Hoe ziet de toekomst eruit? En maken wij die toekomst, of overkomt die ons alleen maar? Dat vroegen componist Luke Deane en componist, producent en violist Christine Cornwell aan tweehonderd brugklassers. De antwoorden die ze kregen, bundelden ze in een boekje: The Book of Premonitions, het ‘voorgevoelensboek’. En dat boekje werd de basis voor een gelijknamige opera, die 17 november in Korzo in Den Haag, en 19 november in het Muziekgebouw in Amsterdam te zien is.
Wie het boekje leest, zou op slag somber worden. De 11- en 12-jarigen zien de toekomst op het eerste gezicht niet erg hoopvol in. Ze doen heel sec, bijna stoïcijns voorspellingen:
‘Dood. Alles is dood. In de twaalfde wereldoorlog gaat iedereen dood.’
‘Iedereen leeft in een game.
Iedereen is een robot.’
‘Iedereen eet zijn huisdieren op.’
Maar er zit ook wonderlijk poëtisch verpakte ellende tussen. Bijvoorbeeld:
‘Ik sta in een kamer met een lichtblauwe muur en een bank en allemaal andere spullen om me heen. Ik ken het hier niet. Er komt iemand naar me toe. Hij gaat op me zitten. Het voelt alsof hij me wurgt.’
‘Ik vind het bos eng. Ik ben bang dat er iets gevaarlijks uit zal komen. Oma zegt dat dat echt niet zal gebeuren. Tot het wel gebeurde.’
‘Kijk naar buiten, ik zie geen bomen. Alleen soldaten die voorbij blijven gaan. Niemand lacht meer.’
In het boekje contrasteren de teksten met alledaagse tekeningen van de toekomst, zoals een robotstoel en een mensje dat er in toekomstkledij ontspannen bij ligt.
Deane: „Twee jaar geleden werden we door Rizoom (een platform voor experimentele projecten van jonge makers, red.) gevraagd om een opera te maken over de toekomst. We vonden dat we dat met jonge mensen moesten doen, zij zijn de toekomst.”
Helpen met positief denken
De twee stelden een lesprogramma samen. Acht weken lieten ze de kinderen op allerlei manieren over de toekomst nadenken. Eerst via de geschiedenis: ‘Wat zou je je ouders vragen, als je hun een vraag kon stellen op de leeftijd die jij nu hebt?’ Cornwell: „Dan kregen we bijvoorbeeld antwoorden als: ‘Maakte jij je ook zorgen over of je wel genoeg vrienden hebt?’ en ‘Wanneer begon je met roken?’”
Daarna bedachten ze concrete toekomstbeelden. „Dat leverde levendige discussies op. ‘Iedereen wordt vegetarisch’, zei iemand. Nee, ‘Iedereen zal zijn huisdieren op moeten eten’, bracht een ander daar tegenin. Kinderen sprongen van donkere naar lichte toekomstvisies. Al merkten we wel dat kinderen zo overladen worden met negatieve toekomstbeelden dat we ze actief moesten helpen met positief denken en hoop vinden. Dat lukte gelukkig. Er was een kind dat zeker wist dat we uiteindelijk water zouden krijgen uit cactusplantages.”
Al denkt Deane dat kinderen nu niet alleen maar pessimistischer zíjn. „Kinderen nu kunnen negativiteit ook beter uiten dan kinderen vroeger. Ze praten makkelijker over moeilijke onderwerpen en hun mentale problemen.”
Toen de kinderen de toekomst eenmaal gedefinieerd hadden, vroegen Deane en Cornwell de kinderen: ‘Hoe maak je van die toekomstbeelden een opera die voor mensen nu interessant is?’ Cornwell: „Ze hebben nagedacht over de tekst, over de rollen. Van karton hebben ze een hele wereld gebouwd, en daarin een eigen opera opgevoerd voor de leraren, ouders en voor ons.
„Gelukkig was de uitkomst daarvan opvallend hoopvol. Iedereen woonde in The Line (het enorme bouwproject in de woestijn van Saoedi-Arabië, waarin 9 miljoen mensen moeten gaan wonen in een muur van 170 kilometer lang, red.), maar helemaal op het einde mocht de deur open en bleek dat iedereen zijn eigen toekomst mocht herschrijven.”
Generationele toe-eigening?
De opera van de kinderen is jammer genoeg niet te zien. Maar in Den Haag en Amsterdam kun je wel naar de opera die de volwassenen uit de toekomstvisies van de kinderen hebben gedestilleerd. Het is geen traditionele zaalopera geworden. In groepjes wordt het publiek meegenomen door de acteurs, het ‘pad van de toekomst’ op. In Korzo in Den Haag ga je van een klein kamertje naar een steeds grotere ruimte. In het Muziekgebouw in Amsterdam ga je omhoog, langs de tegen de zaal aangebouwde foyerdekken.
De toekomstwereld begint met een emmer met daarin briefjes met toekomstbeelden. Iedereen pakt er eentje uit, en neemt die mee langs alle ‘hoofdstukken’ van het boek; met personages die teksten uit het ‘voorgevoelensboek’ zeggen, zingen, acteren en dansen. Alles culmineert in een installatie waar je geblinddoekt ingaat, en tekst, geluiden, flarden muziek en zelfs geuren ervaart.
Cornwell belooft plechtig dat die ervaring geen verrassingen of schrikeffecten bevat: „We wilden eerst een groots decor maken, maar we kwamen er gaandeweg achter dat je eigen fantasie van de toekomst aan de binnenkant van je ogen elk mogelijk decor overtreft.” Na die ervaring schrijft het publiek een eigen voorspelling op een briefje. Die gaat in de emmer, en die emmer gaat naar de volgende groep. Zo is de cirkel rond.
Maar is deze volwassen voorstelling dan niet een beetje generationele toe-eigening, zoals het aan de haal gaan met andermans cultuur culturele toe-eigening wordt genoemd? Deane vindt van niet. „Dit project gaat vooral over het volledig serieus nemen van kinderen. Wij zijn hun platform. Er spelen veel volwassenen in voorstellingen met teksten gemaakt vóór kinderen, maar er spelen nauwelijks volwassenen in een voorstelling met teksten gemaakt dóór kinderen.”
Toch is die vraag volgens Cornwell wel vaak opgekomen: „Dat de kleurtekeningen in het boekje zwart-wit zijn afgedrukt, is een volwassen beslissing geweest. En uiteindelijk heeft maar tien procent van alle input van de kinderen het boekje gehaald, die keuzes hebben wij volwassenen gemaakt. We hebben wel een try-out voor de kinderen gespeeld en ze om feedback gevraagd. Je kon voelen dat het bijzonder voor ze was om zichzelf terug te zien in een voorstelling.”
Dat de kinderen niet zelf een voorstelling spelen, heeft ook een praktische reden. Cornwell: „Scholen kun je overhalen om iets binnen de school te doen, maar erbuiten is een stuk lastiger.”
Beter luisteren naar ouderen
Maar een voorstelling over de toekomst spelen voor kinderen is toch wat anders dan voor (oudere) volwassenen. Waarom zouden ook ouderen hun voorspelling in de emmer moeten stoppen, als ze die toekomst misschien niet meer meemaken?
Deane: „Omdat ouderen met hun toekomstbeelden kinderen kunnen geruststellen. Dat merkten we bijvoorbeeld in gesprekken tussen kinderen en hun opa’s en oma’s. Ouderen zien hoe de tijd zich herhaalt. Ik denk dat we veel stress en onzekerheid van jonge mensen kunnen verhelpen door te luisteren naar ouderen die vertellen hoe zij bij het opgroeien in hun eigen toekomst zijn geland.”
Cornwell: „Het oudere publiek heeft dan misschien zelf wel minder toekomst dan de kinderen. Maar ze denken wel aan de toekomst omwille van de jongere mensen van wie ze houden.”