‘Ik check ’s nachts of ik niet droom, en mijn gezin nu echt bij me is’

‘Het was een mirakel, en tegelijk is de grote nachtmerrie die we beleven nog lang niet voorbij. Nu we eindelijk herenigd zijn, schiet ik ’s nachts geregeld wakker. Dan ga ik meteen checken of ik niet droom, en mijn gezin echt veilig bij me is, hier in Caïro.”

Het is het eerste wat Fadi Abu Shammala zal vertellen, tijdens het eerste van enkele lange telefoongesprekken waarin hij toelicht hoe hij naar Egypte wist te ontkomen, en ook uitlegt waarom zijn vrouw Safa (36) en hun drie zoontjes Ali (13), Karam (10) en Adam (5) hem pas vijf weken later achterna konden reizen. Hij vertelt ook hoe hij die periode, alleen in Caïro, heeft beleefd – „een tijd die ik liefst helemaal uit mijn geheugen wis” – en wat het gezin nu van plan is.

De Abu Shammala’s waren, zoals veel andere Gazanen, erg gehecht aan de Gazastrook. Maar na het zoveelste Israëlische bommenoffensief op Gaza, dat begon na de Hamas-aanval op Zuid-Israël van 7 oktober, is het genoeg. Ali, de oudste zoon, maakt op zijn dertiende in Gaza immers al zijn vierde oorlog mee.

Toen Fadi op 19 december zijn vrouw en hun drie zoontjes terug zag, bleken ze sterk vermagerd. Het gezicht van de kinderen had een gele kleur. Ze vonden elkaar terug in de lobby van een groot hotel in Caïro. Fadi drukte zijn dierbaren tegen zich aan, en bedolf hen onder de kussen. „Minutenlang heb ik gehuild. Maar zij lieten geen traan. Hun armen hingen slap naast hun lichaam, in een staat van totale shock.”

Inmiddels maakt het gezin plannen voor 2024, voor het eerst buiten hun zo geliefde Gazastrook. Want hoe sterk de emotionele band ook is, met Gaza en hun daar achtergebleven families, het leven daar is toch geen leven meer.

Journalisten als doelwit

In Gaza was Fadi Abu Shammala directeur van een netwerk van Palestijnse culturele ngo’s. Hij vertegenwoordigde er ook Just Vision, een Amerikaanse non-profitorganisatie die onafhankelijke journalistiek en documentaires over het Israëlisch-Palestijns conflict promoot. Via die weg kwam hij in contact met tal van internationale media, een platform dat hij gebruikte om te getuigen over het leed van de Palestijnen tijdens dit nieuwe Israëlische offensief.

Fadi Abu Shammala.
Foto rechtenvrij

Maar stilaan bekroop hem de angst dat niet alleen hijzelf, maar ook zijn familie zo een nog groter gevaar liep. Volgens de internationale persorganisatie Committee to Protect Journalists (CPJ) zijn sinds 7 oktober zeker 68 journalisten en mediawerknemers gedood. In de Gazastrook leeft de stellige indruk dat dit geen toeval is, maar dat journalisten, en hun families, net als leiders van het maatschappelijke middenveld, voor Israël een doelwit vormen.


Lees ook
Vlucht uit Gaza-Stad: ‘Is het verantwoord om in dit stukje van de wereld een gezin te stichten?’

<strong>Een lange rij voor een bakkerij in Khan Younis</strong>, in het zuiden van Gaza. Er zijn tekorten aan eten, water, brandstof en elektriciteit. Tienduizenden Gazanen zijn uit het noorden van de Gazastrook naar Khan Younis gevlucht na een Israëlische oproep daartoe.” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/01/ac280c298ik-check-ac280c299s-nachts-of-ik-niet-droom-en-mijn-gezin-nu-echt-bij-me-isac280c299.jpg”><br />
</a> </p>
<p>Al vroeg in dit nieuwe conflict was Fadi met vrouw en kinderen vanuit hun woonplaats Gaza-Stad <a rel=weggevlucht naar het zuidelijker gelegen Khan Younis, een stad die het Israëlische leger als ‘veilige zone’ had aangemerkt. Wekenlang zou hij er verblijven in de woning van zijn ouders, in een vluchtelingenkamp. Maar van Fadi’s interviews en getuigenissen in het Engels kregen vooral zijn vader en vrouw het steeds meer benauwd. „Vlucht jij alvast naar Egypte, herhaalt ze de hele dag”, zei hij geregeld aan de telefoon, in de dagen vlak voor zijn vlucht.

Maar alleen de grensovergang met Egypte oversteken en zijn gezin achterlaten in dit zware offensief, was een optie die de Palestijnse vader niet eens overwoog. Via zijn goede contacten in de Verenigde Staten belandde zijn naam al op 2 november op de Amerikaanse evacuatielijst. „Maar mijn gezinsleden stonden er niet bij. Dus wachtte ik nog twee weken langer af in Gaza, terwijl ik er alles aan deed om ook hun naam op de lijst te krijgen.”

Vergeefs. Er kwam geen uitleg waarom Safa en de jongens nog niet aan de Amerikaanse lijst waren toegevoegd. Tegelijk zetten Fadi’s vader en zijn vrouw hem steeds sterker onder druk: vertrek, anders lopen wij allemaal misschien nog meer gevaar. „Op mijn laatste nacht in Gaza sliep ik in de auto.”

Israëlisch bombardement

Op 14 november stak Fadi Abu Shammala de grens over in Rafah en reisde hij verder naar de Egyptische hoofdstad Caïro. „Ik besefte uiteindelijk dat ik daar, met een vlotte toegang tot internet en elektriciteit, veel meer zou kunnen doen voor de overtocht van mijn vrouw en kinderen naar Egypte. In Caïro, veronderstelde ik, zou ik veel sneller kunnen ophelderen waarom hun namen nog niet op de Amerikaanse lijst waren gezet. Een kwestie van een paar dagen, en dan zijn we weer allemaal samen, dacht ik toen.”

Het zou meer dan een maand duren voor het gezin op 19 december in Caïro herenigd werd. De details van hun vlucht wil hij om redenen van privacy en veiligheid niet in de krant. Terwijl hij hemel en aarde bewoog om hen uit Gaza weg te halen, ging op afstand zijn eigen lijdensweg voort.

Zoals toen hij er bij zijn vrouw op had aangedrongen om met de kinderen vanuit Khan Younis verder zuidwaarts te vluchten, naar Al-Shaboura, een klein vluchtelingenkamp in de zuidelijke stad Rafah. Het eerst als ‘veilig’ aangemerkte Khan Younis was door de Israëlische bommen immers te onveilig geworden. Israël raadde burgers daarop aan nog verder zuidwaarts te trekken. Fadi redeneerde dat Rafah niet alleen iets veiliger voor hen zou zijn, bovendien was zijn gezin dan al dicht bij de grensovergang, klaar om over te steken van zodra de kans zich aanbood.

Ik zoomde in op beelden van dode kinderen op sociale media, me afvragend of ik de gezichten van mijn zoontjes zou aantreffen

Op 5 december bereikte Safa met de kinderen het vluchtelingenkamp in Rafah. De volgende dag werd het kamp getroffen door een Israëlisch bombardement. „Urenlang had ik geen enkel nieuws van hen”, blikt Fadi terug. „Ik speurde in WhatsAppberichten en op sociale media naar foto’s van de doden. Ik zoomde in op de beelden van dode kinderen, me afvragend of ik de gezichten van mijn zoontjes zou aantreffen.” Uren later bracht Fadi’s neef vanuit Al-Shaboura het bevrijdende nieuws: zijn vrouw en kinderen, net als Fadi’s zus en moeder die met hen naar Rafah waren gevlucht, hadden ook dit bombardement overleefd.

Volle koelkast

In Caïro kwamen voordien onbekende weldoeners op Fadi’s pad. Na enkele nachten in een hotel kon hij een week lang logeren bij een contact van vrienden, dat hem naast een kamer met een warm bed ook een volle koelkast aanbood. Hij kon er ook snel aan het werk, bij een internationale organisatie die voedselhulp voor ontheemde Palestijnen organiseert. Nadien vond hij een tweede maal logement in Caïro, bij een kennis, ditmaal via zijn professionele netwerk in de VS. Daar, in een wijk langs de oevers van de Nijl, logeert nu het hele gezin.

In Amerika speelt zich ook het begin van hun toekomst af. In deze eerste dagen van januari maakt het gezin zich klaar om af te reizen naar Washington D.C. Fadi Abu Shammala heeft in de Amerikaanse hoofdstad een fellowship gekregen en zal vijf maanden lang essays schrijven over verdraagzaamheid, en over hoe moeilijk het is kinderen op te voeden in oorlog of conflict. Het gezin gaat in de staat Virginia wonen, de school van de kinderen is al uitgekozen. „Verder dan die vijf maanden kijken we voorlopig niet”, zegt Fadi.

Kinderen in het Al-Shaboura vluchtelingenkamp op 20 december, de dag na een Israëlisch bombardement. De kinderen van Fadi, die ook in dat kamp hebben gezeten, waren toen al veilig aangekomen in Egypte.
Foto Ismael Mohamad / UPI / Shutterstock

Met de twee oudste kinderen gaat het, althans fysiek, al iets beter. Adam (5), het jongste zoontje, klaagt echter over rugpijn. Fadi wijt het aan de talloze keren dat hij zich schrap moest zetten voor een nieuw bombardement. Omdat hij in Caïro geregeld een bloedneus heeft, gingen zijn ouders met hem naar een arts. „Zijn bloedvaten zijn verzwakt, waarop de dokter ons maande ons zoontje voldoende schoon water te laten drinken.” Het klonk als een licht verwijt, zegt Fadi, die daarop de arts uitlegde dat het kind net uit Gaza was gevlucht. „De dokter excuseerde zich prompt en gaf zijn persoonlijk nummer mee, zodat we hem dag en nacht konden bereiken.” Volgens de laatste testresultaten heeft Adam een tekort aan ijzer, kalium, calcium, fosfaat en fosfor, ernstige infecties en aanhoudende koorts.

Zijn kinderen overleefden in Gaza op brood en thee, meer dan heel wat andere kinderen tegenwoordig binnenkrijgen, zegt Fadi Abu Shammala. Zijn gezin is intussen veilig bij hem in Caïro, maar zijn familie en die van zijn vrouw verblijven nog in de Gazastrook. Na de vlucht van Safa en de kinderen keerden Fadi’s moeder en zus zelfs terug naar Khan Younis, omdat ze zijn vader daar niet alleen wilden laten. „Samen veilig of samen onveilig, zegt mijn moeder. Ik kon er niks tegen inbrengen.” In de WhatsAppgroep van de familie stelt Fadi elke dag opnieuw dezelfde vraag: is iedereen nog altijd oké? Dan wacht hij af tot een lid van de familie, zodra het internet het toelaat, een teken van leven stuurt.

Kritiek op Hamas

Sinds een week of drie stelt Fadi vast dat de kritiek op Hamas groeit. „In Gaza zijn mensen steeds bozer dat Hamas er niet in slaagt zijn eigen volk te beschermen en de broodnodige hulp te verlenen”, vertelt Fadi. Volgens hem aarzelen de Gazanen voor het eerst ook niet dit hardop te zeggen, tijdens interviews op straat. „Ook mijn vader, die vindt dat Israël nooit een reden nodig heeft gehad om ons hard aan te pakken, zegt nu dat Hamas op 7 oktober Israël de rechtvaardiging schonk om nu zo meedogenloos toe te slaan.”

Maar de kritiek van gewone Gazanen op het gebrek aan voedsel en medicijnen is niet hetzelfde als kritiek op de Hamas-aanval van die dag zelf. „Sommigen in Gaza discussiëren nu over de strategie van Hamas, maar niet zozeer over wat de militante organisatie op 7 oktober heeft gedaan.” Niemand in Gaza, klinkt het, „trekt het recht op verzet in twijfel”.

Bang voor vliegtuigen

Terwijl zijn vrouw en kinderen fysiek aansterken in Caïro, is daar ook nog de weg van het mentale herstel. „Mijn voorheen zo speelgrage en uitbundige jongens blijven nu liever veilig binnen”, zegt Fadi. De kinderen zijn bang van het geluid van vliegtuigen, motorfietsen en vrachtwagens, misschien omdat die hen doen denken aan tanks.

Ook het geluid van vuurwerk kan een trauma oprakelen, omdat het zo sterk op geweerschoten en bombardementen lijkt. „Maar toen Adam onlangs in Caïro naar vuurwerk keek, vroeg hij alleen of het Palestijnse of Israëlische raketten betrof.” Fadi’s echtgenote Safa vindt het voorlopig nog te moeilijk om over hun lange lijdensweg te praten en mijdt het tv-nieuws over Gaza.

Hun tienjarige zoon Karam gaf Fadi onlangs een antwoord dat voelde als balsem op de ziel. „Ik vroeg hem of hij ooit twijfelde of ik hen uit Gaza weg zou krijgen. Hij zei dat hij wist dat zijn baba, zijn papa, voor hen zelfs het onmogelijke doet, zoals een superheld. Dat antwoord is mij echt alles waard.”