N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Duizenden kunstenaars studeerden deze zomer af. Wie springt eruit? Vandaag afl. 3: Fotograaf Lena Folkers van de St. Joost School of Art & Design Breda.
Lena Folkers (26) rondde de St. Joost School of Art & Design Breda af, in de richting Photography, Film & the Digital. Ze studeerde af met videoportretten van jonge mensen die opgroeien met zieke ouders of broertjes of zusjes. In een installatie met drie grote schermen kijk je naar gezichten van kinderen en pubers, die zonder iets te zeggen, met een neutrale uitdrukking, minutenlang de camera in kijken. Via een koptelefoon vertellen ze iets over zichzelf of hun familielid.
Hoe kwam je tot je studiekeuze?
„Als kind zat ik op de vrije school, waar we schilderlessen, dans en muziek kregen. Mijn moeder deed de kunstacademie. Er was altijd al kunst in mijn leven. Op mijn veertiende kreeg ik mijn eerste camera en wist: dit wil ik. Ik maakte ook weleens natuurfoto’s, maar vooral portretten. Mensen vind ik gewoon het interessantst. Na de middelbare school begon ik aan een hbo-opleiding journalistiek, ik hou van verhalen vertellen, maar na een halfjaar stopte ik. Ik miste de creativiteit. Ook met fotografie kan je een verhaal vertellen, bedacht ik me.”
Hoe kwam je tot je afstudeerproject?
„Ik wilde niet alleen maar registreren met mijn fotografie, maar ook echt in gesprek gaan met mijn onderwerpen. Interactie en samenwerken, dat vind ik belangrijk. Zoals kunstenaar Jan Hoek dat doet, die in zijn werk het gesprek aangaat met zijn modellen, die zo een stem krijgen. Dat je als fotograaf niet alleen komt om iets te halen, maar dat je ook iets teruggeeft.
„Mijn vader heeft MS en mijn moeder baarmoederhalskanker. Ik weet hoe het is om op te groeien met zieke ouders, ik ken de zorgen die je als kind met je meedraagt. Ik wilde in dit project jongeren een stem geven, maar zonder ziekte, of zieke mensen zelf in beeld te brengen. In de blik van de kinderen probeer je te lezen: wat doet dit met jou? Precies weten doe je het niet, ik wilde het niet te expliciet maken. Dat maakt het kijken naar die gezichten zo intrigerend. Als kijker kan je daar je eigen gedachten op loslaten.”
Hoe verhoudt jouw kunst zich tot de tijdgeest, waarin op sociale media jongeren zich vooral profileren met: veel lol, alles gaat fantastisch, kijk hoe leuk mijn leven is?
„Ik wilde laten zien dat dit er ook is. Daar aandacht voor vragen. Het gaat in Nederland om bijna 500.000 jonge mensen die te maken krijgen met ziekte: een broertje met kanker, een zusje met autisme, een ouder met long covid of hersenletsel. Niet al deze jongeren zijn mantelzorger, maar ze leven wel al vroeg met het besef dat niet alles rozengeur en maneschijn is. Toch zijn de verhalen die ze vertellen niet alleen maar zwaar. Er is ook ruimte voor lichtheid en humor.”
Wat geeft je hoop voor de toekomst van de mens en de wereld?
„De huizenmarkt, de verharding in de maatschappij, het klimaat – dat vind ik zorgelijk. Maar het belemmert me niet, niet op een manier dat ik er pessimistisch van word. Je moet het niet te veel naar je toe trekken. En het heeft ook geen zin bij de pakken neer te gaan zitten. Ik ken mensen die zich voor het nieuws afsluiten. Ik denk niet dat dat een goede oplossing is.
„Ik heb wel meegelopen in een klimaatdemonstratie, maar heb toch het idee dat ik de grote dingen niet kan veranderen. Wel kan ik er zijn voor de mensen om me heen, hun stemmen met mijn werk versterken. Ik merk dat ik veel steun krijg van anderen. Medestudenten die me helpen met m’n project. In Breda presenteerde ik mijn werk op de Dag van de Mantelzorg, daar ontmoette ik zoveel begrip. Mijn vrienden zijn een anker voor mij. Er zijn gewoon hartstikke veel fijne en empathische mensen. En als je ze niet om je heen hebt, dan moet je naar ze op zoek gaan. Zolang ik dat heb, heb ik hoop voor de toekomst.”
Waar ben je over vijftien jaar, in je stoutste dromen?
„Dan heb ik inmiddels een master journalistiek gedaan, en combineer ik mijn stukken, liefst interviews, met mijn fotografie. Ik werk dan voor NRC of de Volkskrant en ik kan van mijn werk leven. Ik maak mooie verhalen, maatschappelijk betrokken. Altijd verhalen die om de mens draaien, en die ook het kleine belichten.”