‘All of Us Strangers’: verlatenheid en verlangen in een van de mooiste, romantische films van 2024

Al in de eerste minuten van All of Us Strangers glijdt de camera omhoog langs de gevel van de Londense torenflat waar scenarist Adam (Andrew Scott) woont. We zien een zee van identieke ramen, met daarachter evenzoveel geluidsdichte, lege appartementen. Zonder dat er een woord wordt gesproken, voel je: dit is een plek waar mensen verdrinken in eenzaamheid.

De nieuwe, hartverscheurende film van Andrew Haigh zit vol symbolische en magisch-realistische elementen, zoals de bijna lege torenflat of geestverschijningen. Toch vergeet je geregeld dat je naar een aaneenschakeling van subtiele en minder subtiele metaforen kijkt. Dat besef komt na afloop. In eerste instantie laat je je meenemen in de kronkelwegen van Adams geest en voelt het normaal dat hij zijn dode vader tegen het lijf loopt.

In de film, die losjes is gebaseerd op een roman van Japanner Taichi Yamada, werkt Adam in zijn flat aan een scenario over zijn vader in 1987, het jaar dat zijn ouders stierven in een auto-ongeluk. Hij was net geen twaalf. Nu is hij eind veertig. Om een writer’s block te overwinnen maakt hij een tripje naar Croyden, de Londense voorstad waar hij met zijn vader en moeder woonde. Bij aankomst blijkt daar weinig veranderd sinds de jaren tachtig: ook Adams ouders wonen én leven er nog steeds zoals hij ze als elfjarige herinnerde. Ze zijn bovendien niet verrast dat Adam in volwassen vorm langskomt, ontvangen hem met open armen en veel interesse.

Behalve dat Adam in de film steeds vaker Londen verruilt voor het lommerrijke Croyden, begint hij een romance met buurman Harry (Paul Mescal). Deze sjofele, maar sexy Gen Z’er is de enige andere bewoner van het recent opgeleverde flatgebouw. Harry is opgegroeid in een totaal andere tijd en lijkt daardoor op een relaxtere manier om te gaan met zijn homoseksualiteit of ‘queerness’ zoals hij het noemt. Althans: zo lijkt het voor Adam.

Dat je zo vlot meegaat in alle magische elementen, komt door het geweldige en juist opmerkelijk realistisch aandoende spel van de cast. De glimlachjes tussen Harry en Adam tijdens hun eerste gesprek bevatten zowel fysiek verlangen als onderdrukte angsten (Adam) of diepe wanhoop (Harry). In hun seksscènes zie je zowel onzekerheid, tederheid als lust. Ook de gesprekken tussen Adam en zijn ouders (Jamie Bell en Claire Foy) voelen complex en realistisch. Er is onvoorwaardelijke liefde, tegelijkertijd wordt steeds duidelijker waar de basis voor Adams volwassen eenzaamheid werd gelegd. Hoewel de liefde voor hun kind van het scherm spat, stelt zijn moeder dat geen enkele ouder hoopt dat haar kind gay is of vermeldt zijn vader terloops dat Adam altijd wat „tutti frutti” was.

Warme, oranje gloed

Het mooie aan Haighs film is dat hij aan zijn blik op de jeugd van een lhbtqi-persoon in een conservatieve, jarentachtigomgeving, extra lagen toevoegt. Veel scènes, badend in een warme oranje gloed, lijken haast te mooi om waar te zijn. Als kijker voel je na een tijd: het zijn niet alleen fantasieën, maar ook idylles. Je gunt iedereen het soort gesprekken dat Adam nu eindelijk met zijn vader en moeder heeft: eerlijk, schurend, kwetsbaar. Hij wordt gezien voor wie hij is, krijgt excuses. Maar is het gezond om in dit soort verlangens te blijven hangen, als ze nooit realiteit zullen worden? Zorgt het niet dat je blind wordt voor wat echt voor je staat, lijkt Haigh ook te vragen.

Even genuanceerd is het gevoel dat wordt opgeroepen door de locaties. Grootstedelijke omgevingen staan in veel films voor het moderne leven en vooruitgang. Haigh maakt er iets anoniems en kils van. Adam woont er alleen nog omdat hij zelf overtuigd is dat er „voor mensen zoals hij” buiten Londen niets te zoeken is.

https://www.youtube.com/watch?v=LA92w9_tDo4

Lees ook
‘Liefde is niet altijd zoet en zacht, maar soms bruut’

Harry (Paul Mescal, links) en Adam (Andrew Scott) in ‘All of Us Strangers’.

Als hij in voorstad Croyden in de jaren tachtig aankomt, lijkt dat de tegenpool: een in groen badende utopie vol spelende kinderen. Tegelijkertijd voel je steeds meer dat ook dit een enorme romantisering is. Ook Adams moeder kent haar buren niet, en als ze hen zou kennen, zou ze dan eerlijk zijn tegen hen?

Haigh suggereert visueel dat zaken niet zo eenduidig zijn als ze lijken. Dat blijkt ook aan het slot. Als oplettende filmkijker zag je dat mogelijk al aankomen, maar desalniettemin voelt het als een dolkstoot. Eenzaamheid heeft niet alleen te maken met de tijd waarin en de plek waar je werd geboren en leeft. En komt vaker voor dan je denkt. Althans, dit is een van de vele manieren om de metaforen in All of Us Strangers te lezen. Want Haighs drama is op talloze manieren te interpreteren. Net dat maakt het zo goed en nu al een van de mooiste en meest romantische releases van 2024.