‘Als kind droomde ik ervan te kunnen vliegen. Daarom raakte ik zo enthousiast over schoonspringen toen ik daar als twaalfjarig jongetje kennis mee maakte. Als ik van de tien meter hoge plank spring, heb ik het gevoel dat ik vlieg. Dan ben ik even een vogel. Vóór mijn twaalfde deed ik aan voetbal, maar ik kreeg last van mijn knieën. Mijn vader nam mij mee naar het zwembad en daar was een trainer met een heel mooi lichaam. Hij liet mij springen, en vertelde mijn vader dat ik talent had. En dat klopt. Ik kom net terug van wedstrijden in Denemarken en train nu voor het WK schoonspringen in Qatar in februari.
„Ik kom uit een heel sportieve familie. Mijn vader is jarenlang bondscoach van het nationale boksteam geweest. En een van mijn neven speelde in het Iraanse, nationale voetbalteam. Mijn vader zei altijd: ‘Je mag iedere sport kiezen die je maar wilt, maar boksen is verboden.’ Volgens hem was die sport slecht voor je hersenen. En dus ook slecht voor je toekomst. Naast het schoonspringen volleybalde ik ook. En ik basketbalde tijdens de lerarenopleiding lichamelijke opvoeding. Mijn drie broers deden ook veel aan sport. En ook zij zaten op topsportniveau.
„Ik ben de oudste van acht kinderen. Ik was een echt prinsje. Mijn moeder legde mij in de watten. Ze adoreerde mij. Als we vlees aten, kreeg ik altijd als eerste, en altijd het grootste stuk. Ik werd enorm verwend. Een luxepositie. Ik heb drie broers en vier zusjes. Mijn broers zijn ook allemaal naar Nederland gevlucht. Mijn zusjes niet. Die wonen nog steeds in Iran. Zij wilden onze ouders niet alleen laten. Ze wilden voor hen blijven zorgen. Gelukkig komen ze af en toe naar Nederland om ons op te zoeken.
„Mijn vader werkte in de eerste olieraffinaderij van Iran. We hadden het goed. We woonden op een terrein voor de werknemers van de raffinaderij. Grote huizen, veel groen en een zwembad. De stad waar we woonden was heel modern. In Abadan hadden we als eerste van het land televisie, auto’s en telefoon. Mijn vader was altijd aan het werk. Ik heb weleens tegen hem gezegd dat zijn kinderen zichzelf hebben opgevoed omdat hij er nooit was. Hij wees dan naar zijn overall en zei dat ik niet moest vergeten dat hij met zijn kleding sprak. Hij bedoelde daarmee dat hij keihard voor ons werkte, zodat het ons aan niets ontbrak.
„Tot eind jaren zeventig was het heerlijk in Abadan. Maar vanaf 1979 duwde ayatollah Khomeini Iran over de afgrond. Mijn land werd een religieus-fundamentalistische staat en de islamieten namen alles over. Die gekke tulbanden gingen opeens over alles. Vrouwen hadden helemaal niets meer te vertellen, en moesten voortaan gesluierd door het leven. Ik ben in de gevangenis beland, omdat ik zo’n idioot een karatetrap had gegeven nadat hij bij ons aanbelde en mijn vrouw uitschold voor hoer omdat ze binnenskamers geen hoofddoek droeg. Ik zat een week vast en kreeg 45 zweepslagen. Het bloed liep over mijn rug, maar ik bleef rechtop staan. Ik had pijn, maar weigerde te buigen voor die gekken.
„Mijn vrouw vond het leven steeds gevaarlijker worden. Zij was het die naar het buitenland wilde vluchten. Ze was bang dat ik weer gevangen zou worden genomen en zou worden opgehangen omdat ik liet zien dat ik niet bang was. Via een kennis werden we uitgenodigd om naar Nederland te komen. Als die kennis ergens anders in het vrije Westen hadden geleefd, waren we dáár naar toe gegaan. Zolang we maar weg konden uit Iran. We vertelden onze twee dochtertjes niets. Toen we in Amsterdam arriveerden, hebben we meteen asiel aangevraagd.
„We hebben een tijdje in Amsterdam gewoond en nadat onze asielaanvraag was gehonoreerd, gingen we naar Amersfoort. Dat was een heel bewuste keus. Amersfoort ligt namelijk in het hart van Nederland. Bovendien is in die stad een zwembad met een tien meter hoge springplank. En ik wilde weer schoonspringen. Mij weer een vogel voelen. En ook andere mensen leren om deze sport te beoefenen. Zodat zij ervaren wat vliegen is. En ook die vrijheid van een vogel voelen.
„In Nederland heb ik officieel mijn voornaam veranderd. Dat kostte een paar honderd euro. Maar als niet-moslim – ik ben opgegroeid met de leer van Zarathustra – wilde ik na de bezetting door Khomeini niet langer een voornaam hebben die naar de islam verwijst. Al noemt niemand mij in Nederland Yal. Iedereen zegt Bavi.
„Sinds een paar jaar woon ik niet meer in Amersfoort. Al train ik nog wel meerdere keren per week in het zwembad daar. Mijn dochter wilde dat ik na de dood van mijn vrouw bij haar kwam wonen. Ik had volgens de dokter namelijk hartproblemen, al kon hij niet vinden wat het was. Zelf wist ik meteen wat er scheelde. Ik had een gebroken hart na de dood van mijn vrouw. We waren meer dan veertig jaar samen.
„Inmiddels gaat alles weer goed en ben ik gezond. Ik voel me sterk. En ik train hard voor het WK. Al twijfel ik of ik moet gaan nu er oorlog is. Qatar financiert de Moslimbroederschap, de organisatie waar Hamas uit is voortgekomen. Ik kan eigenlijk niet naar een land waar men islamitische terroristen steunt. Never. Daarvoor heb ik te veel gezien en meegemaakt van de gevolgen van islamitisch fundamentalisme.”
Aanmeldingen: [email protected]