‘Ik kan niet thuis blijven zitten terwijl mensen in het zuiden hulp nodig hebben’

Reportage

Hulpverlening Marokko Marokkanen uit het hele land schieten te hulp in het aardbevingsgebied. Ondertussen groeit de woede over het trage optreden van de regering van premier Aziz Akhannouch. „Onze autoriteiten zijn nog steeds niet bij ons dorp gekomen.”

Chaotische distributie van voedsel, water en medicijnen in het dorpje Anougal, twee dagen na de aardbeving.
Chaotische distributie van voedsel, water en medicijnen in het dorpje Anougal, twee dagen na de aardbeving. Foto James Rajotte

Lange rijen voor de supermarkten en tankstations in Marokko, beelden van lege schappen op sociale media. Marokkanen in het hele land en ver daarbuiten steken de handen uit de mouwen en zamelen voedsel, medicijnen, tenten en andere benodigdheden in om die vervolgens in wagens te laden die richting het Atlasgebergte gaan, naar het gebied dat eind vorige week werd getroffen door een zware aardbeving die volgens de laatste cijfers aan bijna drieduizend mensen het leven kostte.

Ook in Marrakech worden alle bruikbare spullen opgekocht. In de Carrefour van de wijk Gueliz staan rijen met mensen die de laatste luiers en flessen water kopen om vervolgens naar het getroffen gebied – een uur verderop – te rijden. In het gebergte rijden vrachtwagens en trucks af en aan. Soms zorgt dat voor gevaarlijke taferelen, omdat bijvoorbeeld twee vrachtwagens elkaar moeten passeren op een hele smalle weg.

De angst om het ravijn in te storten, weerhoudt ze er echter niet van om te blijven komen. „Ik kan niet thuis blijven zitten, terwijl mijn mensen in het zuiden hulp nodig hebben”, zegt de 45-jarige Anass Zaoui uit Casablanca. Hij is samen met een groepje vrienden het gebied ingetrokken om luiers en maaltijden uit te delen. En dat geluid hoor je in het hele land. Van Nador tot aan Essaouira trekken Marokkanen massaal naar het epicentrum.

Lees ook: In het dorp Anougal kun je de doden ruiken: ‘Niemand geeft een moer om dit gebied’

En dat is hoog nodig, want er is altijd nog een tekort aan tenten, medicijnen en voedsel. Maar ook mentale steun is welkom, zegt Zaoui. „Al is het maar een knuffel geven of een praatje maken. We moeten laten zien dat ze een heel volk achter zich hebben staan en dit niet alleen hoeven te verwerken.”

Tijdens het WK vierden we samen feest en tijdens deze ramp hebben we samen pijn

Youssra Amezian inwoner Nador

In Nador liggen straten vol met matrassen, kussens, dekens en tenten. Hele buurten helpen elkaar om de vrachtwagens te laden, vertelt Youssra Amezian. „Tijdens het WK vierden we samen feest en tijdens deze ramp hebben we samen pijn. Dat is onze cultuur en geloof. We worden opgevoed met dat je alles met elkaar moet delen, liefde en leed. Ook al heb ik nog maar één broodje over, ik deel het met anderen”, vertelt ze geëmotioneerd.

Op een van de vele kleine trucks die met hulpgoederen naar de door de aardbeving getroffen gebieden in Marokko rijden liggen de matrassen hoog opgestapeld. Waar gemotoriseerde voertuigen niet naar toe kunnen, worden de hulpgoederen met pakezels en andere lastdieren naar meer afgelegen gebieden gebracht. Mensen die hun huis zijn kwijtgeraakt slapen in tenten.
Foto’s Mosa’ab Elshamy/AP, Hannah McKay/Reuters

Boze menigte

De hulp van burgers wordt door de getroffenen enorm gewaardeerd. Ondertussen zwelt de kritiek aan op de autoriteiten, die volgens velen veel te laks reageren. Op de weg bij Amizmiz loopt een boze menigte richting Marrakech. „Onze lokale autoriteiten zijn nog steeds niet bij ons dorp gekomen. We hebben de mqadem [lokale burgemeester] een aantal keer gesmeekt om tenten, maar hij zei dat hij eerst zijn eigen familie ging helpen. Maar zijn wij dan niet één familie? Onze vrouwen en kinderen slapen al dagen buiten in de kou”, schreeuwt Ahmed aït Moulay Ali gefrustreerd. „We vragen niet veel, alleen maar tenten zodat we onze families warm kunnen houden. De nachten zijn heel koud en het gaat binnenkort regenen. Gelukkig is er wat hulp van de mohsinien [weldoeners], maar hoeveel mensen kunnen zij helpen?”, vraagt Aït Moulay Ali zich af.

Lees ook: Gehavend Marrakech hoopt dat toeristen niet wegblijven: ‘Hoe moet ik mijn geld anders verdienen?’

Steeds meer getroffenen spreken hun ontevredenheid uit over de regering van premier Aziz Akhannouch. Hij noch zijn ministers is in het gebied geweest. Op sociale media worden hun foto’s gedeeld met de hashtag ‘waar zijn jullie’. En in interviews met Elhiwar Press, een lokaal nieuwsplatform, spreekt de voorzitter van een hulporganisatie zich uit. „De Marokkaanse vrouw is de rots van dit land. We hebben ervoor gezorgd dat al onze zonen hulp bieden. Iedereen steekt zijn handen uit de mouwen. Zelfs mensen die arm zijn en zelf niets te eten hebben, delen hun laatste beetjes. Maar dan heb je een premier die rijk is geworden op de rug van dit land en hij is spoorloos verdwenen.”

Multimiljardair

De Marokkaanse premier Aziz Akhannouch is multimiljardair en heeft zijn vermogen onder meer vergaard in de olie- en gasindustrie. Zo worden bijna alle tankstations in Marokko voorzien van zijn brandstof. Daarnaast is hij ook in het bezit van telecombedrijven en horecaondernemingen, zoals hotelketen Ibis. „Je moet je schamen Akhannouch. Mensen staan in de rij bij jouw benzinepompen, zodat ze mensen kunnen helpen. Het minste wat je kan doen, is ze gratis laten tanken”, vervolgt de vrouw in de video.

Men staat in de rij voor brandstof om naar de bergsteden af te reizen die het zwaarst getroffen zijn door de aardbeving. Foto James Rajotte

Sinds de aardbeving werden de telecombedrijven – in handen van de premier – opgeroepen om mensen gratis te laten bellen en appen, zodat ze contact konden maken met het getroffen gebied. Maar daar werd geen gehoor aan gegeven.

Fatima Bent Zouhra uit een dorpje in de Atlas richt zich in een videoboodschap tot de premier. „Ik wil de heer Aziz Akhannouch laten weten dat er een aardbeving heeft plaatsgevonden in zijn land. Er zijn doden gevallen en duizenden mensen zijn dakloos”, zegt ze sarcastisch. „Je hoeft niet meer te komen. Blijf ver weg, dief. We hebben niks meer aan je.”