‘O my god, social suicide!”, schreeuwde een klasgenootje in 2012, toen haar telefoon werd ingenomen door een leraar Engels met stressvlekken in zijn nek. De hele klas lachte. Niet alleen omdat het zo’n overdreven (en overdreven Amerikaanse) uitspraak was. Ook omdat iedereen de kreet herkende uit Mean Girls, dé tienerkomediehit van acht jaar eerder, 2004. Ook de leraar Engels lachte. Hij had de film natuurlijk ook gezien.
Je kon in die jaren op schoolpleinen, schoolfeesten, en sociale media talloze Mean Girls-referenties horen. „Op woensdagen dragen we roze!” Of: „Dát is waarom d’r haar zoveel volume heeft: het zit vol geheimen!” En een gemeen meisjesgroepje werd the army of skanks (het slettenleger) genoemd. Een Amerikaanse film die uitkwam vóór de eerste echte moderne internetmemes, galmde bijna een decennium later nog door op Nederlandse scholen. Het was een fenomeen. Zelfs nu, twintig jaar later, zingen filmfragmenten rond in de eindeloze echo van internet.
„Volwassenen moeten erom lachen en tieners zien het als reality-tv”, zei scenarist Tina Fey over haar succes. Zo getrouw is de film aan de middelbareschoolervaring. En dan is er deze week een musical-remake. Mean Girls (2024) volgt vrijwel scène voor scène het origineel. Cady Heron (eerst Lindsay Lohan, nu Angourie Rice), groeide op „in Afrika” en gaat voor het eerst naar een Amerikaanse school. Samen met twee misfits besluit ze het ‘slettenleger’ van populaire meisjes onder leiding van Regina George (2004: Rachel McAdams, 2024: Renée Rapp) neer te halen. Maar langzaam raakt ze in de greep van George, en wordt ze zélf een Mean Girl.
Je kan je afvragen: waarom moeten we een remake zien van een film die nog altijd relevant is? Maar het is minder gek dan het klinkt: júíst omdat de film nog relevant is, worden er manieren gezocht om er meer geld aan te verdienen. Voor Mean Girls begon dat in 2017 met een Broadway-musical. Zoals eerder Legally Blonde en Pretty Woman musicals kregen – de laatste speelt nu ook in Nederland. Van 2017 tot de eerste lockdown speelde de Mean Girls-musical 833 keer, met enthousiaste recensies en vrijwel altijd volle zalen. Dan is de berekening simpel: een verfilming van een vermusicalling is met een beetje geluk ook weer 100 miljoen dollar winst.
Bijenkoningin
Maar er is ook een andere, culturele reden. Mean Girls vertegenwoordigt een subgenre van de tienerkomedie dat niet meer gemaakt wordt en minder gewaardeerd wordt. Om een term te munten: het is een bijenkoninginnenfilm, waarin een braaf meisje verleid wordt door een populaire, rijke, gemene schoolkoningin om vervolgens op de bek te gaan, te leren en de harten van de school te winnen.
De oorsprong van dat genre ligt in 1988, bij Heathers. Drie vrouwen genaamd Heather vormen dé populaire, gevreesde kliek van de middelbare school, met als absolute, dictatoriale leider Heather Duke. Veronica wordt lid van de groep, maar verlangt naar haar oude leven, helemaal als ze de duistere J.D. ontmoet. Het zou de plotbeschrijving van Mean Girls kunnen zijn. Hoewel Heathers daarna een heel andere route kiest: J.D. blijkt een psychotische massamoordenaar die één voor één alle populaire kinderen vermoordt. Maar dat terzijde.
De opzet van het verhaal zette de toon voor elke tienerkomedie van de volgende jaren. Drie belangrijke elementen komen terug in talloze, populaire tienerkomedies van de jaren negentig en nul. Eén: de middelbare school is onderverdeeld in statusgebonden groepjes met sterke uiterlijke kenmerken; nerds, sporters, kunstenaars, sletten, gelovigen, populaire kinderen. Twee: een jong, grootogig meisje, vaak nieuw op school, wil koste wat het kost populair zijn, maar leert dat populariteit een keerzijde heeft. En drie: de middelbare school heeft één koningin, de queen bee, de hele wereld buigt zich voor haar wil, en zij regeert met stalinistische hand: meedogenloos, manipulatief, puur slecht. Die queen bee trof je in Clueless, Ten Things I hate About You, American Pie, Bring it On, Easy A, en veel meer.
Vrouwelijke tiran
Nu zijn de tijden veranderd. Dit subgenre is vrijwel verdwenen. Vooral tieners hebben zich langzaam gekeerd tegen het stereotype van ‘de vrouwelijke tiran’. In de afgelopen twintig jaar is er een barrage van wetenschappelijke literatuur verschenen waarin Mean Girls werd gefileerd. In de plot zouden vrouwen met populariteit en macht vrijwel automatisch tirannen zijn, zo bleek uit – zeg – onderzoeken van de universiteit van Salford en Florida. En dat had een negatief effect op jonge vrouwen, bleek dan weer uit onderzoeken van de universiteiten in Utah en Mississippi. Filmmakers merkten die veranderde tijdgeest. Ook hardere grapjes over ras, geaardheid, en overgewicht lagen gevoeliger.
De nieuwe Mean Girls probeert een oud succes te vertalen naar de toekomst. In de nieuwe versie zijn voor de hand liggende dingen aangepast. Bijenkoningin Regina beledigt haar voormalige vriendin niet meer door haar een lesbienne te noemen, maar door te beweren dat zij haar rugzak in de fik heeft gestoken. Een aantal precaire, geliefde grapjes uit het origineel zijn verdwenen: „O mijn god, Karen, je kan mensen niet zomaar vragen of ze wit zijn!” Er wordt wat minder kwijlend gezwijmeld over lekkere jongens.
Maar de belangrijkste aanpassing van de nieuwe Mean Girls draait om de gemene meisjes zelf. In het nieuwe deel zijn Regina en haar kliek zélf ook slachtoffers. Van hun populariteit, maar ook door hypocriete genderrollen. „Als ik het doe ben ik een bitch, maar als een man het doet…”
Het is een brug tussen de tieners van nu en de tieners van vroeger. Met ook nog een paar nieuwe grapjes over Spotify en TikTok.