‘Hallo Düsseldorf’ begroet de leadzanger van Guns N’ Roses het publiek in Weert. Waarna hij ze drie uur lang kwelt

Recensie Muziek

Sukkelende band Als het een Guns N’ Roses-coverband was geweest had iedereen de zanger uitgelachen. Maar helaas: dit schorre piepkuiken is écht Axl Rose.

Guns N' Roses op Evenemententerrein (Weert)
Guns N’ Roses op Evenemententerrein (Weert) Foto Guns N’ Roses

Het podium is nog leeg als alle telefoons de lucht in gaan. Het festivalterrein in Weert staat zich dinsdagavond al een half uur te verheugen op Guns N’ Roses, recalcitrante hardrockhelden sinds 1985, als er in de verte een helikopter verschijnt. Dat was in ieder geval een goed voorteken. Want in de hoogtijdagen deinsde de band er niet voor terug om uitverkochte voetbalstadions uren te laten wachten, enkel en alleen omdat Zijne Koninklijke Zingende Hoogheid Axl Rose nog geen zin had om zijn longen leeg te krijsen.

Destijds kon hij daarmee wegkomen omdat GNR – na jaren van lege, betekenisloze hairmetal en poserrock – bepalende platen had gemaakt die de hardrock weer ziel gaven. Maar toen dat genre door de grunge werd begraven, bleef de band sukkelen, flopte het eindeloos aangekondigde album Chinese Democracy, volgden talloze controverses, juridische loopgravengevechten, bandguerrilla’s en bezettingswisselingen. Bij de laatste reünie (in 2015) gloorde echter hoop, al helemaal toen het optreden op het Britse festival Glastonbury twee weken geleden jubelend werd ontvangen. Het kon in Weert wel eens mooi avondje worden.

Düsseldorf

Spoiler: dat werd het niet.

En waren we eigenlijk wel in Weert? Niet als het aan Axl Rose ligt. „I remember being here in Düsseldorf”, probeert hij het publiek te paaien. Als hij na een lachsalvo zijn blunder doorheeft, geeft hij toe: „That was a little embarrassing.”

Dat gold vooraf ook voor de verhuizing van de show van het Pinkpop-terrein in Landgraaf (60.000 duizend bezoekers) naar de locatie van Bospop (30.000), in Weert dus. „I don’t know where the fuck I am”, verontschuldigt de zanger zich. „I’m just here for you.”

Of dat klopt is de vraag. Vanaf het eerste nummer ‘It’s so easy’ klinkt hij niet slecht, maar abominabel. Gek genoeg gaat gillen hem beter af dan gewoon zingen. Om hem uit de wind te houden ondersteunen bassist (en Chris Zegers-look-a-like) Duff McKagan en toetsenist Melissa Reese hem bij élke regel. Maar helaas: de geluidsman heeft geen genade en pompt juist het hese gekraai ver boven de rest van de muziek uit.

Als dit een Guns N’ Roses-coverband was, had iedereen de zanger uitgelachen. Maar dit schorre piepkuiken is wel degelijk Axl Rose.

Dood paard

Ook de rest van de band bezit de bezieling van een dood paard. Gitarist Slash (uiteraard met spiegelbril en hoge doodgravershoed) raffelt zijn solo’s af en wordt in ‘Knockin’ on Heaven’s Door’ zelfs overtroffen door (de zoveelste inval-)gitarist Richard Fortus die wél zuiver speelt. Ondertussen aait (de zoveelste, bloedeloze inval-)drummer Frank Ferrer zijn vellen in plaats van erop te slaan.

Héél soms (‘Nighttrain’, ‘My Michelle’) vang je een glimp op van hoe het had kunnen zijn, maar het meest hoopvolle van deze drie uur durende kwelling is toch vooral dat Axl Rose tegenwoordig kan relativeren. „I don’t know where I am”, verontschuldigt hij zich nogmaals aan het begin van ‘Welcome to the Jungle’. „But you know where you are. You’re in the jungle baby!

https://www.youtube.com/watch?v=FHZTOvcElng