‘Hoeveel lijsttrekkers durven eerlijk te zijn over het verleden? Ik probeer dat’, zegt Henri Bontenbal

CDA-lijsttrekker Henri Bontenbal: „Ik heb me vaak afgevraagd: was er niet toch een manier geweest om Omtzigt erbij te houden?”

CDA-lijsttrekker Henri Bontenbal: „Ik heb me vaak afgevraagd: was er niet toch een manier geweest om Omtzigt erbij te houden?”

Foto Bart Maat

Interview

Henri Bontenbal | Lijsttrekker CDA De nieuwe partijleider van het CDA, Henri Bontenbal, moet de „ballast” van de partij meedragen. „Ik zeg tegen CDA’ers: hou ook een beetje commitment bij onze club.”

Zonder zijn grootste electorale concurrenten, Pieter Omtzigt (NSC) en Mona Keijzer (BBB), had Henri Bontenbal niet de lijsttrekker van het CDA kunnen worden in de Tweede Kamerverkiezingen van november. In de vorige verkiezingen, van 2021, had hij nog op een onverkiesbare plek gestaan. Maar omdat toenmalig partijgenoot Pieter Omtzigt overwerkt thuis zat, mocht Bontenbal hem tijdelijk vervangen. Vrij snel daarna werd Mona Keijzer uit het kabinet Rutte III ontslagen nadat ze zich publiekelijk had afgezet tegen kabinetsbeleid. Ze gaf haar CDA-zetel op, Bontenbal kon weer terugkeren.

Precies twee jaar later zit hij in de grootste werkkamer van de CDA-vleugel in de Tweede Kamer, die van de fractievoorzitter. Vorige maand werd hij door het CDA-bestuur voorgedragen als lijsttrekker en in mediaoptredens moet Bontenbal sindsdien steeds weer uitleggen waarom zijn kiezers zijn weggelopen naar andere partijen en waarom zijn CDA verbrokkelt. De partij verloor al fors bij de vorige Tweede Kamerverkiezingen en heeft daar nu 14 zetels. In de dinsdag geüpdatete versie van de Peilingwijzer, een afgewogen gemiddelde van twee peilingen, blijven daar tussen de 2 en 6 zetels van over. Niet eerder werden de christendemocraten zó laag gepeild.

Lees ook dit artikel: Hoekstra werd nooit de verlosser van het CDA

Waarom gaat het zo slecht met het CDA?

„Omdat kiezers, denk ik, de boodschap van het CDA te veel verwaterd vinden en ons niet meer herkennen. We hebben er last van gehad dat we in de coalitie hebben gezeten en in een heel ongelukkig kabinet, waarbij het ons onvoldoende is gelukt om onze eigenheid te bewaren. We hebben te vaak het compromis verdedigd in plaats van ons eigen verhaal. Dat hebben we gewoon niet helder genoeg, niet stoer genoeg verteld.

„Ik denk ook dat we niet altijd de goede keuzes hebben gemaakt in de thema’s die we belangrijk hebben gemaakt. Die focus op veiligheid, migratie. We zijn daar ook nog eens door een economische lens naar gaan kijken, in plaats van vanuit de lens van waarden, normen, gemeenschapszin, fatsoen.”

Bontenbal herhaalt ook weer wat hij steeds zegt in interviews en toespraken: dat het CDA „te veel heeft meebewogen” en „te weinig heeft teruggeduwd”.

Dat is een best oppervlakkige analyse voor iemand wiens partij dreigt te verdwijnen.

„Dat vind ik niet. Hoeveel lijsttrekkers durven eerlijk te zijn over het verleden? Ik probeer dat. En ik zou ook willen zeggen: die peilingen zeggen nog niet heel veel.

„Ik weet dat ik in een underdogpositie zit, dat ik van ver moet komen. Ik denk echt dat wij terug kunnen komen. Ik voel me in hart en nieren een christendemocraat. Het wordt een zware klus, maar ik laat me absoluut niet de grond in praten. Daar heb ik te veel energie en optimisme voor.”

En realisme?

„Ook. Het CDA heeft vaker in moeilijke periodes gezeten.”

Maar niet eerder zó laag in de peilingen.

„Het politieke landschap is heel volatiel. Hoeveel zetels heeft D66 nu in de Tweede Kamer?”

Zijn hoofd voorlichting, die bij het interview aanwezig is: „24.”

Bontenbal: „Ja, en die hebben weleens op 3 gestaan.”

Het hoofd voorlichting: „In de peilingen op nul.”

Het kan, wil Bontenbal maar zeggen, ook nog helemaal anders lopen. Het CDA, zegt hij, kan iedereen nog „verrassen”. Dat probeert de partij te doen met een verhaal dat gaat over gemeenschapszin en fatsoen. Ooit, in de tijd van Jan Peter Balkenende, een beproefd recept om de grootste te worden.

Uw voorgangers probeerden dat verhaal ook te vertellen. Sybrand Buma verzette zich tegen individualisering, Hoekstra praatte vaak over gemeenschapszin rond de Provinciale Statenverkiezingen – waarna de partij halveerde. Wat maakt uw verhaal anders? Waarom zou het nu wel werken?

„Ehm.” Er valt een stilte. „Kijk, daar moet ik even over nadenken. Ik denk dat het ook helpt dat wij gewoon met een nieuwe generatie dit verhaal vertellen. De fractie heeft de afgelopen twee jaar met nieuwe mensen echt geprobeerd om een aantal wissels om te zetten. Ik wil een land waar gemeenschapszin belangrijk wordt. Waar omzien naar elkaar weer hoog op de agenda staat.”

De nieuwe generatie, zo werd Hoekstra ook genoemd.

„Ik denk dat je kan constateren dat zijn verhaal niet genoeg over de bühne is gekomen. Er is een link tussen boodschapper en boodschap. Het zou ook heel gek zijn als wij opeens totaal een ander verhaal gingen vertellen.”

Wat voor CDA heeft Hoekstra aan u achtergelaten?

„Ik trof een partij aan met heel weinig zelfvertrouwen. Veel onvrede, ook bij afdelingen. Mensen die lekten naar de krant. Dat zegt iets over de stand van de partij.”

Hij ziet wel, zegt Bontenbal, dat er een „omslag” heeft plaatsgevonden sinds hij partijleider is. „Ik ben daar trots op. Het is voor mij een heel belangrijk vuurtje om energie te houden, ook als het moeilijk is. Dan denk ik: oké, wacht even. Ik heb wel een partij achter me staan die mij elke keer moed geeft als het even tegenzit.”

En tegenzitten deed het de afgelopen jaren voor het CDA. De aanloop tot het, in de woorden van Bontenbal, „laagterecord” werd gedomineerd door intern geruzie, onderling wantrouwen en teleurstelling. Met de komst van Bontenbal lijken de gemoederen intern tot bedaren te zijn gebracht. Maar de christendemocraten zien met lede ogen aan dat voormalige partijgenoten zich aansluiten bij BBB of NSC. Dinsdag presenteerde Pieter Omtzigt zijn kandidaat-Kamerleden. Op de lijst staan opvallend veel CDA’ers. Sommigen waren tot voor kort nog actief voor de partij van Bontenbal.

Hoe komt het dat al die mensen overstappen?

„Nou, ze lopen gelukkig niet allemaal weg. Mijn mailbox zit vol met CDA-leden die afgehaakt waren en weer lid zijn geworden. Het is niet zo dat het CDA massaal leegloopt.”

U vindt het wel meevallen.

„Nee, want elk lid en elke prominent die daarheen gaat… dat valt mij in die zin tegen. Dat doet mij pijn. Het zegt iets over de stand van mijn partij. Blijkbaar hebben ze iets bij het CDA niet kunnen vinden. Wellicht had ik ze nog binnenboord kunnen houden als ik iets eerder van start was gegaan.”

Heeft u er begrip voor?

„In sommige gevallen wel. Als mensen vinden dat het CDA-verhaal verwaterd is en als dat hun reden is om niet meer bij ons te zitten, dan snap ik dat. Alleen ik zeg tegen CDA’ers: hou ook een beetje commitment bij onze club. Ik had ook iets anders kunnen gaan doen met mijn leven. Maar ik kies hiervoor.”

Denkt u er weleens over na hoe alles anders had kunnen lopen als het CDA-bestuur drie jaar geleden niet Wopke Hoekstra maar de toenmalige nummer 2 Pieter Omtzigt tot lijsttrekker had gemaakt nadat Hugo de Jonge zich terugtrok?

„Het is de tragiek van de geschiedenis. Dat een Hugo lijsttrekker wordt en het niet kan bolwerken naast het coronaministerschap. Weet je, er zijn ook dingen waar je niet zoveel aan kunt doen. Wij hebben soms ook gewoon pech in het leven, in de partij.”

Nu maakt u zich er wel erg makkelijk vanaf. Hugo de Jonge trok zich terug. Pieter Omtzigt zijn jullie kwijtgeraakt omdat hij zich niet goed behandeld voelde.

„Ja kijk, ik maakte er toen geen onderdeel van uit. Dus ik moet het doen met de verhalen. Ik heb me vaak afgevraagd: was er niet toch een manier geweest om hem erbij te houden. Maar ik heb ook te weinig kennis van wat er toen allemaal is gebeurd. Ik heb ook niet de behoefte, eerlijk gezegd, om van alles het naadje van de kous te weten. Ik vind het tragisch wat er is gebeurd.”

Hoe verklaart u dat Omtzigt en ook voormalig CDA’er Caroline van der Plas (BBB) pas buiten het CDA kunnen floreren?

„Ik denk dat het komt omdat het iets nieuws is en ze zich daarmee makkelijker kunnen afzetten tegenover wat er de afgelopen jaren is gebeurd. Ik zie de uitslag van de Provinciale Statenverkiezingen (waarin BBB in alle provincies de grootste werd, red.) als een hele grote proteststem tegen 12 jaar Rutte. Dat heeft BBB heel veel wind in de zeilen gegeven.”

Weet u in hoeveel kabinetten het CDA heeft meegeregeerd sinds de christendemocraten in ’77 voor het eerst als fusiepartij meededen?

„Nee, niet uit mijn hoofd. Veel.”

In dertien van de zestien. Bij alle kritiek die u nu heeft op overheidsbeleid, kunnen kiezers denken: het CDA was er al die tijd bij en deed bijna altijd mee. Hoe geloofwaardig is het als u over verandering begint?

„Dat we meededen betekent niet dat het CDA geen recht van spreken meer heeft. Elke partij verhoudt zich hier tot zijn eigen geschiedenis en zal achteraf ook zien dat ze bepaalde dingen goed hebben gedaan en bepaalde dingen niet goed hebben gedaan.

„Het is makkelijker om nu een nieuwe partij te starten en te zeggen: ik ga alles anders doen. Maar over tien jaar zullen die partijen ook moeten reflecteren en zal er geconcludeerd worden dat dingen niet goed zijn gedaan. Ik zit nu net twee jaar in de Kamer en ik moet die ballast verdedigen. Part of life.”

Na deelname aan het kabinet-Rutte II verloor de PvdA fors: van 38 naar 9 zetels. Daarna begon de partij in interviews afstand te nemen van beleid. Heeft u al ergens spijt van?

Bontenbal begint éérst over wat hij goed vond gaan: op volkshuisvesting, de arbeidsmarkt. „Ik ga niet doen alsof het CDA alleen slechte dingen heeft gebracht.” Maar: „Ik denk dat we het op het gebied van landbouw strategisch niet goed hebben aangepakt. We hadden eerder aan de rem moeten trekken. Achter de schermen in de coalitie, en in het kabinet, hadden we moeten zeggen dat de stikstofafspraken voor ons te zwaar waren en niet konden doorgaan op de afgesproken manier.”

Het CDA heeft dat toch geprobeerd een jaar geleden? In het AD noemde toenmalig partijleider en vicepremier Wopke Hoekstra de kabinetsafspraken toen ‘niet heilig’.

„Daarvan denk ik nu: dat was onverstandig. We hebben daarmee onze coalitiepartners overvallen. Dat heeft ook kwaad bloed gezet, waardoor we minder effectief waren in het heronderhandelen. Ik praat achteraf en met de kennis van nu, dus het is makkelijker hè. Dat we na de Provinciale-Statenverkiezingen in het kabinet hebben gezegd dat we willen heronderhandelen was wel verstandig. Dat was met open vizier.”

In de politieke beschouwingen, vorige week, voerde Bontenbal voor het eerst het woord als lijsttrekker. Van der Plas diende een motie in, die ook ondertekend was door Omtzigt, waarin het kabinet werd opgeroepen om het minimumloon „enigszins” te verhogen en dat te betalen door te besparen op „de uitgaven” van de overheid. Een „graties-bier-motie”, vond Bontenbal. Bij Van der Plas bleef hij doorvragen over financiële degelijkheid.

Maar bij Pieter Omtzigt stond u niet op. Achteraf zei u tegen NRC dat Omtzigt u over ieder procentpuntje kan interrumperen, maar dat u „bakken met kritiek” krijgt als u hetzelfde doet.

„Ik merk dat het überhaupt moeilijk is om inhoudelijke kritiek op hem te leveren. Ik ben daar terughoudend in. Omdat een deel van zijn achterban mij heel snel verwijt: jullie als CDA hebben het recht niet om iets over Omtzigt te vinden. En dat vind ik ingewikkeld omdat mijn mailbox dan vervolgens vol zit met allerlei haatberichten. Ik heb er die avond wel over na zitten denken en ik moet me hier niet door laten weerhouden. Want we moeten gewoon een inhoudelijke campagne kunnen voeren, dus ook met Omtzigt. Maar ik moet daar wel een drempel voor over.”

Uw voorganger Wopke Hoekstra zei altijd dat hij meer bestuurder dan politicus is. Hoe zit dat bij u?

„Ik ben meer politicus dan bestuurder. Ik wil geen bestuurder zijn.”

Waarom niet?

„Omdat ik vind dat ik volksvertegenwoordiger ben, ik wil gewoon in de Kamer zijn. Als je bestuurder bent, dan moet je vaker het compromis verdedigen. En dat is een stukje van ons probleem geweest.”

U wilt nooit een kabinet in?

„Nee.”

Nooit, nooit?

„Nee, tenzij ik minister-president mag worden. Maar dat vind ik op dit moment een vrij optimistische inschatting.”