Gedetineerden die als ‘risicovol’ worden ingeschat, mogen niet meer videobellen vanuit de gevangenis. De angst is dat zware criminelen via de camera geheime boodschappen aan de buitenwereld doorgeven. Het ministerie van Justitie en Veiligheid bevestigt na vragen van NRC dat „naar aanleiding van mogelijke risico’s een heroverweging is gemaakt over beeldbellen”.
Het verbod op videobellen geldt sinds deze maand voor alle zogeheten ‘hoog risico gedetineerden’. Dat zijn rond de honderd gevangenen die verblijven in speciale regimes: de Terroristen Afdeling (TA) de Afdeling Intensief Toezicht (AIT) en de Extra Beveiligde Inrichting (EBI), waar onder meer Ridouan Taghi, Willem Holleeder en Mohammed B. vastzitten. In gewone gevangenissen mag videobellen – onder voorwaarden – nog wel.
Coronatijd
Tijdens de coronapandemie werd het voor gedetineerden mogelijk om te videobellen naar bekenden of familie, omdat er toen geen bezoek over de vloer mocht komen. Na de pandemie is die mogelijkheid gebleven. De inrichting bepaalt zelf welke gevangene ervoor in aanmerking komt. De videogesprekken vinden plaats via een laptop in een afgesloten ruimte. Bewakers kijken over hun schouder mee en het beeld en geluid van alle gesprekken worden opgenomen. Volgens de regels van de Dienst Justitiële Inrichtingen mogen maar drie mensen tegelijk in beeld verschijnen, moeten de gesprekken ‘in begrijpelijke taal’ worden gevoerd en mogen tevens ‘geen seksuele handelingen worden verricht’.
Begin deze maand kregen de gedetineerden in de speciale regimes te horen dat het videobellen voor hen verboden wordt, omdat het communicatiemiddel zou zijn misbruikt voor criminele doeleinden. Het ministerie kan niet bevestigen of inderdaad een geval van misbruik heeft plaatsgevonden, maar laat weten dat „naar aanleiding van mogelijke risico’s” op 8 november is besloten het beeldbellen voor alle hoogrisico-gedetineerden te verbieden.
Het ministerie werkt al langer aan het aanscherpen van het strengste gevangenisregime, na het beveiligingslek in de zaak-Taghi. Begin dit jaar werd de neef van Taghi veroordeeld voor het doorgeven van berichten van en aan zijn oom in de EBI, waardoor de criminele activiteiten van zijn organisatie konden doorgaan. De neef, die 5,5 jaar cel kreeg, was lid van het advocatenteam van Taghi en bezocht zijn oom veelvuldig in de gevangenis. Eerder dit jaar werd Taghi volgens zijn advocaat overgeplaatst naar een nieuwe afdeling binnen de EBI, die helemaal voor hem alleen zou zijn ingericht. Volgens zijn advocaat beschreef Taghi de afdeling als ‘twee aangepaste opberghokken’.
‘Enorme impact’
Advocaat Frederieke Dölle, die een aantal gedetineerde vrouwelijke Syriëgangers bijstaat, gaat de terrorismegevangenis om opheldering vragen. „De impact op mijn cliënten is enorm. De vrouwen mogen hun kinderen slechts één keer in de zes weken zien. Die ene keer per week videobellen was voor hen een lichtpuntje, dat is er nu niet meer.” Bovendien, zegt ze, zit er altijd een gevangenisbewaarder bij de gesprekken, „dus het is makkelijk te controleren wat er wordt gezegd”.
Het ministerie van Justitie en Veiligheid erkent dat beeldbellen vanuit de gevangenis „een positieve bijdrage kan leveren aan het re-integratietraject van een gedetineerde”. Maar, zegt de woordvoerder, het „belang” van het beschermen van „de nationale veiligheid” weegt in dit geval „zwaarder”.
Lees ook
Rechten van gevangenen staan onder druk