Hij heeft heel wat afgevlogen sinds 7 oktober, toen het al jaren stagnerende vredesproces tussen Israël en de Palestijnen in één klap weer naar de top van de internationale agenda werd gekatapulteerd door de bloedige aanval van Hamas op Zuid-Israël en Israëls snoeiharde antwoord. Steeds pendelde Sven Koopmans, speciale EU-vertegenwoordiger voor het vredesproces in het Midden-Oosten, de laatste weken – vaak in het kielzog van EU-buitenlandcoördinator Josep Borrell – tussen Israël, diverse Arabische landen, New York en Brussel. Nu is hij even in Den Haag voor overleg.
In hoeverre is uw werk na 7 oktober veranderd?
„Ik doe dit werk nu 2,5 jaar en het was tot voor kort vaak nog moeilijk aandacht te krijgen voor het vredesproces. ‘Dat conflict blijft maar doorsudderen’ werd er vaak gezegd. Maar door de tragedie van 7 oktober en de enorme aantallen doden in de Gazastrook staat het plotseling weer in het centrum van de internationale belangstelling en is het hele politieke landschap veranderd. Dat betekent ook dat mijn werk nog gevoeliger is geworden dan het al was, maar het biedt tegelijk kansen om de zaak fundamenteel anders aan te pakken.”
Betekent dat dat u kansen ziet om de veelgenoemde twee-statenoplossing nieuw leven in te blazen?
„Ja, zeker. Alleen zijn op dit moment de omstandigheden er nog niet naar. Israël en de Palestijnen drijven nog elke dag verder uit elkaar. Er is nog te veel lijden, de noodzaak voor humanitaire hulp in de Gazastrook is nog te groot. Nu is de vraag vooral: hoe kunnen we zorgen dat het geweld zo snel mogelijk stopt? Het vredesproces is iets voor de langere termijn maar er is hoe dan ook een veel groter gevoel van urgentie dan voor 7 oktober.”
Hoe kan Europa, dat ook in dit conflict blijk geeft van verdeeldheid, bijdragen aan een oplossing?
„De EU bestaat uit 27 soevereine staten en het is waar dat ze bij de VN vaak heel verschillend stemmen over resoluties rond de Gaza-oorlog. Toch is er wel een sterke gemeenschappelijke basis voor de twee-statenoplossing, voor toepassing van het internationaal recht, de erkenning van het recht van zelfverdediging voor Israël, het veroordelen van Hamas als een terroristische organisatie en voor humanitaire hulp aan de Gazastrook. De omvang van de catastrofe is ook zodanig dat iedereen ziet dat er zo snel mogelijk een eind aan de gevechten moet komen.”
Heeft deze Israëlische regering desondanks niet de neiging Europa te negeren? De VS zijn toch politiek en militair veel belangrijker voor hen?
„Ik erken dat Israël niet alles uitvoert wat wij willen maar je moet het belang van de EU ook niet onderschatten. Europa is wel de grootste handelspartner van Israël en we zijn de grootste donor voor de Palestijnen. De vraag is ook niet: wie heeft de meeste invloed op Israël? Dat zijn natuurlijk de VS. Maar de vraag is: hebben wij invloed en hoe kunnen wij die aanwenden? We hebben zeker posities en middelen om wat te doen, al zal dat de situatie niet direct radicaal veranderen.”
U bepleit het vredesproces op den duur fundamenteel anders aan te pakken. Hoe zou dat moeten?
„Het traditionele proces was: de VS nodigen de Israëlische en Palestijnse leiders uit naar Washington of Camp David, ze stellen een road map op die moet uitmonden in een twee-staten-oplossing. Maar dat zal in de praktijk niet snel meer gebeuren omdat mensen zo’n routekaart niet langer geloofwaardig vinden. Ik stel voor het op een andere manier aan te pakken. Laten we het eens omkeren en er vanuit gaan dat er vrede mogelijk is tussen Israël en de Palestijnen, wat kunnen wij dan doen om daar bij te helpen? Hoe ziet zo’n raamwerk van echte vrede eruit? Dan moeten we kijken hoe we Israël kunnen helpen politiek en economisch te integreren in de regio op gebieden als energie, water, klimaat en toerisme. Daar zullen niet alleen de VS bij kunnen helpen maar zouden bij voorbeeld ook Saoedi-Arabië en de EU bij moeten worden betrokken.”
Zo’n proces van regionale integratie was via de Abraham-akkoorden met enige Arabische landen al ingezet maar heeft door de Gaza-oorlog juist een zware klap gekregen.
„Dat is waar en het is ook waar dat je na zo’n oorlog niet zomaar weer tot de orde van de dag kunt overgaan. Maar je ziet ook dat die staten die banden met Israël aanknoopten ondanks hun felle kritiek op Israëls oorlogsvoering in de Gazastrook hun diplomatieke banden met Israël niet hebben verbroken. De mensen beseffen dat er eigenlijk geen alternatief is voor zulke integratie. Maar er moet wel een serieus vredesproces met de Palestijnen aan worden gekoppeld.”
Is dat de les van deze oorlog?
„Het staat inderdaad vast dat de Palestijnen niet langer kunnen worden genegeerd.”
Dan verontschuldigt Koopmans zich. Hij moet de trein naar Brussel halen.