Het is september 2023 en in Expo City Dubai zijn de voorbereidingen voor COP28 in volle gang. Ondanks temperaturen van boven de veertig graden, werken arbeidsmigranten onder tijdsdruk door aan de voorzieningen voor de jaarlijkse VN klimaattop. „Iedere seconde dat ik buiten was, dacht ik dat ik doodging. Het is heet, maar we moeten betaald krijgen.”
De getuigenissen van de arbeiders zijn te lezen in een rapport van de Britse mensenrechtenorganisatie FairSquare. In verschillende Golfstaten is bij wet bepaald dat arbeiders in de zomer niet midden op de dag mogen werken. In de Emiraten geldt deze regel van 15 juni tot 15 september tussen half een en drie uur ’s middags. De wetgeving kijkt dus niet naar de temperatuur per dag.
Desondanks liet het rapport zien dat bij temperaturen van 42 graden is gewerkt aan de bouw van COP28 locaties. Arbeiders hadden onder meer last van hoofdpijn, misselijkheid en het gevoel bijna flauw te vallen. Om te faciliteren dat wereldleiders kunnen onderhandelen over de strijd tegen klimaatverandering, hebben ze met gevaar voor eigen leven gewerkt in de verzengende hitte die ten minste deels het gevolg lijkt van klimaatverandering.
„Er is een direct verband tussen de olie-industrie in de Emiraten en de arbeidsmigranten in het land, die als de meest kwetsbare groep de gevolgen van de klimaatverandering het sterkst ondervinden”, zegt FairSquare-onderzoeker Nicholas McGeehan via de telefoon. „Arbeidsmigranten vormen een onzichtbaar leger achter COP28.”
Geen staatsburgerschap
De oorspronkelijke bouw van de ‘stad’ voor de Wereldtentoonstelling van 2020 in Dubai ging ook al gepaard met kritiek op de werkomstandigheden van arbeidsmigranten. Zij maken 88 procent uit van de bevolking in de Emiraten en hebben geen staatsburgerschap. Onder het beruchte kafala-systeem betalen zij gedwongen wervingskosten. Ze zijn voor visa totaal afhankelijk van hun werkgevers en kunnen nauwelijks geld naar hun familie sturen.
Mensenrechtenorganisaties zijn kritisch op de rol van de Emiraten als gastheer van COP28. „Natuurlijk is het belangrijk om olieproducerende landen te betrekken bij de klimaatonderhandelingen”, zegt Joey Shea, onderzoeker van de Verenigde Arabische Emiraten voor Human Rights Watch, telefonisch vanuit de Jordaanse hoofdstad Amman. „Maar het is duidelijk dat de Emiraten de rol van gastheer gebruiken om hun klimaatreputatie op te poetsen en mensenrechtenschendingen wit te wassen. Ondertussen dringt het land aan op de uitbreiding van fossiele brandstoffen.”
Visum geweigerd
COP28 voorzitter Sultan Ahmed al-Jaber, die eveneens directeur is van het staatsoliebedrijf Adnoc, heeft gezegd ‘inclusiviteit’ te willen bevorderen tijdens de COP28. Maar mensenrechtenorganisaties vrezen dat er weinig ruimte zal zijn voor open discussie en deelname van activisten. De codirecteur van FairSquare, James Lynch, kreeg op 28 november bericht dat zijn visumaanvraag voor COP28 was geweigerd. McGeehan mag al sinds 2014 het land niet meer in.
In september bleek uit een uitgelekte opname van een gesprek tussen een communicatiemedewerker van de COP28 en een Emiraatse regeringsambtenaar, in handen van The New York Times, dat de Emiraten niet met mensenrechtenorganisaties in gesprek willen gaan. De discussies tijdens de top zouden volgens de ambtenaar beperkt moeten blijven tot klimaatkwesties.
„De deelname van vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld is essentieel voor de klimaatonderhandelingen”, denkt Shea. „We hebben stemmen nodig van de Emiraatse bevolking en van gemarginaliseerde groepen zoals arbeidsmigranten.”
„Maar er bestaat simpelweg geen onafhankelijke Emiraats maatschappelijk middenveld dat kan deelnemen. Protest is gecriminaliseerd, er is geen vrijheid van meningsuiting. Alle activisten die zich hebben uitgesproken tegen de regering zijn opgepakt of zitten in het buitenland.”
Naast de vergaande controle van de offline en online publieke ruimte, zijn de afgelopen jaren onder meer journalisten, academici en advocaten vastgezet. De ‘VAE-94’ zaak verwijst naar 94 activisten die in 2012 na kritiek op de regering werden gearresteerd. Tijdens een massaproces kregen 69 van hen gevangenisstraffen tot vijftien jaar opgelegd.
Ahmed Mansoor is wellicht de bekendste Emiraatse mensenrechtenactivist. Hij werd in maart 2017 gearresteerd en zit sindsdien vast in een isoleercel. Voorafgaand aan de arrestatie werd zijn telefoon aangevallen met Pegasus software, waarmee heel veel informatie uit het apparaat kan worden getrokken.
Activisten gearresteerd
Toen Egypte vorig jaar COP27 organiseerde was er ook discussie over mensenrechtenschendingen. In de aanloop naar de top werden tientallen Egyptische activisten gearresteerd. Anderen werden streng gecontroleerd of gedwongen om voor deelname een regeringsapp te installeren.
Toch ontstond er – tijdelijk – ook enige ruimte. Activisten slaagden er tijdens COP27 in om actief campagne te voeren voor de Egyptische activist Alaa Abd El-Fattah, die al jaren vastzit en in hongerstaking was. Het leidde tot kleine demonstraties op het terrein, nervositeit bij de Egyptische autoriteiten, en hernieuwde internationale aandacht voor de duizenden politieke gevangenen in Egypte.
Biedt de ‘bubbel’ van Expo City Dubai een opening voor aandacht voor de zaak van Ahmed Mansoor en andere gevangenen? Shea is pessimistisch: „Natuurlijk hopen we dat er protest zal zijn. Maar de Emiraatse PR-machine is heel succesvol geweest het afgelopen jaar. Er was een totaal gebrek aan internationale betrokkenheid bij Mansoors zaak.”
Shea meent dat de VN duidelijker hadden moeten communiceren naar COP28 deelnemers dat zij mogelijk gevaar lopen. Nu bleef het bij een gezamenlijke boodschap van de VN en de organisatie dat COP28 de meest tolerante top ooit zou worden. Tot op heden is echter onduidelijk wat er buiten Expo City zal gebeuren.
„Wij maken ons grote zorgen over de veiligheid van deelnemers, gezien het patroon van eerdere willekeurige arrestaties en martelingen. Duizenden klimaatactivisten komen zo meteen naar een land dat geen enkel verzet tolereert. Buiten de blauwe zone op de top, waar gedemonstreerd mag worden, vallen zij onder de nationale wetgeving. Als een activist in de ‘veilige zone’ een kritische tweet plaatst over Sultan Ahmed al-Jaber, wat gebeurt er dan zodra hij naar zijn hotel gaat?”