‘Mijn vader, Nour en ik’ gaat over vaderschap, over oorlog en vluchten, verlies en vernedering

ZAP Wiam Al-Zabari maakte de film voor zijn zoontje, om hem later als hij groot is te bekijken, en te begrijpen waarom de Al-Zabari-mannen in zijn familie „een geschiedenis hebben van heel lang heel moeilijk kijken”.

Wiam Al-Zabadi maakte een film over zijn vader voor zijn zoon Nour.
Wiam Al-Zabadi maakte een film over zijn vader voor zijn zoon Nour. Beeld EO

Als een zoon vader wordt, kan de boel vanbinnen aan het schuiven raken. Zeker als er een jongetje wordt geboren met net zulke bruine ogen als de zijne, en net zo zachtaardig en sensitief. Een kind dat, zo jong als hij is, geen woorden nodig heeft om op te merken dat zijn vaders ziel ergens anders is, op een plek ergens ver weg en lang geleden, waar het niet prettig voor hem is. Mijn vader, Nour en ik (EO) gaat over vaderschap, over oorlog en vluchten, verlies en vernedering en wat je daarvan doorgeeft aan de volgende generatie.

De ‘ik’ in dit verhaal is Wiam Al-Zabari (38) en hij maakt de film voor Nour, om hem later als hij groot is te bekijken en te begrijpen waarom de Al-Zabari-mannen in zijn familie „een geschiedenis hebben van heel lang heel moeilijk kijken”. Al-Zabari filmt zichzelf en zijn zoontje – dat een jaar of 3 is als hij ermee begint, en 9 als de film klaar is. Toen Al-Zabari 9 jaar was, vluchtte hij met zijn moeder, broer en zusje vanuit Bagdad naar Nederland. Zijn vader bleek daar al te zijn. „Ik wilde naar hem toe rennen, ik wilde dat hij me optilde, troostte en zou zeggen dat alles goed kwam.” Maar in de aankomsthal op Schiphol zag hij een man staan met zoveel verdriet en pijn, dat hij wist dat hij hem zou moet troosten. Daar begint het verhaal dat Al-Zabari Nour wil vertellen.

De oorlog, de vlucht, de aankomst. Al-Zabari herinnert zich flarden, hij vraagt zijn broer en zusje om hun puzzelstukjes bij de zijne te leggen en vraagt zijn moeder naar het grote waarom. Zijn vader was in Bagdad hoofd van de juridische faculteit, zijn moeder had er een goedlopende kapsalon. Hun huis was mooi, het leven goed, jammer dat Wiam zich er niets meer van kan herinneren. Regeringsleider Saddam Hoessein vraagt vader Al-Zabari op zeker moment ambassadeur te worden voor Irak in Frankrijk. Daar wonen ze, in Parijs, als Saddam Hoessein in 1990 Koeweit bezet, en in 1991 Bagdad wordt bestookt met kruisraketten.

Zwaar verhaal, licht gebracht

Zwaar verhaal, licht gebracht door Al-Zabari. Af en toe zet hij de film stop, spoelt zogenaamd achteruit om nog wat voorgeschiedenis te vertellen, en steeds houdt hij voor ogen wie er luistert. Zijn zoon, om te beginnen. Hij maakt het klein, inzichtelijk, alsof hij het ook zichzelf als 9-jarige uitlegt. Eén keer, als de film z’n ontknoping nadert en hij eindelijk met zijn vader spreekt over hun verleden, horen we Al-Zabari in de voice-over zeggen dat hij nu pas, nu hij de beelden van dat gesprek ziet, voor het eerst hoort wat zijn vader zegt.

Knappe ingreep. Bij nader inzien ziet hij zelf hoe hij luisterde naar zijn vader, met afgewend gezicht en een weggedraaid lichaam. Daar, op beeld, is hij nog de verwijtende zoon. Waarom moesten ze met het hele gezin terug naar Irak, waar de oorlog woedde? Waarom liet zijn vader hen daar achter en ging hij weg zonder dat iemand wist waarheen? Waarom was hij er niet om hém te beschermen toen er bommen en doden vielen? En, het pijnlijkste verwijt, waarom was de vader die hij kende verdwenen toen hij met hem werd herenigd?

„Ik was vanbinnen gebroken”, antwoordt zijn vader. „En dat ben ik nog steeds.” Niet zozeer door de oorlog of de vlucht, maar door de vernedering in het Nederlandse opvangcentrum. Ineens was hij een nummer. „Alles in mij is toen kapot gemaakt.” Waarop de zoon zegt: „En dát is míjn probleem.” Zijn vader was kapot, dus was hij het ook. Het is niet dat zijn vader hem niet begrijpt. Hij zegt dat Wiam de zachtste was van zijn drie kinderen, degene die zijn bescherming het meeste nodig had. Hij geeft hem ook de beste les die een vader geven kan. „Draag niet je vaders klederdracht.” Waarmee hij bedoelt: laat mij in alle rust mijn leven leven, leef jij het jouwe, zonder „complexen”.

Voor Nour hoop je dat dat Wiam Al-Zabari lukt.