‘Denkend aan moeten speechen, mocht ik de Theo d’Or krijgen, verlam ik helemaal’

Nadia Amin (1980) is actrice, danseres en zangeres. Ze was afgelopen week genomineerd voor de Theo d’Or voor beste actrice, brak haar voet én het theaterhuis dat haar prijswinnende voorstelling ‘Vecht’ produceerde, kwam onder vuur te liggen.

Foto Lars van den Brink

Maandag 11 september

Gebroken voet

Alles is een uitdaging met een gebroken voet: wassen, aankleden, spullen pakken. Mijn darmen en hoge adem vertellen me dat ik nerveus ben.

Eerste repetitiedag voor de herneming van Vecht bij Likeminds. De bestelde kniekruk blijkt geen optie. Het is een soort Terminator-leg, die totaal niet stabiel voelt. Een rolstoel wordt direct besteld. Morgen geleverd. Daar is nu alle hoop op gevestigd.

Met het team (regisseur, twee technici en ik) bespreken we de mogelijkheid dat iemand mijn fysieke rol overneemt, terwijl ik de tekst op een stoel speel. Hmm. Dat blijkt, na wat uitproberen, illustratief en komisch. Dat moet het niet zijn. Kan ik zittend de juiste energie overbrengen? Welke bewegingen zijn eigenlijk onmisbaar?

Het Nederlands Theater Festival (TF) wil voor 16 uur weten of de drie voorstellingen eind deze week doorgaan. Dat kunnen we ze vanmiddag nog niet beloven.

Weer thuis lig ik uitgeput op bed, met mijn roze gipsbeen omhoog. Lief komt met Kind, bijna 3, van de opvang: „Heb je nog steeds een gebroken voet?” Wat volgt, is zijn woede en onmacht, en groot verdriet. Mama is een van zijn pilaren en pilaren moeten niet hun voet breken. Ik leer dat ik actiever opgewekt moet zijn in zijn aanwezigheid.

Op de vloer wordt het: pootje erkennen, pootje wegspelen. Dat geldt nu ook voor thuis.

Dinsdag 12 september

Likeminds

Brommer die krant bezorgt rond de klok van vier maakt een einde aan mijn slaap. Vanmiddag bepalen we of de voorstelling met rolstoel overeind blijft en volwaardig het verhaal vertelt.

Het kleine team waarmee we dit aan het doen zijn, maakt me gelukkig. We’re in this together. Na het repeteren een doorloop, en we hakken de knoop door: dit kan. Handigheid met de rolstoel moet ik nog krijgen, dat zeker.

Het artikel in NRC over de onveilige werksituatie bij Likeminds is als een bom ingeslagen. Het is het gesprek van de dag in de sector en onderling. Mijn ervaring met Likeminds beperkt zich tot nu toe tot één voorstelling en die heb ik als positief ervaren. Maar nuanceren is eng. Nuanceren lijkt al gauw bagatelliseren. Ook heb ik respect voor de mensen die hun nek uitsteken om de sector een veiligere plek te maken. De sector die ik zie als mijn huis, ons huis.

De prijsuitreiking zondag speelt op de achtergrond, maar de waan van de dag eist alles op. Dat is misschien wel fijn op een gekke manier. Ik hoef geen hakken aan naar het gala, zoveel is zeker.

Woensdag 13 september

Speech schrijven

Brommer die krant bezorgt, is er weer rond vieren. Dit keer lukt het, edoch licht, door te slapen erna. Kind wordt ziek wakker. Opvang afzeggen. Lief zegt zijn verplichtingen af.

Overleg met het team. Vandaag is: de voorstelling goed krijgen. Na de repetitie kijk ik scheel van vermoeidheid. Hoe ga ik ooit die hele tour doen?!

De zenuwen tieren welig door mijn lijf. Hoewel er nu zo veel dingen spelen om nerveus over te zijn, kan ik, denkend aan moeten speechen mocht ik de Theo d’Or krijgen, helemaal verlammen.

Die speech: Wat mij betreft vieren we ons vak niet optimaal door er een onderlinge competitie van te maken, maar wie wint moet wel wat zeggen. Dat heb ik maanden geprobeerd te ontkennen en schuif ik ook nu nog even voor me uit.

Schrijven betekent ook: je verbinden aan het idee dat je de prijs krijgt. Misschien wil ik daar wel van wegblijven.

Foto’s Lars van den Brink

Donderdag 14 september

One down!

Met oordoppen ga ik de nacht in. Midden in de nacht, Kind wakker. Vervolgens de slaap weer opgepakt tot een uur of half 6. Brommer die krant bezorgt is later: half 7.

Nerveeeeuuuus. En kapot moe. Ik word ogenschijnlijk heel rustig als ik nerveus ben. Stil en slap en traag. Zo ziet het er bij mij uit. Vanavond de eerste voor publiek.

In de middag naar Likeminds, we nemen dingen door op de vloer: cues strakker krijgen, een omkleding in rolstoel oefenen. De directeur van TF komt langs. De vraag die in de ruimte hangt: mogen we er nog zijn en mogen we dit nog doen na dat artikel? Het antwoord luidt ja. TF, en daarmee de sector, omarmt de makers en het gemaakte, en stoot niet af. Ik schiet vol.

De voorstelling begint wat hobbelig, de flow komt later dan gewild, maar hij komt. One down!

Vrijdag 15 september

Actimove

Laat thuis, deze nacht waak ik. Speech, voorstelling en verjaardag van Kind lopen door mijn hoofd. Om half 6 begint het Gezin, Brommer die krant bezorgt is een uur later.

Vandaag gaat mijn roze gips eraf. In het ziekenhuis wordt de groene bloeduitstorting op mijn voet als „mooi” beoordeeld. Ik krijg een grote, zware schoen die zich ‘Actimove’ noemt. Wat is hier actimove aan? denk ik. „Hou er rekening mee dat dit lang gaat duren.” Gek genoeg troost die opmerking. Iemand die het even erkent.

Wederom de hele dag nerveus, slap en misselijk. Het gembershotje voor de voorstelling, ritueel dat Technicus inbrengt, sla ik op dag 2 van het nieuwe ritueel al over. Bang dat het eruit komt.

Het wordt een bijzondere avond. Veel mensen, ook collega’s, komen kijken. Vecht belicht hoe het toeslagenschandaal levens heeft geruïneerd en meerdere generaties voor het leven heeft getekend. Het belang van deze voorstelling voelt groot. Ik ben dankbaar dat ik dit mag doen.

Na de voorstelling naar huis met de Uber. Stuntelend met krukken word ik door een halfslapend Lief naar binnen geholpen.

Zaterdag 16 september

Première

Kunnen doorslapen tussen 1 en 5.45 uur. „Beetje kort”, brom ik als Lief vraagt hoe ik heb geslapen. Ik hoor en voel stembanden die pijn doen. De week heeft me opgebroken en mijn stem is stuk.

Gezin is moe. Lief doet alles en wordt langzaam ziek. Kind is het beu dat Moeder niets kan én telkens weg is.

Uber komt me ophalen, als elke dag word ik op het pleintje voor ons huis uitgezwaaid en vertrek ik weer. De laatste voorstelling, dan rust, denk ik. Kort daarna: Oh nee, morgen die uitreiking.

De voorstelling is een première. Premières zijn nooit de beste voorstellingen helaas. Het is relatief rustig, niet uitverkocht.

Ik start de motor slordig: stoot een paar keer mijn grote schoen in het decor en mijn vingers komen tussen de spaken van mijn rolstoel. Pure vermoeidheid. „Dit was nog maar scène 1”, denk ik. Mijn stem is schor, ik heb minder nuances en intonatie. Tijdens scène 5 denk ik dat Publiek en Criticus denken: ‘Nou nou, was die ophef over dat Vecht nou nodig? Ik zie het niet.”

Mag ik van de categorie acteurs: de zelfhater?

‘Uiteindelijk blijft de voorstelling staan, met dank aan de tekst’. Dat wordt de kop, denk ik.

In de foyer probeer ik de vrienden en mensen die ik spreek niet te belasten met mijn mening over hoe het ging. Is onhandig en onaardig, heb ik geleerd.

Thuisgekomen lukt het me niet de bossen bloemen en mijn rugzak binnen te krijgen met krukken. Lief staat op uit slaap en helpt. Op een krukje in de badkamer zit ik om mijn pyjama aan te doen en mijn tanden te poetsen.

Ik moet overgeven. Niet gedronken, maar de zenuwen en misselijkheid van afgelopen week vinden hun weg naar buiten. Staand op één been, hoofd boven de wasbak.

Zondag 17 september

Gala

Voor het eerst voel ik me rustig. Ben ik dan écht niet nerveus voor de uitreiking of is het gewoon op?

Lief en ik zitten erdoorheen, ziekig en stil, halve pogingen tot spelen met Kind. We vragen Oma om eerder te komen dan alleen ’s avonds voor de uitreiking. Ik val in slaap. Ooohh, slapen.

In de middag word ik wakker en begint die speech toch echt wel te zeuren. Ik begin te schrijven in bed.

Eten, aankleden, snel speech uitprinten en weer afscheid nemen. Morgen is Kind jarig, ik kan niets bakken en draag weinig bij. Voel me al een tijd tekort schieten.

Lief redigeert speech in de auto. Dat kan hij, heeft-ie voor geleerd. Bij de fontein van Café Americain, op krukafstand van de schouwburg, de speech verbeteren, en stukken schrappen.

Tijdens het gala wordt ons vak en het theater geëerd. Boven verwachting heerlijk om eens mee te maken. Om weer verliefd te worden op het theater. Het ontroert me ook dat mensen zich mooi hebben gemaakt. Een gewone dinsdagavond in Rome ziet er waarschijnlijk net zo uit. Maar als wij het doen, hier, dan straalt het zo veel liefde uit.

Het is een prachtige avond, zonder plaspauze worden alle prijzen erdoorheen gestoomd. Mooie ‘woke’ avond. We zijn ons bewust aan het worden. In en van onze bubbel. Het is tegelijk een eervol afscheid van het oude.

Mijn vriendin Mariana, we noemen elkaar Hermana – zuster – wint de laatste Theo in de geschiedenis van de toneelprijzen! Ik kan alleen maar dankbaarheid voelen voor alles, voel me verbonden.

De avond is mooi, het viel me alles mee. Geen wedstrijd maar een lofzang.

Met krukken door een overvolle foyer gaan, is niet te doen. We gaan buitenom naar het terras. Beveiliging checkt of we wel genodigd zijn. Gala in Holland.

Zou graag zo veel mensen nog willen spreken, maar de krukken en energie houden de avond kort. Na middernacht hangen we thuis de slingers op voor de verjaardag morgen.

In bed lees ik de recensie van Vecht die online is verschenen. Het begint positief maar halverwege neemt Recensent een afslag en suggereert – ondanks de 4 ballen – dat het toch niet helemaal gelukt is. Van nominatie, naar niet gewonnen, naar bijna geweigerd worden op het gala, naar gewoon weer touren met een voorstelling die toch middelmatig bleek te zijn? Bedtijd.

Maandag 18 september

Sterretjes

Om 6 uur op. Met sterretjes zingen we voor Kind. Ik duik mijn bed in zodra Kind naar de opvang is. Ik kan en wil niets anders dan slapen. Woensdag begint de tour.