijkheid keert vaker terug. Er zijn niet alleen veel gordijnen op de schilderijen, maar ook maskers. „Op een schilderij werken maskers goed bij een portret, in dit geval [de werken De vader en De moeder, red] geven ze mijn man en mezelf weer, ten tijde van de scheiding. Daar komt bij: ik ben bevreesd mensen te schilderen, ik voel me veiliger met maskers en poppen. Iedereen is uiteindelijk bang het huilende jongetje te schilderen, dat is de angst die je hebt bij elk portret.”

Ook Tal R was gefascineerd door de gebogen figuren bij Hill. „Zoals Mamma Andersson die weergeeft, zo zou ik dat voorheen nooit hebben gedurfd, nu wel.” Bij Tal R zie je die gebogen vrouwen terug in een serie Hotel Malmö, waarin ook met zilver is gewerkt, de zilverenvrouwfiguren lijken er opgeplakt. „In mijn werk gebruik ik nu veel zilver. Dat is eigenlijk geen kleur, het stoot je af vind ik, maar ik ben er momenteel door geobsedeerd. Zilver op een schilderij is niet om een spiegel weer te geven. Zilver is gewoon zilver.”

Het gaat te ver om te zeggen dat Hill voor Tal R een gids was in een zware tijd, maar ook bij hem is de invloed opvallend. „Hill heeft me anders leren kijken”, zegt Tal R. „Door zijn landschappen ben ik nu opeens geboeid door het weerbericht, het idee van een wolk, een bewegende vogel. Hill heeft die deur geopend. Toen ik aan deze expositie begon, maakte ik almaar schetsen. Daarna was ik leeg. Je neemt van iemand z’n werk mee wat je uitkomt.”

Tal R maakte met zijn schilderij Lillen een soort talisman, die hem moest vergezellen tijdens deze expositie. In Waterfall zie je een klein figuur hard naar beneden vallen. „Zo’n kleine figuur komt ook voor in Hills werk, een vrouw zonder armen. Dat kleine figuurtje ben ik, in een nachtmerrie, je ziet de snelheid die je ervaart in een droom. Ik heb de vrouwfiguren van Hill niet willen kopiëren, kopiëren is ingewikkeld. Ik ben geïnteresseerd in het ‘breken’ van een lichaam. Als het geen mens is, wat is het dan? Ik zoek het breekpunt, naar het moment dat het gebrokene geen mens meer is.”

De keeldoorsnijder

Hoe verhouden ze zich tot de misogynie die in Hills werk zit? Zoals een tekening waarbij een vrouw de keel is doorgesneden. Het zwart dat eruit komt is niet alleen bloed, maar heeft ook iets monsterlijks. Alsof de duivel uit de keel van de vrouw wordt bevrijd. Het werk heet dan ook De keeldoorsnijder. Op andere tekeningen van Hill zie je de vrouwen in onmogelijk posities staan. Als je er zo bij ligt, gaat het niet goed met je, zoveel is duidelijk. Op vele tekeningen zijn de vrouwen afgebeeld met borsten die weinig meer behelzen dan twee ronde bolletjes, de gezichten van vrouwen kijken verdwaasd, vals of ongemakkelijk. Stralende vrouwen zal je bij Hill niet tegenkomen – bij Mamma Andersson en Tal R overigens evenmin.

„Bij Hill was het geen vrouwenhaat die je ziet afgebeeld, ook al is dat altijd zo gezegd”, zegt Mamma Andersson. „Wat je ziet is het verlangen naar een vrouw.”[/streamer]

Die opvatting zie je ook terug in haar werk. De vrouwen die zij maakte voor deze expositie zijn gebogener dan die van Tal R, en waarbij je bij hem ook nog duidelijk de referentie aan de vorm van Hill terugziet, is die bij haar minder direct. De onmogelijke houding zie je goed in haar werk Alone Together, waar het hoofd vaneen vrouw dermate geknakt is, bij haar buik heeft ze een soort wond. Niet alleen heb je weinig hoop dat ze nog leeft, ook is het een verhaal van eenzaamheid.

Wat er gebeurt als het verlangen naar de vrouw is verdwenen, is al helemaal niet te missen op De tweede viool, waarvan de titel al veelzeggend genoeg is. Er staan vrouwen op afgebeeld die erbij liggen alsof ze op een schroothoop zijn gedumpt: vrouw en vrouwenbuste liggen er door elkaar, het ideaalbeeld en het afval vermengd.

Dat Hill ruim honderd jaar na zijn dood twee kunstenaars van de nordic scene nog zo zou beïnvloeden, had hij vast niet bedacht daar in die eenzame studeerkamer. Hij veranderde niet alleen hun werk, maar ook hun leven en opvattingen. Mamma Andersson benoemt dat mooi aan het slot van het gesprek: „De verandering in mijn werk is dat ik vroeger een sportvliegtuig was dat weinig tijd nodig had om op te stijgen. Nu ben ik meer een jumbojet die er lang over doet, die soms überhaupt niet opstijgt. Ik maak minder en sta open voor andere inspiratiebronnen.”

Tal R & Mamma Andersson – About Hill is vanaf 11 november te zien in Museum MORE, Gorssel. Info: museummore.nl

Lees ook: Vrouwelijke Zweedse kunstenaars werden door spiritisme pioniers van abstracte kunst