‘Jazz is voor mij een niet-aflatende zoektocht naar nieuwe dingen’

Jonge kunstenaar Duizenden kunstenaars studeerden deze zomer af – als fotograaf, acteur, violist of keramist. Wie springt eruit? Aflevering 9: Ketija Ringa Karahona van het Conservatorium in Amsterdam.

Ketija Ringa Karahona (24) reist wat af. De Letse fluitist studeerde een maand geleden af aan het conservatorium in Amsterdam, maar bellen doet ze vanuit Parijs, waar ze een aantal concerten speelde met het Orchestre National de Jazz.

Ze is geboren in Valmiera, in het noordoosten van Letland, een van de noordelijke Hanzesteden. Daar begon ze op haar negende met dwars-fluitles, vertelt ze. „Mijn familie is eigenlijk helemaal niet zo muzikaal, maar in Letland is in elke stad wel een muziekschool, dat zit echt in de cultuur. Die zijn bovendien goed uitgerust en betaalbaar voor iedereen.”

Ringa Karahona kwam naar Amsterdam vanwege de levendige jazzscene, dat miste ze wel in Letland. Maar na haar eerste halfjaar brak de coronacrisis uit en viel bijna alles stil. Ze kon nog repeteren in het conservatorium, maar het was een periode waarin ze twijfelde of ze niet beter een tijdje terug naar Letland zou gaan. „Het binnen moeten blijven was niet eens zozeer eenzaam, maar ik had wel het gevoel: dit kan ik net zo goed thuis doen.”

Ze zette door, won de Keep an Eye Outstanding Talent Award in 2021 en studeerde in juni dit jaar af. „Dat was voor mij vooral een mooi moment om mijn familie en vrienden om me heen te hebben, die voor het eerst eens zagen waar ik al die jaren mijn tijd in had gestoken.”

Hoe kwam je tot je studiekeuze?

„Dat was eigenlijk toeval. Ik heb vanaf m’n negende tot ongeveer mijn twintigste klassieke muziek gestudeerd. Maar aan het eind van m’n middelbare school kwam ik in aanraking met jazzmuzikanten, en ik merkte hoeveel speelser jazz was in vergelijking met wat ik gewend was. Ik deed mee aan veel competities en richtte me constant op perfectie. Jazz bood veel meer individualiteit, en het leek dat ik zo meer mijn eigen persoonlijkheid in de muziek kon ontdekken. Dus ik heb het roer helemaal omgegooid en ben in een sneltreinvaart alles over jazz gaan leren.

„Dwarsfluit is niet het meest jazzy instrument, maar ik wilde zien wat ik ermee te bieden had. Jazz is voor mij een niet-aflatende zoektocht naar nieuwe dingen. Jazzmuzikanten blijven nooit lang bij hetzelfde, ze blijven altijd in beweging.

„Het mooie van klassiek is dat het erg verhalend is, en het is een prachtige manier om het verleden, de tradities en de grote componisten te eren, maar ik miste een persoonlijk element. Iets dat meer van nu is.”

Wat speelde je tijdens het afstudeerconcert?

„Ik speelde met mijn eigen quintet een set met mijn muziek, die ik in het afgelopen jaar schreef, dus ná corona – een stuk fijnere tijd. Het is een momentopname: dit is waar ik nu ben. Ik blijf zoeken naar nieuwe manieren om mijzelf te uiten, en ik blijf niet lang gehecht aan de muziek.”

Hoe verhoudt jouw kunst zich tot de tijdgeest?

„Daar denk ik eigenlijk niet zoveel over na. Ik word zelf meer aangetrokken tot dingen die de geest van de natuur reflecteren, en wat minder tot dingen die deze complexe stad of de moeilijkheden van het leven becommentariëren. Ik hou van natuurlijk, akoestisch geluid, gevoelig samenspel – het samen in het moment zijn. De rest wordt ingevuld door de persoonlijkheden in de band. Het is onvermijdelijk dat die hun eigen ervaringen meenemen en de tijdgeest op een bepaalde manier spiegelen, maar ik zou het vreemd vinden om te worden gedefinieerd door dit tijdperk.

„Kunst gaat daar volgens mij aan voorbij. Muziek bestaat omdat het muziek is. We waarderen het als iets op zichzelf, dat niet per se problemen hoeft te omschrijven. Het is voor mij meer een manier om op het innerlijke te reflecteren. Iets om ook een fijne beleving te bieden: gewoon even zitten en luisteren en op één plek zijn zonder afleiding.”

Waar ben jij over vijftien jaar?

„Ik hoop dat ik dan nog steeds nieuwsgierig ben en nog steeds zoek naar nieuwe dingen. Maar nu eerst mijn master afmaken in Amsterdam, en hopelijk kan ik volgend jaar naar New York, daar zou ik heel graag willen studeren.”