N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Fotograaf Lisa van der Rhee bleef maar teruggaan naar haar dorp Alblasserdam. Ze zocht naar jongeren die er net niet helemaal pasten, en ontmoette zo Marlies, in wie ze zichzelf herkende.
Steeds trok ze weer naar haar dorp. Bijna alle opdrachten tijdens haar vierjarige fotografieopleiding St. Joost voerde Lisa van der Rhee uit in Alblasserdam, een dorp met zestien kerken, waar ze opgroeide als jongste in een gezin met negen kinderen. Aan het einde van haar middelbare school was ze helemaal klaar met het dorp en zijn regels, en kon eindelijk naar Rotterdam verhuizen. Waarom ze dan toch steeds terugging? Ze had geen idee.
Zo ging het ook met haar afstudeerproject. Ze wilde iets met de stad en het dorp en de kloof daartussen en fotografeerde jongeren in de bus tussen Alblasserdam en Rotterdam. „Ik vond het interessant dat ze naar de stad gingen en weer terug.” Haar oog viel op de jongeren waarvan ze „wist”: zij zijn met iets bezig, ze passen niet helemaal in het dorp.
In die tijd ontmoette ze de 21-jarige Marlies. Niet in de bus, maar achter de kassa van de Coop in Alblasserdam. Ze zag dezelfde combinatie van kracht en kwetsbaarheid als bij de jonge buspassagiers. In Marlies herkende ze zichzelf, en haar zoektocht naar wie ze is en de liefde. Dat vond de fotograaf zo „fascinerend” dat ze besloot een heel fotoboek aan Marlies te wijden. Zaterdag, de dag dat Lisa 26 wordt, lanceert ze het met een tentoonstelling in Ballon Rouge in Rotterdam.
Het boek, waarin foto’s zijn afgewisseld met WhatsAppgesprekken tussen Lisa en Marlies, leest als een minifilm. Al snel na hun ontmoeting gaat Marlies naar Parijs met iemand die ze nog niet lang kent. Dat had Lisa niet verwacht, omdat het leven in het dorp voor Marlies best overzichtelijk is. Dus ze dacht: ik moet mee. Voor Marlies was het als de bus naar Rotterdam voor Lisa ooit was. Een hele nieuwe wereld ging open.
Ze had Marlies kunnen neerzetten als gelovig meisje, met lange rokken aan. Maar de foto met het baretje dat ze in de kerk draagt, heeft ze negatief gemaakt. Het boek is universeler dan het geloof. Het gaat over opgroeien, je thuisvoelen en je eigen stem vinden. Het boek heet Hoor je mij, naar de titel van een nummer van S10 dat Marlies vaak luistert, over dat het zwaar kan zijn maar later beter wordt. Lisa: „Het lijkt of ik dat tegen haar zeg, als oudere zus.”
Lisa weet inmiddels beter waarom ze steeds teruggaat. Ze komt uit een warm gezin, waar veel mocht, tot het op het geloof aankwam. Dat vond ze verwarrend. Door er te fotograferen houdt ze zich een spiegel voor, denkt ze, om die tweestrijd te begrijpen. Je kunt én de vrijheid missen van een stad, én terugverlangen naar de vertrouwde omgeving van een dorp. „Ik ben juist heel erg gaan waarderen waar ik vandaan kom.”
Wim Hof is door het ijs gezakt. Twee journalisten van de Volkskrant reconstrueerden hoe de koudwatergoeroe jarenlang zijn vrouw en kinderen mishandelde. Uit het stuk rijst een beeld op van een egomane man, vaak toegedekt door termen als ‘excentriek’ of ‘geniaal’. Zijn ex-vrouw en enkele van zijn kinderen willen niet dat de film die in de maak is, hem als held op een voetstuk zal plaatsen. Dat lukte: de productie is stilgelegd.
Het stuk geeft niet alleen aanleiding tot het overdenken van ernstig relationeel geweld, maar het zet aan tot reflectie op het fenomeen goeroe. Waarom volg(d)en zoveel mensen blindelings Wim Hof en zijn methode – die ook omstreden is?
Hof is niet de eerste spiritueel leraar die in opspraak raakt, de lijst groeit de afgelopen jaren gestaag. Te denken valt aan onthullingen over (seksueel) grensoverschrijdend gedrag van onder anderen Mooji, Bhagwan, Sogyal Rinpoche, Bikram, Karta, Bentinho Massaro en Yogi Bhajan. Doorgaans concentreren media zich op de val van de goeroe. De volgelingen/leerlingen zien zich daarna vaak voor lastige dilemma’s gesteld: behalve het geschonden vertrouwen en de teleurstelling over hun leraar, is er de relatie tot de leer. Sommige knapten op van de aangereikte technieken, en zijn zelf leraar geworden. Kun je de leraar van de leer scheiden en doorgaan op dezelfde voet met (het onderwijzen van) de leer/methode? Wanneer of hoe kan dat wel, wanneer niet? De buitenwereld zal de volger vaak hoofdschuddend voor dom uitmaken, want wat bracht je er in vredesnaam toe om, zeg, blootsvoets een kilometer over het ijs te gaan lopen?
‘Duh’ zul je misschien denken, maar ik zeg het niet gemakzuchtig
Zo’n hard oordeel heeft vaak geen oog voor de rol die grenzen verleggen in bijna elke (spirituele) opleiding heeft. In principe leer je je kracht kennen door je grenzen te verleggen. De leraar zal je dan ook aanmoedigen de grens op te zoeken. Of iets te ver gaat, is ook aan jou, jij bepaalt mede die grens. Daarmee bedoel ik niet te zeggen dat het dus je eigen schuld is al iets misgaat, geenszins. Maar als we één les kunnen trekken uit de zaak Wim Hof, dan is het de aansporing om nooit zomaar blindelings achter een mens aan te lopen, zelf kritisch te blijven en medeverantwoordelijkheid te nemen voor je eigen gezondheid.
‘Duh’ zul je misschien denken, maar ik zeg het niet gemakzuchtig. Ooit knapte ik enorm op van een (langdurige) lerarenopleiding kundalini yoga. En toen kwam niet alleen de oppergoeroe (Yogi Bhajan) in opspraak wegens grensoverschrijdend gedrag, maar ook een andere leraar (Karta) bij wie ik een cursusweek had gevolgd. Daarop volgde een tamelijk ingewikkeld proces, je zou het romantische deceptie kunnen noemen, en een herbezinning op wat mij zo blij had gemaakt, namelijk dat ik hét medicijn leek te hebben voor mijn gezondheid (yoga en meditatie). Als ik me niet goed voelde, moest ik gewoon méér mediteren. Wanneer een goeroe valt, sta je soms pas open voor de mogelijke negatieve effecten van een methode. De excessen betreffen vaak ook de technieken en de dosering daarvan. Recent wordt bijvoorbeeld ook steeds meer bekend over de schadelijke effecten van te lang mediteren.
Ik denk dat het Wim Hof-imperium zal instorten: de beschuldiging van relationeel geweld zal toekomstige volgelingen afschrikken en hij klonk zijn eigen naam aan de methode vast. Ook kan er nu meer openheid bij volgelingen ontstaan voor de schaduwzijden van de methode.
Het lijkt me zaak om de komende tijd opnieuw aandacht te schenken aan rode vlaggen in spirituele trainingen. Zo’n rode vlag is bijvoorbeeld een man die geen kritiek duldt of die stelselmatig laat verwijderen. Een andere rode vlag zijn leraren die denken dat ze Superman zijn. Maar goeroes zijn net mensen. In trainingen moeten dan ook corrigerende en ethische mechanismen worden ingebouwd om niet ten prooi te vallen aan verleidingen als macht, adoratie, seks, geld, of eten, drank en drugs (leestip: The Guru Drinks Bourbon?).
De term charisma wordt meestal toegepast op personen, maar ik denk dat je het ook kunt toepassen op ideeën, groepen, technieken en emoties. Charismatische ideeën zijn bijvoorbeeld ‘geluk’ , ‘gezondheid’ ‘verlichting of ‘vrijheid’. Bij de Wim Hof-methode gaat het om een ‘charismatische’ want eenvoudige techniek in een driestappenplan: ademen, kou en toewijding.
Goeroes zijn geen wondermensen en quick fixes bestaan niet. Leg je lot niet blindelings in handen van mannen die je voorhouden dat zij superkrachten hebben of die ene methode waardoor al je problemen zijn opgelost.
Stine Jensen is filosoof en schrijver. Ze schrijft om de week een column op deze plek.
De scheidsrechtersloopbaan van Shona Shukrula begint min of meer toevallig op de velden van amateurclub AFC’34 in Akmaar, waar ze in haar tienerjaren naartoe gaat om naar haar broertje te kijken. Als de wedstrijd op een dag dreigt te worden afgelast omdat de scheidsrechter heeft afgezegd, vraagt wedstrijdsecretaris Mart Pool of Shukrula kan invallen. Aanvankelijk twijfelt ze, maar Pool overuigt haar door te zeggen dat voor twaalfjarige jongetjes nauwelijks regels gelden: ze hoeft alleen te fluiten voor een doelpunt of een bal die uit gaat.
„Na die wedstrijd heeft ze de fluit nooit meer ingeleverd”, zegt Nick Geurtsen, bestuurslid bij AFC’34. „Mart hielp haar. Hij stond langs de lijn, gaf af en toe advies, maar ze floot al heel snel zelfstandig.” Bij AFC’34 keken ze daar van op: als zestienjarig meisje was ze de enige vrouwelijke arbiter op de club. „Tegenwoordig fluiten veel meer jonge meiden, maar toen helemaal niet.”
Deze vrijdagavond wordt Shona Shukrula de eerste vrouw die een wedstrijd fluit in het betaald voetbal voor mannen. Ze leidt TOP Oss tegen ADO Den Haag, een wedstrijd in de eerste divisie. Wie is ze? Waarom heeft zij deze primeur? En waarom heeft het zo lang geduurd voordat een vrouw een professionele mannenwedstrijd fluit?
Shukrula begon met jeugdwedstrijden, maar floot al snel oefenwedstrijden van oudere teams. Ze liet niet over zich heen lopen, kon haar beslissingen overtuigend onder woorden brengen. Dat had ze al op school gemerkt. Bij maatschappijleer genoot ze van maatschappelijke debatten; klasgenoten en docenten zagen in haar een toekomstig advocaat.
Op het veld was ze ambitieus. Op haar achttiende volgde ze een cursus tot bondsscheidsrechter bij de KNVB. „Ze is heel planmatig en stippelde haar carrière uit met doelen. Ik word de eerste vrouwelijke arbiter in het betaald voetbal, zei ze al snel”, herinnert AFC’er Geurtsen zich.
Conditietest
Shukrula’s carrière ging in een opwaartse lijn: van de laagste amateurdivisies klom ze richting de hoofdklasse. In 2019 lonkte het betaald voetbal. Daarvoor hoefde ze alleen nog te slagen voor de jaarlijkse conditietest.
Ze zakte. Op een van de onderdelen was ze een fractie te langzaam. Voor het eerst was er vertraging op de route die ze zelf had uitgestippeld richting fluiten in het profvoetbal.
Om herhaling te voorkomen, schroefde ze haar trainingsarbeid op, is te zien in een documentaire die de KNVB over Shukrula liet maken. Ruim drie maanden werd ze gevolgd door een cameraploeg, onderweg naar haar herkansing op de sprint. Ze leefde er in spanning naartoe. „Al die jongens zijn klaar en ik het meisje sta daar met knikkende knieën”, vertelde ze.
Franca Overtoom, generatiegenoot en de eerste vrouwelijke grensrechter in de Eredivisie, heeft Shukrula als assistent vaak bijgestaan. „Dat ze die test niet haalde, was een enorme teleurstelling voor Shona. We hebben daar vaak over gebeld.” Overtoom steunde haar collega. „Ze hervond de motivatie om die test opnieuw te lopen en te halen. Dat tekent haar karakter: ze is enorm strijdvaardig.”
Shukrula (33), die rechten studeerde en werkt als officier van Justitie, en Overtoom (32) zijn inmiddels veel wedstrijden gefloten in binnen- en buitenland. „Die internationale wedstrijden vormen je”, zegt Overtoom. „In het Japanse vrouwenvoetbal krijg je bijvoorbeeld nooit kritiek, maar in Spanje wel. Daar zijn ze veel temperamentvoller. Ook in het mannenvoetbal hangt een andere dynamiek dan bij de vrouwen, maar dat maakt voor Shona niet uit. Ze is er klaar voor.”
„Ze is een vechter. Dat straalt ze in alles uit. Iemand die tegen de stroom in durft te gaan, maar blijft doorzwemmen tot de overkant in zicht is”, zegt Geurtsen. Als vrouwelijke scheidsrechter had ze ook met vooroordelen te maken. „Een paar jaar terug zong het publiek bij een wedstrijd ‘schatje mag ik je foto’. Daar lacht ze gewoon om. Ze raakt daar niet van onder de indruk of van slag. Ze is onverstoorbaar in de goede zin van het woord.”
Nederland loopt achter
Wereldwijd fluiten steeds meer vrouwelijke arbiters mannenvoetbalwedstrijden. In vergelijking tot ander landen loopt Nederland achter bij die ontwikkeling. In november 2021 was Overtoom de eerste vrouwelijke grensrechter in de Eredivisie. „We hebben gewoon weinige vrouwelijke officials in Nederland”, zegt ze daar zelf over. „Dat er nu twee actief zijn op het hoogste niveau is al uitzonderlijk.”
Dat niet eerder een vrouwelijke scheidsrechter in het betaald voetbal debuteerde, zoals in Frankrijk bijvoorbeeld in 2019 al gebeurde met met Stéphanie Frappart, vindt Overtoom niet erg. „Het moet altijd gaan om kwaliteit – het is geen wedstrijd tegen andere landen wie de eerste is. Je moet iemand neerzetten omdat diegene op dat moment de beste scheidsrechter is, niet omdat het een man of een vrouw is.”
In een reactie laat de KNVB weten met belangstelling naar de ontwikkelingen in het buitenland te kijken. De bond wil er de komende jaren onder meer voor zorgen dat vrouwelijke scheidsrechters sneller op contractbasis in het betaalde voetbal kunnen fluiten. Een van de aandachtspunten is om ervoor te zorgen dat beginnende vrouwelijke scheidsrechters gemotiveerd blijven, ook na een incident binnen de lijnen.
Onvoldoende begeleiding bij jonge scheidsrechters met potentie kan funest zijn, legt een KNVB-woordvoerder uit. „Het fluiten begint in de reserve vierde en vijfde klasse waar spelers soms mondig kunnen zijn. Je moet een dikke huid hebben in dat soort situaties.” Daarnaast speelt het fysieke aspect een rol: vrouwen moeten aan dezelfde testen voldoen als mannen.
De voetbalbond heeft het aantal vrouwelijke leden de afgelopen jaren fors zien stijgen. Nu wil ze ook dat meer vrouwen trainer, bestuurder of scheidsrechter worden. In totaal zijn zo’n 35.000 scheidsrechters actief in Nederland, 2 procent daar van is vrouw. Dat percentage is wel gestegen, maar nog niet zo snel als de bond zou willen. De KNVB hoopt dat het debuut van Shukrula een versnelling in gang zet. „Wij zijn ons ervan bewust dat dit voor meer staat dan alleen een persoonlijke mijlpaal. Het zou mooi zijn als meer vrouwen en meiden haar voorbeeld gaan volgen.”
Wat ook niet meehelpt bij het werven van scheidsrechters is de toename van incidenten in het amateurvoetbal. Na de coronapandemie is het aantal rode kaarten, tuchtzaken en gestaakte wedstrijden flink toegenomen.
Amateurclubs, ook voor arbiters sterk afhankelijk van vrijwilligers, worstelen daarmee. AFC’34-bestuurslid Geurtsen, die ook trainingsopleidingen geeft bij de KNVB, ziet het gebrek aan scheidsrechters als groot probleem. In de jeugd valt het nog mee, maar bij de teams vanaf negentien jaar is het steeds lastiger. „De komende jaren gaan we gerichter beleid voeren door jonge spelers al vroeg een opleiding aan te bieden.”
In de zoektocht naar nieuwe scheidsrechters is hij des te blijer met het debuut van Shukrula. „Hoewel ze al tien jaar niet meer actief is bij ons, kent iedereen haar. Ook andere clubs. Alkmaar is in dat opzicht één groot dorp. Nieuwe trainers linken onze club direct met Shona. Waar een toevallige vraag van een wedstrijdsecretaris al niet toe kan leiden.”
Daar had de koning het toch even moeilijk hè?” Dione de Graaff had woensdagavond haar kamp opgeslagen in Café Bellevue in Oss, waar ze zich had omringd met sterren uit de lokale én nationale journalistiek. Samen vierden ze het vijftigjarige bestaan van de lokale omroep in Nederland. Ter ere van dat jubileum was Willem-Alexander ’s ochtends langsgegaan bij Dtv Oss, waar hij was rondgeleid over de redactie. Dtv Oss had een reportage gemaakt over dat bezoek, en over het maken van die reportage had de NOS een reportage gemaakt, en nu kon de kijker thuis kijken hoe de verslaggever van Dtv Oss keek naar de reportage over zijn reportage. Kort gezegd: mooie televisie.
De speciale uitzending NOS 50 jaar lokale omroep zat vol met dat soort mooie momenten. Een halve eeuw aan lokale omroepen had zo veel prachtmateriaal opgeleverd dat je er gerust nog een paar speciale uitzendingen mee zou kunnen vullen. Hoogtepunten in de voor woensdagavond gemaakte compilaties waren onder meer de eerste proefopnames van Sesamstraat, gemaakt voor het huis van Lya Kuijs, die zelf kinderprogramma’s maakte voor de lokale omroep. In haar eigen achtertuin hees ze Pino in zijn Pinopak. Ook maakte de kijker kennis met Disco Henkie, die in de jaren tachtig begon met een piratenzender in Ter Aar. Tot zes keer toe kreeg hij de rijkscontroledienst op zijn dak – nog één keer, zei de rechter, en dan krijg je gevangenisstraf. Dat wilde noch Disco Henkie, noch de gemeente. Daarom kreeg hij een vergunning om uit te zenden als lokale omroep. Vijfendertig jaar later is RTV Hollands Midden een begrip in Ter Aar en omstreken.
In Café Bellevue sprak iedereen met heel veel liefde en een klein beetje zelfspot over de lokale omroep, die niet kan zonder bevlogen vrijwilligers en intussen vaak een kweekvijver blijkt voor nationaal talent. De Graaff zelf begon ooit bij Omroep Amersfoort.
De exacte meerwaarde van die omroepen mocht de koning verwoorden aan het eind van zijn rondleiding bij Dtv Oss. Hij deed het braaf en enigszins onsamenhangend, als een tweedeklasser die verslag moet doen van een excursie: en, wat hebben we geleerd? Nou, zei de koning; de lokale omroep is „het cement van de lokale gemeenschap waar echt gewoon de lokale politiek naar voren komt; waar dingen die nationaal misschien niet genoeg aandacht krijgen maar lokaal zo belangrijk zijn dat ze wel de aandacht krijgen die ze verdienen.”
Geen antwoord waar je een tien mee scoort, maar hij had duidelijk zijn best gedaan. Minder tevreden was verslaggever Roy van den Busken met het antwoord op zijn vraag of de koning zélf wel eens naar een lokale omroep keek. Daarop volgde een veelzeggend lang: „Eh…” Dat vond Van den Busken een tegenvaller, zei hij achteraf. Maar misschien dat de koning na vandaag vaker even in zou tunen. „Eigenlijk moet hij mijn reportage wel terugkijken.”
RTL Véronique
Je kunt je afvragen of zijne majesteit dat heeft aangedurfd. Misschien dat hij de voorkeur woensdagavond gaf aan Renze (RTL), waar ook al een jubileum werd gevierd: RTL was vijfendertig jaar geworden. Met (oud-)presentatoren als Daphne Deckers en Irene Moors werden herinneringen opgehaald aan die eerste jaren, toen RTL nog RTL Véronique heette en moest uitzenden via de Luxemburgse zender RTL, omdat commerciële televisie vanaf Nederlands grondgebied in de jaren tachtig niet was toegestaan. Maar voor die terugblik begon werd eerst kort de tv-dag doorgenomen, en bleek er ook een RTL-verslaggever van de partij te zijn geweest bij de koninklijke excursie naar Dtv Oss. „Wat is eigenlijk uw lokale omroep in Den Haag?”, wilde zij van Willem-Alexander weten. „Dat is een hele goede, eh… Dat is…”, antwoordde die. Het was woensdag voor iedereen feest, behalve voor de koning.