N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Met zijn armen in de lucht, omgeven door rijen rode kool, bloemkool en broccoli, zwaait akkerbouwer Ahmad Abousari om zich heen. „Daar en daar”, wijst hij. „Overal was rook.” Het was „alsof het hele gebied met water besproeid werd”. Hij loopt verder en wijst een paar van zijn avocadobomen aan. „Deze komen uit Spanje, ze zijn hartstikke duur.”
Zuid-Libanon, bekend om de vruchtbare grond en mooie vergezichten, is opnieuw het toneel van een regelmatig oplaaiende conflict. Het gebied en de bevolking gaan al decennia gebukt onder geweld door anti-Israëlische milities en agressie van Israël. Nu maakt Hezbollah er de dienst uit, de sjiitische militie en grote politieke partij die Israëls grootste dreiging aan de noordgrens vormt. Sinds de oorlog in Gaza zijn ook Hezbollah en Israël verwikkeld in steeds heviger wordende gevechten.
De familie Abousari in het Zuid-Libanese dorpje Dhaira woont pal aan de grens, midden in dit conflict. Van een afstandje lijkt er niets vreemds aan de hand op het stuk familiegrond, maar wie voet zet tussen de volgroeide gewassen ziet overal inslagkraters en stukken metaal.
Met een zo’n metalen staaf in zijn hand loopt Ahmad zoekend rond. Om de paar meter stopt hij en port hij in een zwartgeblakerd plekje op de grond. „Dit is het”, zegt Ahmad, „allemaal witte fosfor.” Er liggen honderden van zulke zwarte stukjes, soms opgedroogd, soms olieachtig. Meerdere gaan uit zichzelf roken of vatten uit zichzelf vlam op het moment dat Ahmad er met de metalen staaf in prikt of er een stuk steen in woelt. „Dit is ongeveer 35 dagen oud”, zegt hij.
De stukken witte fosfor kwamen in groten getale naar beneden. Ik vluchtte mijn auto in, maakte een stuk stof nat en hield dat tegen mijn gezicht zodat ik de rook niet zou inademen
Medio oktober is Dhaira op zeker twee dagen beschoten met onder andere witte-fosforgranaten, vertellen Ahmad, 58 jaar oud, en zijn zoon, de 29-jarige Oday. Op de vroege ochtend van 16 oktober, was Oday buiten aan het werk om de grond te beregenen en de planten na te kijken, toen het begon. „De stukken witte fosfor kwamen in groten getale naar beneden. Ik vluchtte mijn auto in, maakte een stuk stof nat en hield dat tegen mijn gezicht aan zodat ik de rook niet zou inademen.”
Daar bleef hij meer dan twee uur zitten, vertelt Oday. „Ondanks de natte doek had ik ademhalingsproblemen.” Hij herkent de witte fosfor aan de brandende stukjes die bij neerkomst een dik rookgordijn vormen. Na een paar zware uren keerde Oday terug naar huis, hij nam een douche en spoelde zijn lichaam en kleren schoon van de rookresten. De witte fosfor heeft zijn oogst „verwoest”, constateert Oday. „Het was een zwarte dag in mijn leven. Ik zal dit nooit meer vergeten.”
Restanten van witte fosfor gevonden
Zowel de Libanese overheid als organisaties zoals Human Rights Watch en Amnesty International wezen de afgelopen weken al op het gebruik van het omstreden witte fosfor door Israël in Gaza en Libanon, ook in bevolkte gebieden. Begin deze maand toonde NRC met behulp van foto’s en video’s aan dat bij zeker vier beschietingen in Gaza en Libanon witte fosfor is gebruikt. Israël ontkende het gebruik ervan niet.
Onderzoek ter plekke is echter moeilijk, aangezien er al bijna twee maanden lang wordt gevochten. NRC maakte gebruik van het bestand in Gaza dat ook in Libanon voor een gevechtspauze zorgde en reisde in het weekend van 25 en 26 november af naar het Libanese grensgebied met Noord-Israël.
In verschillende grensplaatsen vertellen bewoners hoe zij de afgelopen weken deze beschietingen meemaakten. „Het was witte fosfor.” Zij vertellen dat ze de herkenbare tentakelachtige slierten zagen en hoe de brandende deeltjes als regen overal om hen heen neerdaalden.
In dorpen als Houla en Dhaira vond NRC, behalve ooggetuigen, ook restanten van granaten die witte fosfor uitwerpen en de witte fosfor zelf. Twee wapenexperts die de door NRC gemaakte beelden bekeken, bevestigen dit onafhankelijk van elkaar.Volgens de voormalige artillerieofficier uit het Britse leger Chris Cobb-Smith is het „uiteraard zeker witte fosfor. In dit geval is het afgevuurd door 155 mm-artilleriegranaten”. Volgens hem kunnen de fragmenten witte fosfor zowel dicht bij de grond als hoger in de lucht worden uitgeworpen, „waarvan de sporen zichtbaar zijn”.
Ook Mark Hiznay, wapenexpert bij Human Rights Watch, is ervan overtuigd dat in de voorgelegde gevallen witte fosfor is afgevuurd. „De overblijfselen zijn van de M825A1-serie (en voorgangers zoals de E1-serie, red.) 155 mm-projectielen. De interne structuur van de granaat is uniek aan de M825-serie voor witte fosfor.” Beeldmateriaal van deze kwaliteit, zo snel nadat de beschietingen plaatsvonden, is volgens Hiznay „uitzonderlijk”.
Over de zwarte restanten die in sommige gevallen opnieuw ontbrandden zegt Hiznay: „Er zijn geen andere materialen die hier zo op lijken en deze eigenschap hebben.” De granaatresten lijken erop te wijzen, vervolgt Hiznay, dat een deel van de projectielen in de Verenigde Staten geproduceerd of gemarkeerd is, en een ander deel mogelijk in Israël.
Lees ook: Omstreden witte fosfor is gebruikt boven een woonwijk in Gaza
Niet meer dan tien meter zicht
Ook Abdallah Goraieb, burgemeester van Dhaira, maakte een dergelijke beschieting mee. Hij was thuis met zijn gezin toen het op 17 oktober bestookt werd met witte-fosformunitie. „De rook was heel dicht, ik had niet meer dan tien meter zicht. Er vielen geen zwaargewonden, maar sommigen van ons stikten wel bijna of vielen flauw.” Zijn huis heeft hij niet meer, het is volledig afgebrand na een beschieting met andere ammunitie.
Een schatting van het aantal slachtoffers is moeilijk te maken, zegt Samir Geammal, arts op de spoedeisende hulp in het Lebanese Italian Hospital in Tyre, in het zuiden van het land. Mogelijk gaan sommige mensen met klachten niet naar het ziekenhuis of een kliniek. Geammal vertelt dat hij en zijn collega’s de eerste week van de oorlog ruim tien mensen met ademhalingsklachten, huidirritaties en brandende ogen hebben behandeld. In de weken erna volgden nog enkele slachtoffers. De meeste patiënten konden binnen een of twee dagen naar huis, herinnert hij zich. „Maar andere ziekenhuizen hebben ook patiënten opgenomen.”
Het personeel traint regelmatig voor een nieuwe geweldsuitbarsting en hoe klachten van witte fosfor te behandelen, zegt Geammal. „Wij zijn voorbereid”.
Plakkerige substantie
Witte fosfor wordt primair gebruikt voor het vormen van rookgordijnen, om bijvoorbeeld buiten het zicht van de tegenstander de eigen troepen te verplaatsen. Ook worden er doelwitten mee gemarkeerd. Maar het is ook omstreden, zeker als het als brandwapen wordt gebruikt, dus om er bewust schade of verwondingen mee te veroorzaken. De substantie is plakkerig en blijft kleven aan menselijk vlees waar het tot op het bot doorheen kan branden. De rook veroorzaakt ademhalingsproblemen en de resten kunnen nog na weken of maanden weer ontvlammen als het genoeg zuurstof krijgt.
Het internationaal humanitair recht kent strenge voorwaarden toe voor het gebruik van witte fosfor. Gebruik in dichtbevolkte gebieden is aan zeer strikte regels gebonden, al worden de uitzonderlijke situaties waarin het wel is toegestaan fel bekritiseerd door onder meer HRW, Amnesty International en verschillende landen. Israël is overigens geen partij bij het verdrag waarin deze regels zijn vastgelegd. Wel is het gebonden aan het gewoonterecht, dat onder andere voorschrijft dat burgers zoveel mogelijk moeten worden ontzien.
Uit de beelden is niet af te leiden wie de granaten heeft afgevuurd. Maar volgens wapenexpert Mark Hiznay beschikken behalve het Israëlische leger geen andere partijen in deze regio over de 155-mm-houwitser waarmee witte fosfor wordt afgevuurd.Een woordvoerder van het Israëlische leger zegt niet in te kunnen gaan op „specifieke casussen”, en wijst erop dat „net als veel westerse legers ook de IDF beschikt over rookgordijngranaten die witte fosfor bevatten en die legaal zijn volgens het internationaal recht”. „IDF-procedures vereisen dat dergelijke granaten niet worden gebruikt in dichtbevolkte gebieden, behoudens bepaalde uitzonderingen.”
Achterkant van een raket
In Houla kijken ze niet op van de bevindingen van de experts. „Ach, Israël kent het concept van oorlogsmisdaden helemaal niet, ze doen gewoon waar ze zin in hebben”, zegt Kazam Yaacoub, hij is tandarts. „Andere landen nemen ons toch niet serieus. De westerse steun voor Israël heeft geen grenzen, zelfs als hun oorlogsmisdaden gedocumenteerd zijn.”
Terwijl Yaacoub naar buiten loopt, vertelt hij dat in de jaren tachtig van de vorige eeuw in Oekraïne studeerde. „Ze noemden het hier ook wel ‘klein Moskou’. Acht op de tien de mensen waren hier communist.” Inmiddels is Yaacoub nog een uitzondering.
Op het stukje grond waar Yaacoub met zijn broer gewassen verbouwt en dieren houdt, belandden eind oktober minstens twee granaten. Ze hebben er twee metalen staven en de achterkant van de granaat van teruggevonden. „Ik was buiten mijn handen aan het wassen toen de eerste ruim 50 meter boven de grond ontplofte. Toen ik de witte slierten in de lucht zag, wist ik dat het fosfor was.” Hij ging terug naar binnen en haalde een mondkapje om daarna weer naar buiten te gaan. „Uit mijn eigen praktijk”, lacht hij terwijl hij het blauwe mondkapje laat zien.
De brandende stukjes vielen als regen naar beneden, en overal op het veld ontstonden kleine brandjes, vertellen Yaacoub en zijn broer, die toen bij hem was. „Door de harde wind ontstond er een heel grote brand die zich uitbreidde naar de olijfbomen van de buren.” Het veld en de bomen bleven tot aan het einde van de volgende dag branden, zo’n anderhalve dag. Een groepje buurjongens is vandaag begonnen met puinruimen op het veldje en zaagt nu een oude olijfboom om.
Bang dat de oogst is aangetast
Op het stuk grond van de familie Abousari brandde het niet zo hevig. De meeste planten staan nog overeind. Oday heeft in de eerste weken van het gevecht nog zoveel mogelijk van de olijven, tabak en andere gewassen proberen te oogsten, ook van zijn buren, vertelt hij. Zijn beide ouders en wat andere familieleden horen hem aan, ze zijn vanwege de gevechtspauze aan de grens een paar dagen naar huis gekomen.
Oday was als enige achtergebleven om op het huis, het land en de dieren te passen. „Wij leven van landbouw en zijn afhankelijk van de seizoenen. Met deze slechte economie kunnen mensen het zich niet veroorloven de oogst te verliezen en zonder geld de winter door te komen.” Maar ze zijn bang dat de oogst door de rook met restanten van witte fosfor is aangetast. „Wie wil onze olijven nog nu ze vergiftigd zijn? Ik kan dit niet verkopen”, zegt Oday. Hij zal binnenkort weer moeten zaaien, en vreest ook dat de bodem vervuild is.
Er is relatief weinig onderzoek gedaan naar witte fosfor en de lange termijn gevolgen ervan voor de gezondheid en leefomgeving, zegt de Libanese onderzoeker en consultant Abbas Baalbaki. Het is volgens hem bijvoorbeeld onduidelijk hoe ver witte fosfor kan afbreken tot het niet meer uit zichzelf ontbrandt en in welke mate kleine deeltjes ervan terechtkomen in voedselsystemen.
Ook Wim Zwijnenburg, onderzoeker bij vredesorganisatie PAX en journalist bij Bellingcat, zegt dat over witte fosfor vooral wat oude documentatie te vinden is van bijvoorbeeld de Amerikaanse overheid. „We zien bij dit soort wapens vaak dat er geen onderzoek is naar blootstellingsrisico’s voor burgers en de lange termijngevolgen voor gezondheid en de omgeving.”
„Met de inzet van wapens komt ook een verantwoordelijkheid. Zelfs áls er geen of vrijwel geen effecten zouden zijn, moet je dat als overheid uitleggen.” Maar Zwijnenburg benadrukt dat er nu nog helemaal geen goed beeld is van de gevaren van witte fosfor op de lange termijn. Lage concentraties kunnen misschien weinig gevolgen hebben, maar bij een langdurige ophoping ervan kan dat anders liggen.
Inmiddels is Oday het beu. Hij wil naar Europa emigreren. „Mijn leven lang was het mijn droom om op het land te werken, maar in Libanon is geen stabiliteit”, zegt hij. „Er zijn altijd problemen, er is altijd oorlog. Het enige wat ik wil is een fatsoenlijk en gezond leven, voor mij, mijn kinderen, en mijn ouders. Ik ben er zo moe van. Zo moe.”
- Animatie en illustratie
- Roos Liefting, Roland Blokhuizen en Nicoline Emmer
- Fotoredactie
- Lian Hof en Pauke van den Heuvel
- Digitale vormgeving en techniek
- Roos Liefting en Koen Smeets
- Coördinatie en eindredactie
- Anne van der Schoot en Wubby Luyendijk
- Met medewerking van
- Hanneke Chin-A-Fo en Jawad Rizkallah