De ontheemden worden beschoten, de opslag voor medische apparatuur en hulpmiddelen is uitgebrand en er is nauwelijks genoeg eten. Al drie weken wordt het Nasser-ziekenhuis in Khan Younis in het zuidelijke deel van Gaza omringd door tanks, sluipschutters en drones.
Dinsdag gaf het Israëlische leger een evacuatiebevel voor ontheemden die schuilen in het complex. Daarop probeerde een groot deel van de zesduizend tot zevenduizend ontheemden te vertrekken, maar ze waren nauwelijks buiten het terrein of ze werden beschoten door Israëlische sluipschutters, zegt ziekenhuisdirecteur Atef al-Hout in een audiobericht. „Mensen waren doodsbang en keerden terug naar het complex.”
Het leger nam opnieuw contact op en verzekerde de ziekenhuisdirecteur dat de weg veilig was. Een aantal ontheemden vertrok, maar keerde al snel opnieuw terug uit angst voor beschietingen.
Volgens Al-Hout verblijven er nog ruim vierhonderd patiënten in het ziekenhuis. De meesten van hen kunnen het complex niet zelfstandig verlaten, maar moeten worden vervoerd in het geval van een volledige ontruiming. Onder hen zijn achttien patiënten op de intensive care, drie baby’s in couveuses en 35 patiënten die dialyse nodig hebben.
Onder de ontheemden bevinden zich ook familieleden van het medische personeel, die na het begin van het Israëlische grondoffensief in Khan Younis afgelopen december hun toevlucht hebben gezocht in het ziekenhuiscomplex.
Oorlogsmisdaden
Sinds 7 oktober zijn er 350 Israëlische aanvallen geweest op de gezondheidszorg in Gaza, aldus de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO). Het Israëlische leger beweert dat Hamas in en rond de ziekenhuizen opereert. Mensenrechtenorganisaties willen dat onderzocht wordt of de aanvallen op gezondheidsinstellingen oorlogsmisdaden zijn.
Van de 36 ziekenhuizen in Gaza is minder dan de helft gedeeltelijk operationeel. Het Nasser-ziekenhuis is, net als andere ziekenhuizen in Gaza, overvol en heeft een tekort aan alles. Tijdens de belegering kon in eerste instantie geen enkele auto het complex op- of afrijden, vervolgens kon niemand het ziekenhuis meer in of uit. Inmiddels nemen Israëlische sluipschutters het complex onder vuur. Daarbij zijn verschillende doden en gewonden gevallen.
Lees ook Gazanen vrezen Israëlisch grondoffensief in Rafah
En dan stroomt het rioolwater uit de omgeving ook nog eens richting de begane grond en dus richting de spoedeisende hulp van het ziekenhuis, zegt directeur Al-Hout, en hebben granaten een opslag voor medische middelen en apparatuur vrijwel volledig verbrand.
Ook dreigt de elektriciteit die wordt opgewekt uit zonnepanelen binnen enkele dagen op te raken. Bovendien komt er sinds de blokkade geen eten meer binnen; het personeel eet één maaltijd per dag, uitsluitend uit blik.
Hevige beschietingen
In een videobericht uit het Nasser-ziekenhuis, deze woensdag gedeeld via sociale media, vertelt arts Haitam Ahmed dat een van de poorten rond het ziekenhuis vernietigd is door een bulldozer. In het gebied ten noorden van het ziekenhuis vinden hevige beschietingen en bombardementen plaats. „Het is een hele angstige situatie. We proberen uit alle macht de controle over het ziekenhuis te houden.”
Journalist Ahmed al-Madhoun trok de afgelopen maanden van het noorden naar het zuiden van Gaza. Ook verbleef hij enkele dagen in het belegerde Nasser-ziekenhuis. „Als de belegering doorzet, is straks vrijwel de gehele gezondheidszorg in de Gazastrook ingestort. Dat zou een medische catastrofe zijn.”
Door de recente bombardementen op Rafah, de stad in het uiterste zuiden van Gaza waar zich ruim een miljoen ontheemde Palestijnen bevinden, is ook de druk op ziekenhuizen in de omgeving toegenomen. Het aangekondigde Israëlische grondoffensief in Rafah zal die nood alleen maar verhogen.
Lees ook Welke invloed hebben andere landen op Israël? ‘Er is grote onwil om het land te dwingen zich aan internationaal recht te houden’
Zware verwondingen
Met een vermoeide stem neemt Youssef al-Aqqad de telefoon op. Hij is directeur van het Europese ziekenhuis in Khan Younis, ten noorden van Rafah. De nacht daarvoor, van zondag op maandag, zijn er tientallen doden en gewonden uit Rafah binnengebracht. Bij Israëlische bombardementen daar werden afgelopen weekend zeker honderd Palestijnen gedood, aldus de Palestijnse Rode Halve Maan.
„Omdat de kleinere ziekenhuizen in Rafah alleen basale medische zorg verlenen, worden gewonden overgebracht naar het Europese ziekenhuis in Khan Younis,” zegt Al-Aqqad. Enkele van de binnengebrachte patiënten stierven aan hun zware verwondingen.
Momenteel verblijven er volgens de directeur ongeveer negenhonderd gewonden en zieken in het Europese ziekenhuis. De capaciteit van 240 medische bedden van voor de oorlog is aangevuld met simpele bedden en matrassen. Maar het is niet genoeg. „Gewonden liggen op de grond in de gangen.”
Volgens Al-Aqqad is alleen het Europese Ziekenhuis nog in staat in om specialistische operaties uit te voeren. Het Nasser-ziekenhuis, in het westelijke deel van Khan Younis, kan geen nieuwe patiënten opnemen vanwege de langdurige belegering. Daar komt nog bij dat het Europese Ziekenhuis ook onderdak biedt aan duizenden ontheemden op het ziekenhuisterrein.
„Het ziekenhuis kan het grote aantal gewonden, zieken en ontheemden helemaal niet aan”, zegt Al-Aqqad. Er is een gebrek aan dagelijkse benodigdheden als eten, water en elektriciteit, en aan middelen en medicijnen als anesthesie, antibiotica, en pijnstillers. „Patiënten met hevige pijn door zware verbrandingen kunnen we geen pijnstillers of zalf geven. De situatie van de gewonden in het ziekenhuis is miserabel.”
Gebrek aan mankracht
Tijdens de bombardementen op Rafah in de nacht van zondag op maandag sprak de directeur van het Koeweit-ziekenhuis in Rafah, Suwaid al-Hams, met de Arabische nieuwszender Al Jazeera. „Er bereiken ons veel zware gewonden die we niet kunnen behandelen vanwege het gebrek aan middelen en medicijnen.” De gewonden zijn onder meer verbrand of moeten amputaties ondergaan. „Er zijn geen volwaardige ziekenhuizen meer in Rafah”, zegt Al-Hams.
Directeur Al-Aqqad van het Europese ziekenhuis in Rafah in maakt zich grote zorgen om een aanstaand grondoffensief in Rafah. „Als het Israëlische leger Rafah binnenvalt, is dat een catastrofe. Een bloedbad. Er zullen duizenden doden en gewonden vallen. En de toch al in nood verkerende gezondheidszorg zal de situatie helemaal niet aankunnen.”
‘Ik heb gestemd zoals bijna iedereen hier”, glimlacht Koen Tempelaere. De zwarte wetsuit die de veertiger draagt, is kletsnat van het autowassen. Tempelaere woont in een bemiddelde nieuwbouwwijk van het West-Vlaamse dorp Houthulst, tevens hoofdplaats van de gelijknamige gemeente. Achter zijn tuin liggen glooiende maïsvelden, bossen en een militaire begraafplaats. De frontlinie van de Eerste Wereldoorlog is vlakbij. Het van oorsprong arme Houthulst kampt in de regio met een slecht imago, onder meer vanwege drugsgebruik.
Net als Tempelaere stemden bijna vier op de tien inwoners van Houthulst in juni op Vlaams Belang. België hield toen Europese, federale en regionale verkiezingen. Haast nergens werd de radicaal-rechtse partij, wier voorganger Vlaams Blok is veroordeeld wegens racisme, zo groot als in Houthulst. „De instroom van gelukszoekers is te hoog”, zegt Tempelaere. Hij houdt een druipende spons tegen zijn middel en geeft toe: „Al valt de instroom in Houthulst wel mee.”
Bij de gemeentelijke- en provinciale verkiezingen zondag in België staat het cordon sanitaire, de afspraak om niet met Vlaams Belang te besturen, volgens partijleider Tom Van Grieken „op springen”. 2024 moest het jaar worden waarin zijn partij, in navolging van radicale geestverwanten elders in Europa, zou gaan regeren. Met verkiezingen op elk denkbaar niveau van de Belgische politiek en gunstige peilingen, waren de verwachtingen hooggespannen. In juni haalde Vlaams Belang in de helft van de Vlaamse gemeenten de meeste stemmen, maar dat bleek onvoldoende om de grootste te worden.
Vlaams Belang is wendbaar in het vertalen van haar kernthema’s naar het lokale niveau. Zo koppelen ze de leefbaarheid van wijken bijvoorbeeld aan de komst van asielzoekers.
Zowel in de pas aangetreden centrum-rechtse Vlaamse regering als in de onderhandelingen over een federale Belgische regering speelt Vlaams Belang geen rol. Om het cordon alsnog te doorbreken, zijn de lokale verkiezingen cruciaal. De partij neemt in 209 van de driehonderd Vlaamse gemeenten deel. Daartoe heeft de partij tientallen lokale afdelingen opgericht, waaronder in Houthulst. Toch lijkt de partij het juist op lokaal niveau lastig te krijgen.
„Veiligheid” is voor Tempelaere het belangrijkste verkiezingsthema. „Mijn drie zoontjes moeten veilig kunnen spelen.” Hij heeft daarvoor meer vertrouwen in de huidige coalitiepartijen dan in Vlaams Belang. Dus zal Tempelaere op Lijst Burgemeester van de christen-democratische burgemeester Jeroen Vandromme (CD&V) stemmen.
In de steek gelaten
Het gemeentehuis van Houthulst telt een handvol kantoren, een raadzaal en maquettes van de kerk en het gemeentehuis. De 45-jarige burgemeester Vandromme draagt een donkerblauwe trui. Hij reageert allerminst verrast op zijn radicaal stemmende bevolking. „Inwoners voelen zich in de steek gelaten door Brussel. Laatst moest een tachtigjarige plots zijn sociale woning verlaten. Zelfs ik wist van niks!”
Houthulst heeft tienduizend inwoners. Vlaanderen kent veel van dit soort kleine gemeenten, vaak decennialang bestuurd door christen-democraten. „Gemeentefusies klinken mooi, maar eindigen altijd met minder dienstverlening”, zegt Vandromme. „Vlaanderen mag niet dezelfde fout maken als Nederland.” Want in zo’n kleine gemeente begrijpen inwoners „goed wat de lokale overheid allemaal doet”.
Enthousiast en ietwat gehaast – er wachten nog huisbezoeken – toont Vandromme het dorp. In een zaal achter de bibliotheek heeft een groep ouderen soep gegeten, ze krijgen een snelle handdruk. Op het marktplein wijst Vandromme naar het bankkantoor. Dat zit er nog, omdat de gemeente een pand ter beschikking stelde. En dan is er de ‘vrijetijdscampus’ waar gesport wordt. „We organiseerden hier ook onze nieuwjaarsreceptie, daar kwamen tweeduizend inwoners op af”, glundert de burgemeester.
„Door de plaatselijke bekendheid van kandidaten wordt bij lokale verkiezingen doorgaans minder ideologisch gestemd”, zegt Herwig Reynaert, politicoloog aan de Universiteit Gent. „Dat werkt in het nadeel van Vlaams Belang, zij leveren nergens burgemeesters.” Ook de nieuwe spelregels kunnen de partij parten spelen. De grootste partij krijgt voortaan het alleenrecht om in twee weken een coalitie te vormen. Het stemmenkanon van de grootste partij binnen een coalitie wordt automatisch burgemeester.
Maar de grootste „onzekere factor” bij wat Reyneart „de tweede ronde van Belgiës electorale boksmatch” noemt, is dat in Vlaanderen de opkomstplicht wordt afgeschaft. In Brussel en Wallonië blijft deze behouden. „Voor het eerst weet niemand wat de opkomst gaat zijn en welke kiezers thuisblijven.”
Thuisblijvers
Uitgebloeide zonnebloemen en tientallen verkiezingsborden doen de bus in- en uitgeleide die eens per uur over een hobbelige weg van Houthulst naar de provinciestad Roeselare rijdt. Volgens de peilingen wordt Vlaams Belang hier zondag de grootste. Op de Grote Markt van Roeselare blijkt de animo om te stemmen gering. Ouderenverzorgster Natashinka Lanckriet werkt op verkiezingsdag en vindt een volmacht regelen „te veel rompslomp”. „In juni stemde ik Vlaams Belang, want immigratie moet harder aangepakt. Maar nu ga ik niet.” Ook student game-ontwikkeling Riti Vandewalle koos de vorige keer voor radicaal-rechts. „Toen heb ik naar mijn familie geluisterd, maar het interesseert me echt niet. Ik blijf thuis.”
Op het plein voor het station van Roeselare veroorzaken gebruikers van de zombiedrug flakka veel overlast. De dertigjarige buschauffeur Alexander, van Noord-Macedonische afkomst, vindt het er onveilig voor zijn vrouw en dochter. „Misschien ben ik een beetje een racist, maar je ziet hier op het plein geen Belg met blond haar meer.”
„Vlaams Belang is wendbaar in het vertalen van zijn kernthema’s, migratie en criminaliteit, naar het lokale niveau”, zegt Laura Jacobs, politicoloog aan de Universiteit Antwerpen. „Zo koppelen ze de leefbaarheid van wijken bijvoorbeeld aan de komst van asielzoekers. Andere partijen voelen zich gedwongen te reageren en schuiven op naar rechts.” Grote vraag is volgens Jacobs of lokale afdelingen tegen de partijlijn in met Vlaams Belang durven te praten. In Roeselare hintte de lokale afdeling van oppositiepartij N-VA op samenwerking. N-VA-leider Bart De Wever greep direct in, de lokale lijsttrekker moest terugkrabbelen.
In Houthulst heeft Vlaams Belang zijn eigen besognes. De lijsttrekker gaf aan „geen vreemdelingen” meer te willen als hij burgemeester wordt. Daarop verbood de nationale partijleiding hem deelname aan een verkiezingsdebat. Op Facebook maken Vlaams Belang-kandidaten elkaar onderling uit voor racist, homofoob en nazi. Ook blijken partijgenoten elkaars verkiezingsaffiches te hebben overgeplakt. Vanwege deze „plaatselijke gebeurtenissen” wil Vlaams Belang Houthulst niet spreken met NRC.
Ruim een jaar na de aanval van Hamas in Zuid-Israël op 7 oktober en de daaropvolgende Israëlische invasie van de Gazastrook is het dodental in Gaza volgens het Palestijnse ministerie van Gezondheid opgelopen tot 41.965. Het ministerie werkt het dodental in Gaza bijna dagelijks bij. Daarnaast publiceert het gedetailleerde lijsten met geïdentificeerde doden, inclusief hun volledige namen, leeftijd, geslacht en persoonlijke ID-nummer. Het aantal getelde doden is hoger dan het aantal geïdentificeerde doden.
De lijst met 34.344 geïdentificeerde doden die het ministerie in Gaza begin september publiceerde, vormt de basis voor dit verhaal. De lijst is 649 pagina’s lang, de doden zijn gerangschikt op leeftijd. De eerste veertien pagina’s van de lijst bestaan alleen uit namen van baby’s onder de één jaar. Meer dan 11.355 doden zijn minderjarig. Het duurt 215 pagina’s voordat je op de eerste volwassene stuit, een 18-jarig meisje genaamd Walaa Mahmoud Abd Al-Hamid Jadallah. Uit onderzoek van het persbureau Associated Press blijkt dat van minstens zestig families uit Gaza minstens vijfentwintig mensen zijn gedood – soms vier generaties van dezelfde bloedlijn – door Israëlische bombardementen tussen oktober en december 2023, de dodelijkste periode van de oorlog.
Tellen van de doden
Het dodental van het ministerie van Gezondheid in Gaza wordt betwist door de Israëlische regering, die zegt dat het ministerie niet te vertrouwen is omdat het wordt gerund door Hamas. Maar volgens de Verenigde Naties en de Wereldgezondheidsorganisatie zijn de cijfers van het ministerie wel degelijk accuraat. Ze worden bovendien ondersteund door analyses van onafhankelijke ngo’s, zoals het in Londen gevestigde Airwars, dat de gevolgen van de internationale oorlogen in het Midden-Oosten bijhoudt op basis van openbare bronnen.
Informatie over burgerdoden in Gaza is in veel gevallen publiek toegankelijk. Het onderzoek van Airwars „prikt daarmee door de desinformatie heen”, zegt Jessica Dorsey, universitair docent internationaal recht aan de Universiteit Utrecht en vrijwillig bestuurslid van Airwars. „Het laat de betrouwbaarheid van lokale bronnen zien, en versterkt de geloofwaardigheid van het ministerie van Gezondheid.”
Hoeveel doden op de lijst van het ministerie van Gezondheid leden van Hamas en andere gewapende groepen zijn, is niet duidelijk. Airwars gaat in haar onderzoek uit van de „civiele status” van doden totdat er bewijs van het tegendeel is. Het is volgens Dorsey aan het Israëlische leger om te bewijzen dat er Hamasstrijders gedood zijn en dat ze legitieme doelwitten waren. „Bondgenoten van Israël, zeker die wapens leveren, zouden moeten aandringen op transparantie daarover.” Het onderzoek identificeerde een aantal strijders op de lijst van het ministerie, maar kon het precieze aantal niet bepalen. Wel stelt het vast dat het overgrote deel namen op de lijst burger is.
Onderzoekers denken bovendien dat het officiële aantal van 41.802 doden een ondertelling is vanwege de moeilijkheden bij het tellen van doden tijdens oorlogen. Wegen zijn onbegaanbaar, ziekenhuizen functioneren niet meer, en er zijn te weinig graafmachines om puin te verwijderen. Satellietbeelden suggereren dat ongeveer 60 procent van de gebouwen in Gaza is beschadigd of verwoest. De VN schatten dat er nog een flink aantal ongetelde doden onder het puin ligt, misschien wel 10.000. Bekenden schrijven de namen van slachtoffers soms op een muur die na een bombardement nog overeind staat, om latere identificatie te vergemakkelijken.
In de chaos van de oorlog worden veel mensen door vrienden en familieleden geïnformeerd over de dood van hun dierbaren. Of ze zien het op sociale media. De Israëlische krant Haaretzinterviewde Noor, een moeder van drie uit de zuidelijke stad Rafah, die vreesde dat haar zuster in Gaza-Stad was omgekomen toen ze haar WhatsApp-berichten niet meer beantwoordde. Haar dood werd dagen later pas bevestigd door een account op X dat de namen van de doden publiceert. ,,Ik heb geprobeerd van familieleden in Gaza te horen wat er is gebeurd, of ze haar lichaam hebben gevonden, of ze begraven is”, vertelde Noor aan Haaretz. ,,Maar tot op de dag van vandaag heb ik geen antwoorden.”
En dan zijn er nog de indirecte doden die vallen als gevolg van de oorlog in Gaza. Dit zijn dus niet de slachtoffers die sterven door het oorlogsgeweld, maar mensen die om het leven komen door ziektes, honger en andere indirecte maar ernstige gevolgen van het conflict voor hun gezondheid. Zelfs als de oorlog morgen eindigt, zullen er de komende jaren nog veel indirecte doden vallen door ziekten en andere gezondheidsproblemen, schreef het toonaangevende medische tijdschrift The Lancet in juli over Gaza. ,,In recente conflicten variëren dergelijke indirecte doden van drie tot vijftien keer het aantal directe doden.” Uitgaande van een voorzichtige schatting van vier indirecte doden per directe dode in Gaza, zijn ,,186.000 of zelfs meer sterfgevallen” volgens The Lancet ,,niet onwaarschijnlijk”.
Hieronder volgen zes portretten van burgers in Gaza die in het afgelopen jaar zijn gedood. Daarmee wil NRC de doden een gezicht geven.
baby’s 10/08/2024 – 13/08/2024Aisal & Asr Abu al-Qumsan
Aisal en Asr Abu al-Qumsan kwamen op 10 augustus in de Gazastrook ter wereld als een tweeling van Muhammad en Jumana Abu al-Qumsan. Hun geboorte was een klein wonder, aangezien Jumana een moeilijke zwangerschap en bevalling had en de gezondheidszorg in Gaza op het moment van hun geboorte grotendeels was verwoest na maanden van oorlog. Jumana wilde zelf de namen van haar baby’s kiezen: Aisal (Avond) en Asr (Betoverend). „Ze heeft veel voor ze geleden”, zei Muhammad al-Qusman tegen nieuwswebsite The New Arab. „Dus ze wilde liever dat zij degene was die ze een naam gaf.”
Muhammad en Jumana raakten sinds de oorlog uitbrak drie keer ontheemd. Om hun gezin een veilige plek te geven, huurden ze een appartement in de stad Deir al-Balah, in het midden van de Gazastrook, die door het Israëlische leger was bestempeld als een ‘veilige zone’. Vanwege haar zwangerschap had Jumana speciale zorg nodig, en het ziekenhuis was vlakbij. Terwijl de Gazastrook maandenlang het toneel was van Israëlische bombardementen, kostte het Muhammed en Jumana veel moeite om kinderkleding, speelgoed en andere dingen te vinden ter voorbereiding op de komst van de baby’s.
Aisal en Asr werden geboren in het Al-Aqsa Martelaren-ziekenhuis in Deir al-Balah, via een keizersnee. „Mijn kinderen werden lachend geboren”, vertelde Muhammad aan The New Arab. „Iedereen die erbij was, was verrast door de glimlach van mijn kinderen. Ze zorgden ervoor dat ik me meer ging vastklampen aan het leven en hoopte op een betere toekomst.” Drie dagen later ging hij, inmiddels was het gezin thuis, op pad om hun geboorte te registreren, niet wetend dat zijn pasgeboren baby’s, zijn vrouw en zijn schoonmoeder niet veel later zouden worden gedood bij een Israëlische aanval op hun huis.
Op de weg terug van de registratie in het ziekenhuis kreeg Mumammad een telefoontje dat zijn huis was beschoten door Israëlische artillerie. Hij haastte zich terug naar het ziekenhuis, waar zijn familie naartoe zou zijn gebracht. Toen hij de menigte rond het mortuarium in het ziekenhuis zag, en mensen hem begonnen te condoleren, begon hij te huilen. Hij toonde de geboortecertificaten van zijn baby’s en zei bitter: „Mijn vreugde over Aisal en Asr is veranderd in wanhoop. Ze wisten niet eens wat de betekenis van het leven was en waren niet in staat de kenmerken van onze wereld te onthouden.”
meisje, 5 jaar 03/05/2018 – 29/01/2024Hind Rami Eyad Rajab
„Kom alsjeblieft, ik ben zo bang”, was een van de laatste dingen die het 5-jarige meisje Hind Rami Eyed Rajab door de telefoon zei tegen een reddingswerker, nadat de auto waarmee de familie Gaza-Stad probeerde te ontvluchten, onder vuur was genomen door een Israëlische tank. Terwijl ze vastzat in de auto, omringd door haar dode familieleden, smeekte ze reddingswerkers van de Rode Halve Maan urenlang om haar te komen bevrijden, blijkt uit een vrijgegeven audio-opname.
Na lange onderhandelingen kreeg het ministerie van Gezondheid in Gaza toestemming van de Israëlische autoriteiten om een ambulance te sturen. Maar toen twee reddingswerkers arriveerden op de plaats des onheils, werden ze onmiddellijk beschoten door de tank. Pas twee weken later werden de ontbonden lijken van Rajab en zes familieleden en die van de twee reddingswerkers gevonden.
Het Israëlische leger ontkent verantwoordelijk te zijn voor de aanval. Op basis van een eerste onderzoek beweerde een woordvoerder dat er geen troepen binnen schietbereik waren van de auto op het moment van de aanval. Maar volgens de Rode Halve Maan werd de ambulance moedwillig beschoten.
Rajabs dood kreeg veel media-aandacht en groeide uit tot een symbool van alle onschuldige kinderen die het Israëlische leger doodt in Gaza. In april bezetten pro-Palestijnse studenten een gebouw op de campus van de Columbia Universiteit in New York, dat ze omdoopten tot ‘Hind’s Hall’, ter ere van het gedode meisje. De Amerikaanse rapper Macklemore bracht een nummer uit met dezelfde naam. Opnames van Hinds gesprekken met telefonisten, openbaar gemaakt door de Rode Halve Maan, vormden de aanleiding voor een campagne om uit te vinden wat er was gebeurd.
Vijf maanden later publiceerde Forensic Architecture, een onderzoekscollectief dat is verbonden aan de Universiteit van Londen, een gedetailleerd onderzoek naar de dood van Rajab, haar familieleden en de reddingswerkers, gebaseerd op satellietbeelden, geluidsopnames en andere bewijsmateriaal. De conclusie was dat een Israëlische tank waarschijnlijk 335 kogels had afgevuurd op de auto, en dat de tankbestuurders konden zien dat er burgers, onder wie kinderen, in de auto zaten. De tank had daarna waarschijnlijk ook de ambulance aangevallen die was gekomen om Rajab te redden.
Karatekampioen, 26 jaar 12/09/1997 – ??/01/2024Nagham Abu Samra
Ze had gehoopt zich te kwalificeren voor internationale competities, waaronder de Olympische Spelen. Maar in december 2023 raakte de karatekampioen Nagham Abu Samra zwaargewond bij een Israëlisch bombardement op haar huis in Nuseirat, in de centrale Gazastrook. Haar zus Rosanne werd gedood.
Abu Samra verloor een been en had zware verwondingen aan haar hoofd. „Met haar been verloor ze ook haar kapitaal” als sporter, schrijft journalist Hind Shraydeh in een necrologie. Het ziekenhuis in Deir al-Balah waar Abu Samra naartoe werd gebracht, had niet genoeg middelen om haar te behandelen.
Haar vader deed daarom een internationale oproep voor hulp om haar uit Gaza te krijgen voor behandeling. „Ik kan het niet verdragen om haar iedere dag in deze toestand te zien”, zei hij vanuit het ziekenhuis tegen Al Jazeera. Tijdens haar uiteindelijke verplaatsing van het Al-Aqsa-ziekenhuis in Deir al-Balah naar Egypte, raakte ze in coma. Afgelopen januari stierf ze aan haar verwondingen in een Egyptisch ziekenhuis in El Arish, net buiten Gaza. Over de precieze datum bestaat onduidelijkheid.
Nagham Abu Samra was haar vaders grote trots. Hij noemde haar „de mooiste karatevechter ter wereld”, schrijft Al Jazeera. Al vanaf zesjarige leeftijd beoefende ze de sport, vertelde Abu Samra in een interview met de zender al-Arabiya in Palestina. Ook zei ze te hopen buiten Gaza als karate-sporter de Palestijnse vlag te kunnen vertegenwoordigen tijdens internationale competities.
In 2019 werd Abu Samra karatekampioen van Palestina. Twee jaar later opende ze haar eigen karatesportcentrum in Gaza, gericht op meisjes en vrouwen. Naast haar sportcarrière rondde ze ook een studie lichamelijke opvoeding af aan de – inmiddels gebombardeerde – al-Azhar-universiteit in Gaza-Stad.
„Ze was een rolmodel voor de Palestijnse sport in haar poging karate onder meisjes in Gaza te verspreiden”, schreef het Palestina Olympisch Comité in een online condoleancebericht. De voorzitter van het Comité, Jibril Rajoub, zei afgelopen juni in de aanloop naar de Olympische Spelen dat er ruim driehonderd Palestijnse atleten zijn gedood door de Israëlische aanvallen op Gaza sinds oktober 2023.
academicus en dichter, 44 jaar 23/09/1979 – 07/12/2023Refaat Alareer
Zijn gedicht ‘Als ik moet sterven’, dat hij in november vorig jaar op X deelde, ging de wereld over, en is inmiddels in tientallen talen vertaald. Refaat Alareer (44) was een professor, schrijver en dichter die Engels doceerde aan de Islamitische Universiteit in Gaza-Stad.
Op 9 december 2023 werd Alareer, samen met zijn broer, zus en vier van hun kinderen gedood door een bombardement op het appartement waarin zij verbleven in Shuja’iyya, in het noorden van Gaza. Zijn vrouw en zes kinderen schuilden op dat moment in een UNRWA-school elders in Gaza.
Alareer was behalve een bekende intellectueel – binnen en buiten Gaza – ook een mentor voor veel jonge Gazaanse schrijvers en journalisten. Oud-leerling Jehad Abusalim schreef na de dood van Alareer dat deze de Engelse taal zag als instrument van verzet tegen de onderdrukking van Palestijnen, en om de culturele en academische blokkade van Gaza te doorbreken. Middels literatuur, schrijft Abusalim, liet hij „ons een wereld ervaren die ver buiten de grenzen van Gaza ligt en wekte het verlangen om onze plaats daarin op te eisen”.
Refaat Alareer If I Must Die
If I must die, you must live to tell my story to sell my things to buy a piece of cloth and some strings, (make it white with a long tail) so that a child, somewhere in Gaza while looking heaven in the eye awaiting his dad who left in a blaze — and bid no one farewell not even to his flesh not even to himself — sees the kite, my kite you made, flying up above, and thinks for a moment an angel is there bringing back love. If I must die let it bring hope, let it be a story
Alareer was onder meer redacteur van het boek Gaza Writes Back, met korte verhalen van schrijvers uit Gaza. Ook was hij een van de oprichters van de organisatie ‘We are not numbers’, gericht op het vertellen van verhalen achter Palestijnse (doden)cijfers, en het trainen van jonge Palestijnse auteurs.
Een jaar geleden, op 9 oktober, gaf Alareer een geëmotioneerd interview, met op de achtergrond het geluid van zware bombardementen: „Ik ben een academicus. Het zwaarste ding dat ik thuis heb is waarschijnlijk een Expo stift. Maar als de Israëliërs binnenvallen, als ze op ons afstormen, ons van deur tot deur aanvallen om ons af te slachten, dan ga ik die stift gebruiken om naar de Israëlische soldaten te gooien, ook al is dat het laatste wat ik zou kunnen doen. Dit is het gevoel dat iedereen heeft: we zijn hulpeloos, en hebben niets te verliezen.”
Alareer’s naam ontbreekt op de lijst van het ministerie van Gezondheid, maar zijn dood werd in december door zijn vrienden bevestigd. De universiteit waar Alareer doceerde, werd in oktober vorig jaar vernietigd door een Israëlisch bombardement.
orthopedisch chirurg, 49 jaar 17/09/1974 – 19/04/2024Adnan al-Bursh
Gedurende de eerste maanden van de oorlog in Gaza werkte Adnan al-Bursh, hoofd van de orthopedie-afdeling van het al-Shifa-ziekenhuis in Gaza-Stad en professor orthopedische geneeskunde, vrijwel non-stop in verschillende ziekenhuizen. Alleen ’s ochtends ging hij sporten op het strand van Gaza, vertelde zijn neefje aan CNN.
Al-Bursh was getrouwd met Yasmin en had zes kinderen. Hij had allerlei interesses en ambities, vertelde zijn nichtje Rozan aan Middle East Eye. Hij had een master in politicologie, en droomde ervan een groot ziekenhuis in Gaza te openen waarin alle medische specialisaties vertegenwoordigd zouden zijn. Zijn collega Suhail Matar zei over Al-Bursh tegen BBC Arabic dat hij „zijn hele leven met toewijding heeft gewerkt en enorme inspanningen heeft geleverd ten koste van zichzelf”.
In een zelfgemaakte video van Al-Bursh, vanuit het al-Shifa-ziekenhuis in november vorig jaar, laat hij zien hoe de werkomstandigheden daar zijn bij gebrek aan elektriciteit en middelen als anesthesie. „We blijven, ondanks de pijn, standvastig”, zegt hij in de camera. Na de eerste Israëlische belegering van het al-Shifa-ziekenhuis in november vorig jaar werkte hij afwisselend in verschillende ziekenhuizen, waaronder het al-Awda-ziekenhuis in Jabalia, in Noord-Gaza.
Daar werd hij in december 2023, terwijl hij patiënten behandelde, samen met tien andere zorgmedewerkers opgepakt door het Israëlische leger, en zonder proces gevangen gezet. Vier maanden later kwam het bericht dat Al-Bursh op 19 april is overleden in de Ofer-gevangenis op de Westelijke Jordaanoever, vermoedelijk als gevolg van marteling. Voormalige medegevangenen die spraken met de Israëlische krant Haaretz zeiden hem eerder nog in een gevangenis in het zuiden van Israël te hebben gezien. Ze herkenden hem nauwelijks en zeiden tekenen van marteling en slaaponthouding te hebben gezien.
„Hij werd vastgehouden terwijl hij zijn plicht jegens patiënten vervulde en voor hen zorgde volgens de eed die hij als arts had afgelegd,” zei VN-rapporteur Tlaleng Mofokeng in reactie op zijn dood. „Hij stierf omdat hij probeerde het recht op leven en gezondheid van zijn patiënten te beschermen.” „Dr. Adnan hield van het leven, hij was vrolijk en geliefd door iedereen”, zei de directeur van het al-Shifa-ziekenhuis, dr. Marwan Abu Saada, tegen CNN.
Zowel het Israëlische leger als de Israëlische Gevangenisautoriteiten weigeren informatie te geven over de toedracht van zijn dood. Zijn vrouw Yasmin heeft wel een zaak aangespannen, waarin zij een onderzoek eist naar zijn dood. Het lichaam van Al-Bursh wordt nog steeds vastgehouden door de Israëlische autoriteiten.
Volgens de VN waren er afgelopen juni al vijfhonderd medewerkers in de gezondheidszorg gedood in Gaza, tegen de achtergrond van „systematische aanvallen op ziekenhuizen en andere medische faciliteiten, in strijd met het oorlogsrecht”.
Adnan al-Bursh staat niet op de dodenlijst van het ministerie van Gezondheid, waarschijnlijk omdat de Israëlische autoriteiten zijn lichaam niet hebben vrijgegeven. Wel hebben ze zijn dood gemeld.
academicus en dichter, 52 jaar 20/08/1971 – 02/12/2023Sufyan Tayeh
Sufian Tayeh, een prominente onderzoeker in de natuurkunde en toegepaste wiskunde, behoorde tot de beste academici in zijn vakgebied. Hij was een autoriteit op het gebied van elektromagnetisme en was gespecialiseerd in fotonische kristallen en biosensoren. Ten tijde van zijn dood op 2 december 2023 was Tayeh directeur van de Islamitische Universiteit van Gaza, die enkele maanden daarvoor door een Israëlische bombardement werd verwoest. Sinds 7 oktober zijn negentien instellingen voor hoger onderwijs in Gaza volledig verwoest of gedeeltelijk beschadigd door het Israëlische leger.
Tayeh werd in 1971 geboren in het Jabalia-vluchtelingenkamp. Hij kreeg basisonderwijs op een school in het kamp die werd gerund door de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA). Hij was een voorbeeldige leerling, en ging na de middelbare school natuurkunde studeren aan de Islamitische Universiteit van Gaza. Nadat hij in 1994 zijn bachelor behaalde, kreeg hij een baan aangeboden bij de universiteit.
Van 2008 tot 2011 was Tayeh hoofd van de faculteit natuurkunde, in augustus 2023 werd hij benoemd tot directeur van de universiteit. Zijn onderzoek leverde hem nationale en internationale erkenning op. Tayeh was recent door Unesco benoemd tot de Palestina leerstoel voor natuurkunde, astrofysica en ruimtewetenschappen. En hij was twee keer fellow bij het International Center for Theoretical Physics (ICTP) in Italië. „Tayeh was een mentor en inspiratiebron voor diverse onderzoekers die naar ICTP kwamen”, verklaarde directeur Atish Dabholkar in reactie op zijn dood.
Tayeh had in 2020 een prestigieuze beurs gekregen en werd gevraagd om als gastonderzoeker naar de University of Waterloo te komen. Hij verhuisde in 2021 naar Canada en verbleef bij Omar Ramahi, hoogleraar elektro- en computertechniek aan de Universiteit van Waterloo. Ramahi beschreef Tayeh tegen de Canadese nieuwszender CTV News als een „zeer zachtaardige ziel”. „Hij was ongelooflijk productief dat jaar. Hij bleef het grootste deel van de tijd op kantoor. Toen werden we vrienden.”
Tayeh werd gedood bij een Israëlische luchtaanval op de wijk al-Faluja ten noordoosten van Gaza-stad, op 2 december. Zijn vrouw en twee volwassen kinderen kwamen ook om het leven. „Vertel de wereld wat er met ons gebeurt”, was een van de laatste berichten die Ramahi kreeg van zijn vriend. Toen de oorlog uitbrak, verwachtte hij al dat het noodlot Tayeh of zijn familie in Gaza zou treffen. „De hele familie is uitgemoord” zei hij tegen CTV News. „We moeten zijn nalatenschap eren. We moeten de doden respecteren door de wereld te vertellen hoe en waarom ze op deze manier zijn gestorven.”
Op een kleine groentemarkt in de Oekraïense stad Cherson vertellen enkele burgers hoe ze belaagd werden door Russische drones. De marktkooplieden stallen hun kraampjes recht voor een betonnen bunkertje. „De drone sloeg in op de schuilplaats”, wijst een van hen naar een schroeiplek op de grond. „Vier gewonden.” De video is opgenomen door een Amerikaanse journalist.
Drone-aanvallen op burgers in Cherson zijn aan de orde van de dag. De vrouw sloeg zelf op de vlucht toen zij een drone boven zich hoorde zoemen. „We zaten met veel vrouwen in de tuin toen hij over ons heen vloog. Ik rende naar huis terwijl ik omhoogkeek en dat ding hing boven ons, ter hoogte van de zesde etage, boven de auto van [buurtgenoot] Sasja. Ik hoorde een krakend geluid toen hij op de auto explodeerde. […] Het was een wonder dat mensen konden ontsnappen.” Sasja liep verwondingen aan zijn gezicht op, vier anderen werden ook geraakt.
Alleen al in september werden in de Oekraïense regio Cherson bijna drieduizend Russische aanvallen vastgesteld met ‘fpv-drones’ (first person view), drones met een camera en een explosief die van grote afstand worden bestuurd. Als gevolg van die aanvallen kwamen zes mensen om het leven en raakten 150 gewond.
Het regiobestuur heeft inmiddels een speciale campagne opgezet om de burgers van de stad te waarschuwen voor de drone-aanvallen. „Op de eerste plaats, bedenk dat u alle objecten in de lucht als vijandig moet beschouwen”, lezen de inwoners op informatieposters in de stad. „Als er een vijandelijke drone laag boven u zweeft, bent u waarschijnlijk al ontdekt. De belangrijkste regel om te overleven is direct een schuilplaats te zoeken zodra u een drone in de lucht hoort of ziet!”
De drones zijn heel snel en klein, je hebt een seconde. In een seconde kun je niks. Dit gebeurt elke dag.
Verstoppen is onmogelijk
Een vuistregel is dat zodra de drone zakt tot zichtbare hoogte, de bestuurder zich klaarmaakt voor een aanval. Voor observatie vliegt hij hoger. „Het is absoluut niet mogelijk je te verstoppen”, vertelt Krystyna Synja (23), inwoner en vrijwillig hulpverlener, over de telefoon. „De drones zijn heel snel en klein, je hebt een seconde. In een seconde kun je niks. Dit gebeurt elke dag.”
Een tweede advies van de autoriteiten: „Beweeg snel, verander om de zeven tot tien meter van richting, en ren als een slang (dit maakt het voor de vijandelijke bestuurder moeilijker om de drone nauwkeurig te laten inslaan).”
Eind september probeerde de twintiger Anastasia op die manier op de fiets aan de dood te ontkomen. „Ik hoorde een geluid en draaide mijn hoofd omhoog naar links”, zegt ze in een video tegen de Amerikaans-Oekraïense journalist Zarina Zabrisky. „Ik zie dat de drone recht boven me vliegt. Ik stuur naar rechts, hij komt boven me, ik stuur naar links, hij komt boven me.”
Op beelden van de drone-aanval, gedeeld op Russische Telegram-kanalen, is te zien hoe de jonge vrouw werd opgejaagd. De dronebestuurder voorspelt een bocht naar links en laat de granaat vallen. „De granaat rolde langs mijn lichaam en viel op de grond. Ik trok mijn hoofd in en rolde in een bol, zo ben ik in leven gebleven”, vertelt de vrouw. De granaat was met de hand gemaakt en gevuld met titaniumsplinters die zo diep in haar bot boorden dat artsen ze er niet meer uit konden krijgen. Ze zal ermee moeten leven. „Maar ik zal waarschijnlijk blijven piepen bij de kassa.”
Derde nachtmerrie
De situatie in de stad is „apocalyptisch”, zegt de Amerikaanse hulpverlener Ben Dusing van World Aid Runners – de enige buitenlandse hulporganisatie met een standplaats in de stad. „Het is de derde nachtmerrie van Cherson. De eerste was de bezetting in 2022. Toen kwam het constante artillerievuur van de Russen vanaf de overkant, en daarna doken plots al die drones op.”
De stad had voor de oorlog een bevolking van zo’n 400.000, inmiddels zijn er nog zo’n 68.000 inwoners over. Dit zijn vrijwel allemaal mensen die om financiële of gezondheidsredenen niet kunnen vertrekken. Winkels zijn dicht of worden nauwelijks bevoorraad. Er is tekort aan de meest elementaire voorzieningen: medicijnen, voedsel, luiers.
Lees ook
Nederland gaat drones maken met Oekraïne, wat komt daarbij kijken? ‘Het onderscheid civiel en militair vervaagt’
Burgers in de stad vertellen de Oekraïense nieuwssite The Kyiv Independent dat zij zich doelwit voelen van een ‘menselijke safari’ . Het idee is dat de drones jacht maken op burgers, bij wijze van sport. De Russische militairen zijn aan de overkant van de rivier de Dnipro gelegerd, ze kunnen geen bestormingen uitvoeren, dus gaan ze maar ‘prijsschieten’.
Dit is een dubbel oorlogsmisdrijf: burgers aanvallen en een terreurcampagne voeren
De gedachte dat Russische militaire uit verveling burgers beschieten, bestrijdt de Nederlandse brigadegeneraal Paul Ducheine met klem. „Dit is een terreurcampagne”, zegt hij telefonisch. „Hier worden bewust burgers en civiele objecten aangevallen. Dat is een dubbel oorlogsmisdrijf: burgers aanvallen en een terreurcampagne voeren.” De Oekraïense autoriteiten hebben een onderzoek geopend „naar het feit dat het Russische leger de wetten en gebruiken van de oorlog heeft overtreden”.
Serieuze operatie
Ducheine wijst erop dat de drones en de springstof bevoorraad moeten worden en dat er voor dronegebruik op lange afstand een goede verbinding moet zijn. „Dit is gewoon een serieuze operatie. Dit heeft niets met verveling te maken.”
Ondersteunend voor dit argument is het feit dat Rusland volgens Oekraïne met name de dure Mavic-drones van het Chinese DJI gebruikt voor de aanvallen. „Daar zijn nog geen drone-jammers voor uitgevonden”, zegt Oleksandr Tolokonnikov, woordvoerder van het stadsbestuur van Cherson. „Het is sowieso een technologische oorlog om de frequenties. Dan blokken wij er een, en dan doen zij er weer wat tegen. Maar tegen de Mavics is dat nu nog niet effectief.”
Het doel van de operatie ziet Ducheine, tevens hoogleraar Recht van cyberoorlogvoering, als tweeledig. „Het is demoraliserend en ondermijnend. In 2022 zag je dit beginnen met aanvallen op de infrastructuur en kleinere bombardementen. Het idee erachter is dat de bevolking minder gemotiveerd raakt om weerstand te bieden. En misschien wel kritischer wordt op de regering.”
Het Oekraïense gebied langs de rivier de Dnipro is door de Russische strijdkrachten als ‘rode zone’ bestempeld. Dat maakt iedereen die daarin aanwezig is tot een ‘militair doel’. „Ik begrijp de logica van zo’n rode zone niet”, zegt woordvoerder Tolokonnikov. „Als alle burgers inderdaad zouden vertrekken bij de rivieroever, zou het alleen maar makkelijker worden voor onze verdedigers. Dan hoeven die geen rekening meer met hen te houden, dat doen ze nu wel.”
Mijnen tussen de bladeren
Om deze gebiedsontzegging door te voeren, dropt Rusland sinds een week ook dagelijks kleine anti-personeelsmijnen. Die plastic mijntjes zijn omhuld met groen of bruin plastic, lijken al gauw op vuilnis en verdwijnen op de grond tussen de vallende bladeren, waardoor je ze gemakkelijk over het hoofd ziet. „Die worden gegooid op plekken waar mensen bijeenkomen, zoals bushaltes. En die zijn erg lastig op te ruimen”, zegt woordvoerder Tolokonnikov.
De drone-aanvallen op burgers in de regio Cherson begonnen ruim een jaar geleden, blijkt uit onderzoek van Deutsche Welle (DW). Op basis van openbronnenonderzoek en gesprekken met Oekraïense overheidsfunctionarissen, oorlogsanalisten, hulpverleners en burgers concludeerde de Duitse omroep eind augustus in een documentaire dat het Russische leger vermoedelijk „willekeurig en systematisch” drones inzet tegen burgers.
Vanaf september vorig jaar werden inwoners van het rivierstadje Beryslav, niet ver van de verwoeste stuwdam bij Nova Kachovka, maandenlang geterroriseerd door drones die de Russen vanaf de overkant van de Dnipro lieten opstijgen. Bij meer dan honderd drone-aanvallen vielen zestien doden en raakten bijna 130 burgers gewond in en rond Beryslav.
‘Oefenen op de bevolking’
Volgens de DW-onderzoekers is meer dan 90 procent van de oorspronkelijke bevolking van 11.000 Beryslav inmiddels ontvlucht. In het Duitse onderzoek wordt onder meer geconcludeerd dat Rusland in de regio Cherson nieuwe drones test, en dat Beryslav feitelijk werd gebruikt als proeftuin waar Russische drone-bestuurders konden „oefenen op de lokale bevolking”, zoals Ljoebov Kindrat, Oekraïense overlevende van een drone-aanval, het omschreef.
De Russen kunnen met hun nieuwste drones verder reiken dan met de eerste generaties. Die konden over het algemeen niet veel verder dan een paar kilometer van de bestuurder vliegen; inmiddels is die afstand in Cherson fors uitgebreid, omdat de Russen apparaten en verkenningsdrones inzetten die de signalen van de aanvalsdrones kunnen delen en versterken, zo vertelde een Oekraïense dronemaker in Cherson deze week tegen The Kyiv Independent. „We zien wapentuig dat een doorontwikkeling is van huis-tuin-en-keukenmateriaal”, zegt Ducheine. „De drempel om het te gebruiken ligt dan ook lager.”
Er is één huis-tuin-en-keukenoplossing die wel werkt tegen de kamikazedrones: netten ophangen. Dat wordt al toegepast in de loopgraven. „Maar je kunt niet door de hele stad netten ophangen”, zegt woordvoerder Tolokonnikov. „Het enige dat mensen kunnen doen om echt veilig te zijn, is evacueren.”