Vraag een (oudere) Fransman waar hij aan denkt als hij aan Jacques Delors denkt, en de kans is groot dat hij begint over een uitzending van televisieprogramma 7 sur 7 op 11 december 1994. 13 miljoen Fransen zagen die avond hoe journalist Anne Sinclair dé vraag stelde aan Delors, destijds voorzitter van de Europese Commissie. Gaat u zich verkiesbaar stellen voor de Franse presidentsverkiezingen van 1995?
Delors, als altijd onberispelijk gekleed met op zijn neus zijn kenmerkende bril met groot, bruinkleurig montuur, begon een lang betoog over de macht van het parlement. Een aanloopje naar het moment dat de politicus zijn kandidaatstelling zou aankondigen, dachten veel toeschouwers. Zelfs journalist Sinclair, aan wie Delors zijn antwoord voor de uitzending al had toevertrouwd, dacht even dat hij kandidaat zou worden. Maar Delors rondde plechtig af met de woorden: „ik wens mij niet verkiesbaar te stellen.”
Na maanden van speculatie was de aankondiging „voor heel Frankrijk een schop in de maag”, zegt Sinclair bijna dertig jaar later in de documentaire Jacques Delors, Itineraire d’un Européen van Cécile Amar. Want Delors was bekend. Geliefd. En hij kón president worden: bijna elke peiling toonde dat hij zou winnen van zijn concurrenten, onder wie de uiteindelijke winnaar Jacques Chirac. „Het was de meest emblematische keuze van Jacques Delors”, zegt documentairemaker Amar in een podcast van Ouest France. „Het is tegenwoordig onmogelijk om je voor te stellen dat iemand die de favoriet is, die opgewacht wordt door zijn kamp en die daadwerkelijk president zou kunnen worden, ‘nee’ zegt. Dat is echt Jacques Delors.”
President zou Delors dus nooit worden. Zelfs premier werd hij niet. En toch is de woensdag op 98-jarige leeftijd overleden Jacques Delors een van de meest invloedrijke politici die Frankrijk ooit heeft gekend. Zijn invloed is nog iedere dag zichtbaar in Frankrijk én in de rest van Europa.
Lees ook
‘Het is in Europa nu helaas ieder voor zich’
Jacques Delors werd op 20 juli 1925 geboren in een arbeidersbuurt in het twintigste arrondissement van Parijs. Hij groeide op als enig kind in een bescheiden, katholiek huishouden. Vader Delors werkte als deurwaarder bij de Banque de France; moeder maakte hoeden en zorgde voor het huishouden. Delors werd naar eigen zeggen opgevoed „met de waarde van werken, eer, het houden van je woord”, zo vertelt hij in de documentaire van Amar. Op school haalde hij hoge cijfers, maar was hij ook een rumoerige leerling, een pertubateur.
Vakbondsman
In de biografie Jacques Delors, hier et aujourd’hui van Nadège Chambon en Stéphanie Baz-Hatem wordt beschreven hoe ouders Delors hem in de jaren dertig inschreven op een private, katholieke basisschool, maar hij zelf na een paar maanden zei naar een ‘normale’ openbare school te willen om „de wateren te mengen” met leerlingen met verschillende sociaal-economische achtergronden. Na de basisschool moesten de meeste klasgenoten meteen aan het werk, terwijl Delors door kon gaan met leren. Later zou hij zeggen dat hij zich toen bewust werd van de kansenongelijkheid in Frankrijk – een thema dat hem zijn hele politieke leven zou volgen.
Delors’ middelbare schooltijd werd overschaduwd door de Tweede Wereldoorlog. In 1940 verliet hij met zijn familie Parijs te voet, om zich bij familie in de Auvergne te voegen. Onderwijs volgde hij op verschillende plekken in Frankrijk, om in 1944 terug te keren in de hoofdstad. Na de oorlog zou zijn vader, die zwaargewond raakte in de Eerste Wereldoorlog en daardoor een diepe haat koesterde jegens Duitsers, hebben gezegd dat „we moeten stoppen met Europese burgeroorlogen en een manier van wederzijds begrip moeten vinden” – woorden die veel indruk maakten op de jonge Delors.
Delors was als tiener dol op kunst: van film en jazz tot journalistiek. Maar om zijn ouders gerust te stellen koos hij na zijn middelbare school voor een stabiele baan bij de Banque de France. Intussen volgde hij avondcolleges aan de prestigieuze Sorbonne-universiteit, waar hij een diploma haalde in het bankwezen.
Bij de Banque de France ontmoette hij Marie Lephaille, met wie hij in 1948 trouwde. Ze kregen twee kinderen: Martine en Jean-Paul.
Op 19-jarige leeftijd werd Delors lid van de katholieke vakbond CFTC (later CFDT), naar eigen zeggen om „de materiële en morele belangen van werkers te beschermen [omdat] zij onmisbaar zijn”. Het was het begin van een levenslange verbintenis met vakbonden. Delors prefereerde het syndicalisme boven de politiek naar eigen zeggen omdat het hem „in staat stelde in contact te blijven met de maatschappij”, zo zei hij in 1997 tegen het weekblad Le Nouvel Observateur. „Het is essentieel om je regelmatig terug te werpen in de dieptes van het land.” Dat hij uiteindelijk in de politiek terecht kwam, was volgens hemzelf omdat hij zich „verplicht voelde nuttig te zijn voor de maatschappij”.
Lees ook
Hoe Michel Rocard links Frankrijk tot zijn dood bleef beïnvloeden
In 1953 raakte Delors met zijn vrouw Marie betrokken bij La Vie Nouvelle, een katholieke stichting die zich inzet voor een eerlijkere maatschappij en tegen armoede en uitsluiting. De stichting zou een van de drijvende krachten worden van La Deuxième Gauche (het tweede Links) van Michel Rocard. Het betreft een pragmatische, sociaal-democratische stroming in links-Frankrijk die zich in het naoorlogse tijdperk onderscheidde van de Socialistische Partij door uitgesproken niet-marxistisch te zijn. La Deuxième Gauche is anti-koloniaal, anti-totalitair en heeft als belangrijkste wapens actievoeren en vakbondswerk.
Delors werd dankzij zijn werk als onderhandelaar bij de CFTC steeds bekender, zeker toen hij eind jaren vijftig ook lid werd van de Economische en Sociale Raad. Zijn talent om te onderhandelen en pedagogische kwaliteiten – Delors stond erom bekend in niet te ingewikkelde taal over politieke onderwerpen te praten – werden opgemerkt in politiek Parijs. En in 1962 stopte hij bij de Banque de France om zijn eerste politieke functie te bekleden als hoofd van de afdeling Sociale en Culturele Zaken bij het na de oorlog gecreëerde overheidsinstituut Commissariat général au Plan, belast met het verzinnen van verbeterprojecten voor de Franse maatschappij.
Het waren de mooiste jaren van zijn carrière, zou hij later vaak zeggen. En de plek dat hij de sociale verhoudingen in Frankrijk begon te begrijpen. Waar hij leerde om te gaan met werknemers én met bazen en hoe grootschalige stakingen te leiden. Vaardigheden die goed van pas kwamen eind jaren zestig, toen bij de studentenprotesten en massale arbeidersstakingen een revolutionaire sfeer hing in Frankrijk. Hierna ging het dan ook rap: in 1969 koos premier Jacques Chaban-Dalmas Delors als ‘Sociaal Expert’; onder zijn vleugels kwam de Wet Delors tot stand die werknemers meer mogelijkheden tot bijscholing verschafte. Het zou een van zijn belangrijkste politieke prestaties worden op nationaal niveau.
Vijf jaar later werd Delors lid van de Socialistische Partij en ging hij nauw samenwerken met pragmaticus François Mitterrand, volgens Delors „de enige die kleur terug kon geven” aan de in 1969 geïmplodeerde Socialistische Partij. Voor de presidentsverkiezingen van 1981 creëerden de mannen een uitgesproken reformistisch partijprogramma waarmee Mitterrand – die profiteerde van enorme verdeeldheid in rechts Frankrijk – uiteindelijk tot eerste linkse president van de vijfde republiek verkozen werd. Zijn minister van Economie en Financiën: Monsieur Jacques Delors.
Van grote naarling tot Monsieur Europe
Delors zag zich vanwege de economisch slechte situatie in de jaren tachtig echter al gauw gedwongen „l’emmerdeur numéro 1” te spelen: de grote naarling. Een half jaar na het aantreden van Mitterrand zette Delors de rem op de beloofde hervormingen (onder meer de nationalisering van een groot aantal miljoenenbedrijven en een forse devaluatie van de frank) vanwege stijgende prijzen en toenemende werkloosheid. In 1982 volgde een vier maanden lange bevriezing van de prijzen en salarissen, een grote bezuinigingsronde en belastingverhogingen, waarmee de populariteit van zowel Mitterrand als Delors flink achteruit holde.
Intussen kreeg Delors het ook thuis voor zijn kiezen: zijn zoon Jean Paul, inmiddels journalist bij het linkse blad Libération, leed aan leukemie en overleed in februari 1982. Delors’ omgang met het familiedrama toonde zijn bijna obsessieve plichtsgevoel: hij zou vrijwel nooit praten over het verlies van zijn kind en miste na het overlijden van Jean Paul slechts één ministersbijeenkomst; de dag van de begrafenis.
Lees ook
Ursula von der Leyen is nu de juiste vrouw op de juiste plaats
In de documentaire van Amar vertelt dochter Martine dat haar vader niet alleen veel van zichzelf eiste, maar ook van zijn kinderen. Toen zij als student weinig uitvoerde, dreigde Delors bijvoorbeeld haar toelage stop te zetten. „Hij zei tegen me: je doet niets, je gedraagt je als een bourgeoise meisje. Je gaat werken.” De manier van opvoeden worp vruchten af: ook Martine Delors, later Aubry, zou de politiek ingaan en zich bij de Socialistische Partij aansluiten. Ze werd onder meer minister van Arbeid en is sinds 2001 burgemeester van Lille.
In 1983 was Delors nog altijd Mitterrands rechterhand toen de president zijn „grote ommezwaai” maakte. In plaats van vast te houden aan zijn socialistische hervormingsagenda, waarvoor flinke devaluering van de frank nodig zou zijn wat niet mocht onder de toenmalige Europese regels, legde hij zich toe op een pro-Europese agenda. Hij vroeg Delors premier te worden – maar Delors wilde dat alleen als hij de functie mocht combineren met het ministerschap van Economie en Financiën. „Mitterrand zal toen gezegd hebben: ik kan niet het lot van mijn hele regering en presidentschap in zijn handen leggen”, zegt Laurent Fabius, die de functie uiteindelijk zou krijgen, grinnikend in de documentaire.
Een jaar later kwam een functie vrij waar wel ruimte was voor Delors’ grote dromen en ambities: het voorzitterschap van de Europese Commissie. De toenmalige Duitse bondskanselier Helmut Kohl (CDU) en Mitterrand steunden beiden de kandidatuur van Delors, die als christen-democraat goed in hun straatje paste. Een Fransman op de functie zou Mitterrand bovendien op nationaal niveau kunnen helpen zijn pro-Europese plannen te verkopen. In 1985 trad Delors aan.
Bij zijn aantreden verkeerde de toenmalige Europese Gemeenschap in crisis. Door de oliecrisis heerste veel euroscepticisme, plannen voor een Europabreed landbouwbeleid waren vastgelopen, de handel tussen de lidstaten groeide al tijden niet meer en de concurrentie uit landen als Japan en de Verenigde Staten begon zich te wreken. Ook het voorzitterschap van de Europese Commissie stelde niet veel meer voor: meestal ging deze rol in die tijd naar politieke lichtgewichten. Delors’ benoeming werd dan ook nauwelijks opgemerkt in de Franse pers.
In tien jaar tijd wist Delors Europa wakker te schudden. Onder het mom la survie ou le déclin (overleven of afbreken) bedacht de Fransman plannen om Europa te versterken. De focus legde hij op het versterken van de concurrentiepositie met niet-Europese landen en een betere coördinatie tussen de Europese staten. Dit alles voor een achtergrond van een „sociaal Europa” waarin rijkdom eerlijker verdeeld moest worden en sociale cohesie moest groeien.
De veranderingen die onder Delors’ voorzitterschap zijn doorgevoerd, zijn de hoekstenen van de Europese Unie die we vandaag kennen. In 1986 stemden de twaalf lidstaten van het toenmalige EG in met de Europese Akte, die uiteindelijk zou leiden tot de invoering van het vrije verkeer van personen, goederen en diensten in 1993. Ofwel: de interne markt van de Europese Unie. Delors was bovendien het brein achter de het studentenuitwisselingsprogramma Erasmus, waarmee tegenwoordig nog altijd zo’n 12 miljoen Europese studenten een semester in en andere EU-lidstaat studeren.
Ook werd onder Delors een schets gemaakt van de toekomstige economische en monetaire unie in Europa: in het zogenoemde verslag-Delors werkten presidenten van de centrale banken het stappenplan uit die uiteindelijk zou leiden tot het Verdrag van Maastricht (en de oprichting van de Europese Unie) in 1993 en de invoering van de euro in 1999. Ook sloten zich steeds meer landen aan bij de unie in de jaren-Delors.
Lees ook
Alleen rijke buitenlandse studenten kunnen nog in het Verenigd Koninkrijk studeren
De commissievoorzitter zette zich ook in voor goede banden met Duitsland. Zijn vaders woorden indachtig, pleitte Delors in de jaren 80 voor een Duitsland in het hart van Europa, maar zonder leidersrol, en steunde hij de toenmalige bondskanselier Kohl bij zijn wens voor de hereniging van Oost- en West-Duitsland. Enkele dagen na de val van de muur op 9 november 1989, zei Delors in een interview op de Duitse televisie dat „Oost-Duitsers deel uitmaken van Europa”.
Teleurgesteld in de EU
Niet alleen Europa veranderde tijdens Delors’ voorzitterschap, ook de rol van EC-voorzitter maakte een transformatie door. Delors ontmoette anders dan zijn voorgangers wereldleiders als George Bush, Yasser Arafat en Nelson Mandela en dichtte zichzelf het statuur van een wereldleider toe. „Als je hem vergelijkt met zijn voorgangers, dan is het alsof je Messi vergelijkt met spelers van de Tweede Divisie”, zou de voormalige premier van Italië Enrico Letta later zeggen. Inmiddels wordt Delors in Frankrijk ook wel Monsieur Europe genoemd.
Na zijn tijd bij de Europese Commissie bekleedde Delors nog enkele prominente functies bij onder meer UNESCO, richtte hij de denktank Institut Jacques Delors (ook Notre Europe genoemd) op die zich inzet voor verdere economische en politieke integratie in Europa en bracht hij enkele boeken uit. Hoewel hij de laatste jaren nog maar weinig interviews gaf, toonde hij zich in de spaarzame gesprekken met journalisten scherp en op de hoogte van de ontwikkelingen in de wereld.
Ook zijn pro-Europese gedachtengoed is met jaren niet verzwakt. Zo waarschuwde hij in 2012 in NRC voor de „verwatering” van Europa als lidstaten niet samen op zouden trekken om de klappen van de toen heersende economische crisis op te vangen. En meermaals toonde hij zich de afgelopen jaren bezorgd over de huidige toestand van de Europese Unie, die hij bedreigd ziet door populisme en nationalisme. In de documentaire van Amar zegt Delors „teleurgesteld” te zijn in het Europa van vandaag. „Het mist geestdrift, een ziel.”
En, ruim 25 jaar na het televisiemoment dat bij zoveel Fransen in het geheugen is gesleten, erkent Delors dat hij wellicht een fout maakte door zich níet kandidaat te stellen bij de presidentsverkiezingen. Maar, zoals Delors leerde van zijn ouders: „als je een beslissing hebt gemaakt, moet je de gevolgen dragen.”