‘Poor Things’ werd de verwachte winnaar van de Gouden Leeuw op het filmfestival van Venetië

Reportage

Filmfestival van Venetië Poor Things van Griek Yorgos Lanthimos won zaterdag weinig verrassend de Gouden Leeuw. Ook twee Nederlanders sleepten belangrijke prijzen binnen.

Yorgos Lanthimos met de Gouden Leeuw op het filmfestival van Venetië.
Yorgos Lanthimos met de Gouden Leeuw op het filmfestival van Venetië. Foto Gabriel Bouys / AFP

Dat Poor Things zaterdagavond de Gouden Leeuw – de hoofdprijs van het filmfestival van Venetië – kreeg, was geen verrassing. De bizarre sciencefictionkomedie van Griek Yorgos Lanthimos stak qua originaliteit, onderwerp én amusementswaarde ver boven veel films in de hoofdcompetitie uit. De selectie bevatte dit jaar veel degelijke, maar weinig overrompelende films van grote namen als Michael Mann en David Fincher.

Poor Things gaat over Bella (Emma Stone) bij wie een Frankensteinachtige chirurg (Willem Dafoe) de hersenen verruilt voor die van een kind in Victoriaans Londen. Bella ontworstelt zich via een gladde minnaar aan haar ‘vader’ en ontdekt de wereld en haar seksualiteit al reizend door een een steampunkversie van Europa.

De tweede prijs, de Grand Jury Prize, ging naar Evil Does Not Exist van Japanner Ryusuke Hamaguchi over de ontwrichtende werking van een ‘glampingsite’ in een Japans dorpje.

Hoewel er op het Lido veel werd gepraat over Emma Stones onbeschaamde én onbesuisde spel in Poor Things, won ze de Volpi Cup voor beste actrice niet. Die ging naar Stones’ landgenote Cailee Spaeny voor haar rol in een van de meer opmerkelijke biopics in de competitie: Sofia Coppola’s onderhuids smeulende Priscilla. In de film, gebaseerd op de autobiografie van Elvis ex-echtgenote Priscilla Presley, speelt Spaeny de naïeve 14-jarige Priscilla die door de wereldberoemde popster werd ingepalmd, naar Graceland verscheept en daar als een levende Barbie moest wachten. The King of Pop wilde dat ze een zo leeg mogelijk canvas bleef waarop hij zijn eigen wensen kon projecteren. Poor Things en Priscilla waren niet de enige films dit jaar waarin de vrouwelijke hoofdpersonen strijd leveren met mannen die hen in een mal drukken. Ook Maestro, de biopic over componist en dirigent Leonard Bernstein toont uitgebreid wat het effect was van zijn enorme talent, maar ook zijn allesoverheersende charisma en zijn buitenhuwelijkse affaires met mannen op zijn echtgenote. Dit Hollywooddrama bleef met lege handen achter in Venetië.

Zwart-wit

De hoofdcompetitie illustreerde dit jaar dat het gebruik van zwart-witbeelden in prestigieuze films populair blijft. Lanthimos’ Poor Things opent in zwart-wit, maar ook Pablo Larraíns Pinochet-satire El Conde, die werd gelauwerd met de prijs voor Beste scenario, en Maestro kozen hier (deels) voor.

De grootste mokerslag in de tweede week van het festival was eveneens gefilmd in zwart-wit: Agnieszka Hollands Green Border. Haar film neemt de kijker mee naar de gruwel die momenteel plaatsvindt op de moerassige grens tussen Wit-Rusland en Polen waar nietsvermoedende vluchtelingen pionnen worden in de strijd tussen de Wit-Russische president Loekasjenko en de EU. Langs beide kanten worden mensen gedehumaniseerd, als wild achtervolgd en telkens opnieuw onder of over de prikkeldraad gejaagd die Europa scheidt van Wit-Rusland. Hollands film die vooraf als Lanthimos belangrijkste tegenstander werd gezien, kreeg de Special Jury Prize.

De prijzen voor Beste Regie en Beste jonge acteur gingen naar een ander vluchtelingendrama: Matteo Garrones Io Capitano over twee Senegalese tieners met een Europese droom. Daar speelt kleur een subtiele rol: Garrones film begint speels en kleurrijk, maar naarmate de twee verstrikt raken in de netten van mensensmokkelaars en Libische maffia, verdwijnt de kleur uit hun vrolijke voetbalshirts.

Door de Hollywoodstakingen waren er dit jaar minder sterren aanwezig in Venetië dan vorige jaren. Amerikaanse acteurs promoten geen films tot grote studio’s akkoord gaan met hun eisen rond betere vergoedingen voor heruitzendingen van films en series en afspraken over gebruik van AI. Minder Hollywoodglamour leidde niet tot minder reuring, maar misschien wel tot andersoortige ophef. De paar Amerikaanse acteurs op het Lido die vrijstelling van staking hadden gekregen, maakten vaak van de gelegenheid gebruik om statements te maken over de onderhandelingen. Zoals Peter Sarsgaard, die de prijs voor Beste acteur kreeg voor zijn rol in Memory als dementerende weduwnaar die verliefd wordt. Hij stelde in zijn dankspeech dat film gaat over „verbinding” en sprak vervolgens zijn zorgen uit over AI : „We moeten onthouden dat acteurs en schrijvers mensen zijn.”

Reuring

Reuring ontstond toen Agnieszka Holland tijdens de tweede week van het festival weerwoord gaf op de Poolse minister van Justitie die haar op X (het voormalige Twitter) had vergeleken met een nazi. Hij stelde dat haar film de Poolse bevolking voorstelde als dieven en moordenaars. Holland, zelf kleinkind van Holocaustslachtoffers, liet weten dat ze binnen zeven dagen excuses wil én een donatie aan een organisatie die Holocaustoverlevers helpt, anders dient ze een klacht in wegens laster.

En dan was er nog de (verwachte) ophef rond de programmering van de nieuwe Woody Allen-film. Buiten de zaal werd kleinschalig geprotesteerd, binnen en in recensies werd de 50ste film van de regisseur warm onthaald.

Nederlandse glorie was er in de Venice Immersive-competitie, de virtualrealitycompetitie van het festival. Er waren dit jaar vijf Nederlandse (co)producties geselecteerd. , een ongekend groot aantal. De theatrale installatie Songs for a Passerby van Celine Daemen kreeg de Grand Prize. Daemen creëerde een rondgang door een magisch realistisch droomlandschap waarin je je eigen virtuele dubbelganger tegenkomt. De meer klassieke animatiefilm Flow van Adriaan Lokman, waarin je een dag uit het leven van de wind volgt, won de Special Jury Prize. De meeste winnende films zijn de komende maanden te zien in Nederlandse bioscopen of op streamingplatforms. Songs for a Passerby is eind deze maand te zien in het Muziekgebouw Amsterdam.