‘Let’s talk about sex’ is nogal braaf jeugdtheater over seks en liefde

Recensie Theater

Jeugdtheater In ‘Let’s talk about sex’ gaan jeugdtheatergezelschap HNTjong en popband Prins S. en de Geit een opzwepende samenwerking aan. Er valt veel te genieten, al blijft de tekst aan de oppervlakte.

Scène uit de voorstelling ‘Let’s talk about sex’ van HNTjong en Prins S. en de Geit.
Scène uit de voorstelling ‘Let’s talk about sex’ van HNTjong en Prins S. en de Geit. Foto Bowie Verschuuren

Na het daverende succes van hun Ilias-bewerking Trojan Wars wilden regisseur Noël Fischer en toneelauteur Peer Wittenbols graag nog eens samenwerken. De aanleiding vonden ze toen ze in gesprek raakten over hun puberkinderen en hun worstelingen met seks, die nog altijd in de taboesfeer zat. Het ongemak van het onderwerp was de aanleiding om een jeugdtheatervoorstelling over het thema te maken.

In Let’s talk about sex blijkt dat vertrekpunt een misrekening. Het gros van de korte scènes die Wittenbols schreef, voelen daadwerkelijk als een onhandige poging van een vijftiger om met zijn puberkinderen over seks te praten: veel te voorzichtig en goedbedoelend. Scène na scène laat de auteur zijn personages om het thema heen praten, waarin hij zich regelmatig in taalspelletjes of komisch, maar nietszeggend absurdisme verliest.

In een tijdperk waarin alles rond seks, gender en intimiteit vooral door jongere generaties wordt herbekeken en bevraagd, houdt Wittenbols het angstvallig algemeen. Geen enkele scène gaat expliciet over queerness of andere afwijkingen van de status quo – Fischer lost dat in de enscenering op door de acteurs in verschillende gendersamenstellingen dezelfde scènes na te laten spelen, maar dat onderstreept het universalisme dat Wittenbols hanteert alleen maar. Er zit bovendien geen enkele samenhang of opbouw tussen de dialoogjes, en Fischer slaagt er niet in om daar in haar regie een oplossing voor te vinden. De grote vrijblijvendheid en de stroperige stop-start-structuur die zo ontstaan, zijn de genadeklap voor de voorstelling.

Lees ook: Je werd dit jaar vanzelf meegezogen in de knotsgekke tekstuele tornado van Prins S. en de Geit

Kloppend muzikaal hart

En dat is bijzonder jammer, omdat er wel degelijk ook veel te genieten valt. De electropopformatie Prins S. en De Geit ondersteunt de voorstelling doorlopend. De band is het kloppend muzikaal hart van de theaterscènes, met nieuw geschreven, thematische songs.

Vooral een ontwapenend lied over zelfhaat en zelfliefde („Lief mag ik je ogen even lenen/ dan zie ik terwijl ik mijn ogen sluit/ dat alles wat ik haat plots is verdwenen/ en zie ik er een beetje mooier uit”) en een pompende rijmtrack over „bekkende, lekkende, trekkende, dekkende/ misschien zullen we ooit nog eens kinderen verwekkende porno”, die samen met Wittenbols werd geschreven, maken indruk.

Daarnaast brengt de cast de betere scènes uit Wittenbols’ tekst met veel bravoure tot leven. Vooral Jelle Hoekstra steelt in elk van zijn rollen de show, zoals een gepassioneerd pleidooi voor schaamhaar, een hilarisch ‘gedicht’ over een naaktstrand, en een uitzinnige dans bij een lied over bekeken worden („Kon je me maar zien/ als niemand naar me kijkt”). Maar ook Yamill Jones schittert in een hilarische monoloog die de draak steekt met het fenomeen dickpics (op enthousiaste toon: „Hierbij stuur ik je een foto van mijn stijve lul.”).

Genoeg goed materiaal voor een strakke voorstelling van vijftig minuten. Maar Let’s talk about sex duurt anderhalf uur, waardoor de sterke momenten ten onder gaan in een zee van brave middelmatigheid.

https://www.youtube.com/watch?v=dKV2uXecruE